*Ik moest nog gestoef overtikken uit mijn boekske! Voor de archieven, begin februari 2013.*
Mijn kleine, toen zij nog een kleinekleine was, dat was geen evidente baby: rap overstuur, nogal gevoelig, een slecht slaperke en veel huilen. Ge ziet dat kindje graag, dat is evident, maar ge kunt ook niet geloven dat het waar is wat iedereen zegt: dat het beter wordt.
Wel. Ik kan bijna niet geloven dat het .zo.veel. beter wordt. Misschien hebben wij ons deel van de minder evidente tijden gewoon wel gehad. Iets met karma en alles, want echt mensen, mijn kleine, dat is zowat de meest flexibele kleuter die ik ken.
Zo gingen wij dus naar Lanzarote en hadden daarvoor een vlucht om 6h10 op Zaventem. Dat betekent om 4h aanwezig zijn, en dus om kwart na drie vertrekken in Gent. Met een bang hart, en voorbereid op het ergste (gekrijs, gezeur, twee dagen ambetantigheid, ik had het allemaal gepikt en begrepen), haalden wij haar in het holst van de nacht uit haar warme nest, de ijzige februari nacht in. Na een 20 seconden waarin zij even stelde dat ze toch liever in haar bed wilde blijven verliep de dag alsvolgt: kijken naar de lichtjes op weg naar Brussel, spelen op de luchthaven, het helemaal spannend vinden bij de security check, geduldig wachten op boarden, vier uur boekjes lezen, tekenen, iPad spelen en filmpje kijken op het vliegtuig. Beetje spelen bij het wachten op bagage. Beetje spelen bij het wachten op de bus. Na korte aansporing van ons een half uurtje slapen op de bus naar het hotel. Geduldig wachten op check in. Lunch. Naar de kamer, badpak aan, zwemmen, spelen, filmke kijken terwijl moeder de valiezen uitpakt, in bad, en dan diner in het hotel. En daar, om half acht ‘s avonds, terwijl wij al zes uur onszelf schrap zetten voor een complete melt-down, zei de fantastische kleine simpelweg na een half bord spaghetti: en nu wil ik graag in mijn bedje.
Een verzoek dat wij natuurlijk met veel liefde en onmiddellijk ingewilligd hebben. Want zeg nu zelf: een driejarige die al anderhalve dag op is, en nog steeds niet hysterisch wordt, daar laat een mens al eens een dessertenbuffet voor staan.
Ze sliep tot de volgende ochtend, wij zeiden tegen elkaar: vandaag zullen we het krijgen, de weerbots. Maar niks. Nada. De dochter bleef de hele dag haar vrolijke zelve. En ging ‘s avonds weer vrolijk slapen, voor een ganse nacht.
De dagen, mensen, ze gingen daar open en dicht, alsof het niks was. En dat kwam door haar en omdat zij zo’n fantastisch gemakkelijk kind is.