Ja!

Over dat kamperen.

Kamperen, dat is het, gasten. Maar echt. Vorige week stonden wij een dag of drie op een camping van het leutigste festival van Frankrijk, en al na één dag wist ik waarom ik dat vroeger zo zalig vond, met de tent weg. De hele dag buiten, met maximum een tentzeiltje tussen uzelf en de weide en de beesten, ik word daar blijkbaar ongelooflijk rustig van.

The thing is: ik organiseer dingen. Ook als we een vakantiehuisje huren ergens, zoals de afgelopen jaren, dan ben ik nog bezig met organiseren. Koken, en alles comfortabel houden en vooral: opruimen. Zet mij in een tent daarentegen en mijn enige bezorgdheid is: weet ik mijn dikke pullover en mijn pillamp liggen voor straks als het koud wordt. Zen. Serieuze tientibetanenineenkloosterindebergen zen.

Enfin, niet alles was rozegeur en fladderende vlindertjes natuurlijk. Volgende keer wil ik een campingvuurke mee, zodat ik ‘s morgens zelf koffie kan zetten, in plaats van te wachten op iemand rond mij die wakkerwordt en van wie ik mijn cafeïneshot (ok. Vijf cafeïneshots. Misschien zes.) kan afschooien. Want we zijn daar eerlijk in: ook bij een kampeervakantie ben ik als eerste wakker is de vrucht van mijn schoot als eerste wakker en heb ik me erbij neergelegd dat de dag dan ook voor de moeder begint. En dan is koffie wat de wereld draaglijk maakt.

Het zou ook dolletjes zijn als bij de volgende camping een echte douche aanwezig is. Ik ben te oud voor een europallet, naast de afwasplek, met daaromheen een zeil gespannen. Voor de privacy, ja, maar als er zes varkens vlak daarnaast GFT staan binnen te schrokken, dan heb ik gelijk geen goesting meer in een douche. Zelfs niet als mijn zomerregen mee is. Wassen was dus, tot grote verwondering van de Mini (“is dat dan in plaats van het bad, mama?”) gelijk aan: zwemmen in een nabijgelegen meertje. Zwijgt het tegen de kinderbescherming, mokay?

Maar voor de rest is dat dus absolute zaligheid. En uw kleine na het avondeten op haar blote voeten door het lange gras zien vertrekken om bij haar nieuwe vriendin aan de tent nen kidibull te gaan drinken: priceless.