In de commentaren op een vorige post waren er verschillende mensen die vroegen om eens iets te schrijven over kleuters. Voornamelijk over ze bezighouden, en over omgaan met, zo was de suggestie. Want ik had daar ergens geponeerd dat dat zo’n een beetje mijn business was. Dat is ook zo, in principe, maar we gaan daar eerlijk in zijn: ook hier gaat dat allemaal zo vlot niet als ik zou willen. Ik ben wat betreft kleuters een beetje gelijk die externe consultants die op uw werk in- en uitlopen: de ene keer klinkt het allemaal best logisch, de andere keer denkt ge “wat staat die snotter in zijn lichtblauw hemdje hier in godsnaam te doen alsof hij mijn job begrijpt.” Alleen heb ik geen blauw hemd maar een pyjama met vlekken van kleuterchocoladehandjes, en betaalt ge geen honderden euro’s elke keer ik met mijn ogen rol. En ik heb ook geen bedrijfswagen. Enfin, eigenlijk ben ik totaal niet gelijk een consultant. *opgeluchte zucht bij ons allemaal*
Pointless ramblings aside: mijn leven is verre van perfect, mijn opvoeding is dat nog minder, mijn kleuterexemplaar is niet het meest meegaande, en ik ben niet de meest geduldige moeder bij momenten. Om maar een paar mankementen te noemen. Maar omdat het gevraagd werd, zal ik eens een paar dingen schrijven. Want zo gaat dat op kerygma: u vraagt, wij draaien schrijven.
Er was iemand die naar boeken vroeg, over opvoeding. Wel. Eigenlijk geloof ik daar niet zo in. Opvoedingsboeken hebben namelijk de vreselijke gewoonte om goed of af te keuren. En er zijn maar twee opties als ge ze leest: ofwel doet ge alles verkeerd volgens het boek, en dan voelt ge u een loser. Ofwel doet ge alles juist volgens het boek, en snapt ge niet waarom het bij u dan toch dramatisch wordt bij momenten. En voelt ge u een loser. Terwijl dat regel 1 is: het is overal dramatisch bij momenten en we zijn eigenlijk allemaal losers.
Dit gezegd zijnde, bestaan er maar twee soorten boeken over kinderen die nuttig zijn, volgens mij. Ten eerste is een goed boek over ontwikkelingspsychologie echt heel boeiend. Kohnstamm bijvoorbeeld, vind ik heel vlot leesbaar en goed. Ze heeft een boek over het jonge kind (0-7 jaar) dat u zal vullen met inzichten over uw inhuizig grut. Want daar gaat het eigenlijk over: hoe beter je begrijpt hoe het hoofd van een kind werkt, hoe makkelijker je zelf eigen beslissingen kan nemen. Niks geen elkaar tegensprekende opvoedingsboeken meer nodig, dan. Alleen uw eigen oordeel, en dat hebt ge altijd bij de hand.
Een tweede soort boek waar ik het wel voor heb zijn boeken die mij laten nadenken over het leven in het algemeen, en hoe ik naar mijn kind kijk in het bijzonder. Soms gaat dat niet eens over kinderen, maar over eten, zoals Dorien haar boek. Soms heel expliciet wel, zoals Identiteit, het laatste boek van Paul Verhaeghe. Twee aanraders, als voedsel voor het moederhoofd.
Uw eigen suggesties mogen vanzelfsprekend in de commentaren! Graag, zelfs.