We grijnsden naar elkaar, terwijl de mannen witte lijnen op de grond schilderden voor haar huis. Een nieuwe verkeerspaal, een mindervalidenbord en een heel ruim vak, voor haar kleine auto. De buren, stuk voor stuk minder dan half zou oud, grijnsden en dronken nog een tas koffie.
Voor de plaats er kwam, waren er namelijk twee opties: ofwel sprak ze één van ons aan “gaat gij hem nen keer in da kot zetten, madam”, ofwel had er weer iemand een kras bij op zijn carrosserie. Een kras die schouderophalend werd verdragen. Zo’n bejaard menske, wat wilt ge.
“Op leeftijd” is een zwakke uitdrukking voor de buurvrouw. Ik weet niet precies hoe oud ze is: ze is op dat punt waarbij het niet meer op een jaar of vijf aankomt. Door haar gerimpeld gezicht ziet ge altijd gelach, en haar stem verraadt dat ze ooit veel heeft gerookt. Ofwel is ze nog ouder dan ik denk, en is haar stem gewoon versleten.
Elke dag om elf uur stopt er een meneer voor haar deur, die haar naar de nierdialyse brengt. Maar voor de rest trek ik goed mijn plan, jonk. Dat is waar. Ze heeft ons maar af en toe nodig, als dien pruts van den televisietechniek is geweest, en hij heeft al mijn posten verzet. Of we het haar eens konden uitleggen. Zo’n dingen, voor de rest trekt ze goed haar plan.
Ze woont alleen, en kan nauwelijks uit te voeten. Maar ze rijdt dus wel vrolijk haar auto vol deuken. En de blutsen passen tetrisgewijs bij de krassen in onze auto’s.
Erger is het als ze zelf weer eens geblutst is. Gevallen, kind. Ik kom dat ver alle weken ne keer tegen. Dan zegt ze dat het wat zeer doet, maar dat het wel zal overgaan, terwijl ze wijst naar haar blauwpaarse been.
Ik hou mijn hart soms vast, als ik haar kwetsuren zie. Ik hou mijn kind ook vast, en op de stoep, als ik haar hoor aantuffen. De Mini en ik zwaaien dan vrolijk, maar ik denk “Hou uw stuur vast, sejieus”.
Sommige mensen zijn uw straat. Horen bij uw buurt als het voetpad en de boom op de hoek. Toen met het protest tegen het bouwproject vatte ze het zelf samen met een handgeschreven briefje in mijn bus.
Meneer de burgemeester, ik woon hier al meer dan zestig jaar en ik ben akkoord met de brief. Hoogachtend, D.