Year: 2012

projecten

We zitten hier met een reeksje, peisk.

Het zit zo: ik zat gisteren in mijn boekskes te bladeren. Want ik schrijf weer veel, tegenwoordig, maar eens ik aan de computer kom ben ik het precies allemaal vergeten. De vakantie zit in mijn hoofd, en dat maakt mijn denken wat wollig. Omdat ik ook niet elke dag kan schrijven over hoe heerlijk traag de dag zich voortsleept, bladerde ik door woorden en zinnen van de laatste weken. En toen maanden, en toen jaren.

Ik kwam tot de conclusie dat ik blijkbaar coole buren heb, aangezien er veel over hen genoteerd stond. Dat kan kloppen, want ik woon in de coolste buurt van de coolste stad van het land. Daarom, om de zomerluwte te overbruggen, ga ik mijn nota’s van de afgelopen jaren over mijn gebuurs eens uittikken, de komende dagen.

Ge weet wel: koop komkommers mensen, c’est bien la saison!

En al

De gebuur.

Elke keer als ik hem zie lopen, met die mevrouw aan zijn hand, glimlach ik in mijn hoofd. Ze is er nu zowat een jaar, hand in hand naar de bakker, in de voormiddag als ik met de Mini naar de zandbak trek.
Ik moet dan ook denken aan de matrassen op het eerste verdiep. En of die kamer nog net zo zou zijn. Ik vraag dat niet, natuurlijk, want ik zeg alleen vriendelijk goeiendag. Zo doet ge dat met gebuurs.

Twee zomers geleden liep hij daar nog alleen. Als hij in zijn voordeur stond te kijken, dan was hij alleen. Als hij zijn auto uit de garage voorreed, dan was hij alleen. Hij was altijd alleen. Ik weet dat, want hij had het verteld.

Dat was toen we hier pas woonden. We lieten toen een keer een nieuw dak leggen en ‘s avonds stonden we aan de overkant van de straat te turen hoe het eruitzag. Hij stond in zijn deurgat. Dat ge het goed kunt zien vanop zijn tweede, en dat we anders eens van daar mochten komen kijken.

Wat volgde was een groot half uur rondleiding in zijn huis en bijhorende verhalen. Over zijn vrouw die overleden was, en hoe hij sindsdien alleen was. Over het waskot dat eerst een koer was, maar dat ge beter zijt met een waskot, want ge kunt toch niet buiten met dat slecht weer altijd. Over de kamer, op de eerste verdieping met de vloer en muren van plastiek matrassen. Over de zoon, die daar vroeger woonde, en dat die zich dan geen pijn kon doen. Over zijn vrouw die ziek was geworden en hoe het zorgen voor de zoon toen niet meer ging. Over hoe nu andere mensen voor de zoon zorgden, professionelen. En over hoe hij nog meer alleen was sindsdien.

Wij woonden een maand in ons pas gekochte huis. Jonge mensen, aan het begin van een heel leven samen, popelend van al het geluk dat ons stond te wachten. Ik weet nog dat ik kapot was van het contrast, als ik hem daar zo zag staan. Alleen.

Als ik ze zie, hand in hand, op weg naar de bakker, dan zit er zon in mijn hoofd. Het is een schone zomer.

moeilijk

De zomer.

In de zomer van 2009 was ik hoogzwanger. Ik weet daar niet veel meer van, behalve dat het warm was en ik geen enkels meer had. True story: mijn benen waren overal even breed. Op mijn billen, knieën, kuiten en enkels. Mijn voeten waren twee hompjes donkerroze strak vlees die met wat moeite in een paar teenslippers pasten. Dat deed pijn, en het was warm. Er zijn foto’s (niet gepubliceerd, ik ben niet zot) van mezelf halfnaakt op de keukenvloer, met een kussen onder mijn benen. Op de keukenvloer, want leisteen blijkt heerlijk cool. Enfin. De zomer van 2009 was niet echt genieten, behalve dan van het cadeautje dat wij halverwege na eindeloze weeën uit mijn schoot geworpen gesneden kregen. Maar u weet misschien ook: de eerste weken met een baby, die zijn zo bevreemdend en zo absurd verwarrend dat ik ook van deel 2 van de zomer niet zo veel concreets meer weet. Behalve dat ik heel veel eten aan het geven was. En heel weinig sliep.

In de zomer van 2010 was mijn kindje bijna één jaar. Mijn lief schreef een nieuwe show, en was bezig met opnames van een televisieprogramma. Het was een zomer met behoorlijk wat zorgen, zowel hier als bij dichte vrienden. We gingen een weekje naar Frankrijk, maar voor de rest was het vooral thuis rondhangen. En vooral zij en ik. Dat was best eenzaam bij momenten. En best vermoeiend, zoals alleen éénjarigen vermoeiend kunnen zijn.

De zomer van 2011 was mijn lief er nauwelijks, een week Frankrijk uitgezonderd. In de vroege ochtend vertrok hij, laat ‘s avonds kwam hij thuis. Zij en ik hadden drie heerlijke lange maanden samen, we gingen veel naar zee en we deden alles traag. De zomer van mijn zen, maar ook de zomer waarna ik blij was dat ik weer eens veel mensen zag, zo op mijn werk. Het was rustig, maar ook best eenzaam bij momenten. En best vermoeiend, zoals alleen tweejarigen vermoeiend kunnen zijn.

In de zomer van 2012 nam hij nauwelijks werk aan. Een paar keer gaat hij spelen, een paar keer heeft hij iets overdag, maar voor de rest: vakantie. En dus weet ik voor het eerst wat dat is, die gezinsvakantie waar gulder allemaal zo wild van zijt.

We, dat is zij en hij en ik, dit jaar. We hangen rond in de stad, spelen, rusten, spelen, gaan uit eten, spelen en hebben het heerlijk. De rust van 24 uur per dag iemand naast u, om mee het peutergeweld onder controle te houden, of te bedenken wat er gegeten wordt: luxe. Pure luxe.

Ge moet ze alleen af en toe eens buitenlaten, die twee van mij.

Een rijckaert, dat moet ge van tijd eens uitlaten.

internet Ja!

Youtube-filmpjes op de iPad.

Ha! Plantrekkerij-alarm.

Wij hebben een iPad gekocht, recentelijk. Vooral omdat ik er eigenlijk bijna altijd één in huis had, van mijn werk, om mijn lessen voor te bereiden, maar omdat ik merkte dat we dat ding steeds meer privé begonnen te gebruiken ook. En we zijn daar eerlijk in: als ge de helft van de tijd zo’n toestel niet werk-gerelateerd gebruikt, of uw kleine is ermee aan het spelen, dan is dat niet echt fair om er eentje uit te lenen van het werk, nietwaar.
Enfin, we hebben even afgewacht, omdat we gelijk nogal veel kosten hebben tegenwoordig, met dat klein akkefietje waarbij we de helft van ons huis aan het verbouwen zijn, maar met een lange autorit naar Frankrijk in het verschiet, bracht ik er deze week toch eentje mee. De dochter euforisch, de man de hele dag Anrgy Birds aan het spelen: u kent dat wel.

Gisteren heb ik een hele middag gezocht naar een manier om een youtube-filmpjes te downloaden en op de iPad af te spelen zonder internetverbinding. Ook weer met de autorit in gedachten, en de heerlijke verlichting die Musti en het Zandkasteel dan kunnen bieden. Toegegeven, de meeste peuter-series zijn dan wel kei-irritant, maar dat is niets vergeleken met een verveeld en zeurend kind op de achterbank. Om van dat janken nog maar te zwijgen.

Lang verhaal kort: ik ben er redelijk fier op dat ik na drie uur opeens een aha-erlebnis van jewelste had en het poepsimpel heb opgelost. Niks geen speciale apps en convertors. Gewoon: gezond verstand.
Naar het schijnt kunt ge ook importeren in itunes en dan synchroniseren, maar ik had vreselijk veel problemen met formaten en ander gedoe, en drie sigaretten en veel gevloek later is dit dus hoe ik het heb gedaan.
Stap 1: installeer dropbox op uw iPad en uw computer. Log in met dezelfde account.
Stap 2: zoek het youtube-filmpje op dat u wilt downloaden.
Stap 3: download de youtube-video (u weet vast hoe dat moet, realplayer is bijvoorbeeld een optie, of sites zoals KeepVid) op de pc. Een mp4-formaat will do.
Stap 4: kopieer het filmpje in uw dropbox-dir op de pc.
Stap 5: synchroniseer, en hopla, u kunt het openen op iPad.
Stap 6: doe een vreugdedansje bij het vooruitzicht van brave kinders op de achterbank.

Het is graag gedaan.

Ja! kinderspam

Maar weet je.

‘s Ochtends als ze wakkerwordt begint het kwebbelen. Meestal heb ik nog mijn opperste concentratie nodig om mijn lichaam te bevelen dat tweede oog ook open te doen en tot stappen te bewegen. Rechtervoet voor linkervoet, i., Rechtervoet voor linkervoet. Ondertussen kwekt ze de oren van mijn slapend hoofd. Maar weet je, mama, ik heb lekker geslapen en heb jij eigenlijk lekker geslapen en is papa thuis en is het mooi weer al en is de dag al begonnen. Gaan we naar een filmpje van Niels Hogerson kijken, van de vos Smirre. En waarom heb jij een korte broek aan? Is dat jouw pyjama? blah blah en kwekkwekwek…
De hele dag door praat ze. In zichzelf, maar meer nog tegen ons. Alles is een vraag. De helft van de zinnen begint met Maar weet je, mama
Maar weet je mama, wat zit daar eigenlijk allemaal in, in die saus? Tomaten? En wat nog? Ajuin? Wat nog? Kruiden? Welke kruiden?

Ik vind het heerlijk, zo’n peuterkleuter in huis, en we lachen ons hier allemaal een breuk met haar komieke vertelsels. Maar ‘s avonds, als ze gaat slapen, dan gaat er hier het eerste half uur geen tv aan, en geen muziek. Dan is er alleen stilte. Geen vragen, geen verhalen, geen gezang. Oorverdovende zalig rustige stilte.

(En neen, ik weet niet van wie ze dat heeft, dat tetteren. Wij zijn allebei zo’n stille, bedeesde mensen.)