Ik moest nog, voor de archieven. Want ook al hebt ge onmenselijk veel werk: de archieven zijn dat binnen zes maand vergeten, en dan blijft over dat ge niet over de kiezing hebt geschreven in 2012. Zonde.
Ik heb de Mini uitgelegd wat het betekende. Verkiezingen voor driejarigen: dat al die mensen op de borden naast de weg graag burgemeester wilden worden. En dat alle grote mensen moesten kiezen wie zij wilden dat het zou worden. Zondagochtend heel vroeg besliste zij dat _ik_ burgemeester moest worden. Ik heb gelachen, maar we weten allemaal dat ik te rap moe ben voor zo’n job.
Ik droeg mijn nieuwe groene jurk en mijn rode jas, met zorg de avond voordien klaargelegd, speciaal voor het privilege van het bollekeskleuren. Enig gevoel voor symboliek en drama is mij niet vreemd, ik weet dat en ik koester het. Net zoals het gevoel van zondag: dat ik mij geborgen voel, in deze buurt, deze stad, bij deze mensen.
Ik deed tradities. Uit eten. Daarna voor de televisie en balkjes kijken. Een beetje zenuwen, maar diep in mijn hart wist ik dat alles goed zou komen. Hier. Maar mijn stad nam haar tijd, en een mens blijft toch op zijn hoede.
Het resultaat is wat ge al een paar maand voelt in de stad. De pols van contente mensen. De geestdrift van het verlangen naar echte verandering. Het soort dat komt met respect voor uw stad, voor de mensen, voor het leven. Ik noemde het hoop, maar nu is het bevestiging.
Dus ja, ik heb op u gestemd, winnaars-van-gent, en nu is het aan u. Maak de schoonste stad van ‘t land nog schoner, de komende zes jaar. Luister naar de mensen, durf het evidente in twijfel te trekken. Verbied mij van met mijn auto in de stad te rijden, want ik ben lui van mijn eigen. Hoor het signaal van verontwaardiging van een groep mensen die niet gediend zijn van een samenleving die harder, kouder en minder sociaal wordt. Hoor het zoeken van een groep mensen naar hoe we anders kunnen leren omgaan met de werkelijkheid. Want we zijn met veel, die mensen, en we wonen hier. Gebruik ons.