Year: 2011

En al

Het is dat, met Alain.

Alain stuurt mij smsen, sinds gisteren. Lieve smsen, waaruit blijkt dat hij mij nog maar pas heeft leren kennen. Dit weekend waarschijnlijk. Dat hij mij een toffe vindt. En dat hij graag nog wel eens de toffe ik zou terug zien. En dat hij blij is dat ik mijn nummer heb gegeven.

Spijtig dat ik niet uitgeweest ben, dit weekend. En dat ik geen telefoonnummers heb uitgedeeld. En al helemaal niet aan een Alain.

Wat ik wel heb gedaan, in de tijd dat ik nog geen verloofde was van een meneer, is mijn nummer aan jongens gegeven op café. Allez, 9 juiste cijferkes en 1 verkeerd. Dat klinkt gemeen, maar ge werd daar minder moe van dan van “mag ik u eens bellen? neen jong, ik ben niet geïnteresseerd? Allez toe? Neen zeg, ga weg…”, en ik was ook tien jaar geleden al een lui meiske.

Het is dat wat Alain is overkomen, ik ben het zeker: een lui meiske. Spijtig voor Alain.

werk

10 jaar geleden.

Gisteren deed iedereen naar aanleiding van dat met die twee torens en ontelbare doden van “wat was ik ook al weer aan het doen, tien jaar geleden?” Ik overwoog daar efkes over te schrijven, want ik ben keihard een meeloper als ik verkouden ben, maar toen bedacht ik dat u het vast allemaal al elders gelezen hebt: ik hoorde het, ik was geschrokken, ik keek de rest van de nacht naar het nieuws en CNN. Wie niet, nietwaar.

Maar! Door daarover na te denken, dacht ik toch ook aan dit.

Tien jaar geleden werkte ik op de fabriek. Ik deed er dingen met ABAP en SAP, en ik had geen internettoegang. Probeert u vandaag maar eens uit te leggen aan een weldenkend mens dat iemand die programma’s schrijft (op computers!) niet op internet mag. Geen online help, geen google, geen niks te nada. Wij moesten alles uit ons eigen hoofd halen. Of uit een gedrukte handleiding. Of we vroegen aan Pieter hoe het moest, in mijn geval.

Maar geen interwebs dus. Tien jaar geleden was dat zo, daar op de fabriek. En dat kwam …wait for it… omdat ik geen universitair diploma heb, en ik die verantwoordelijkheid niet aankon volgens de procedures. Daarom kreeg ik geen internetpaswoord. En ik stelde me daar niet eens heel veel vragen bij.

Ik sleet mijn dagen in een grijsgroen bureau, met uitzicht op de Kennedybaan. Gemiddeld twee keer per week gebeurde er een ongeluk op het kruispunt, mooi in het zicht. Dat was zowat het spannendste dat daar gebeurde op de fabriek, sociale onlusten en collectieve uitstapjes naar het koffiemachien niet meegerekend.

Ik deelde het grijsgroene bureau met M., die net als ik graag over eten praatte. Hij legde me uit hoe ik langoustines moest klaarmaken. Ik vertelde dan over salades en pasta die ik had gemaakt dat weekend, en zo ging er alweer een dag voorbij. Hij had overigens wel een universitair diploma en daarom dus ook een paswoord. Dat hij aan mij doorgaf, want zo ging dat tien jaar geleden op de fabriek.

M. mocht trouwens parkeren dicht bij het gebouw. Net als alle andere mensen met zijn diploma. Mijn parkeerplaats lang een eind verder. Ook als ik om half acht al op kantoor was, en de hele parking vrij was, dan moest ik nog vijf minuten stappen, omdat ik anders problemen had met de bewaking. Dan kwamen die op mij toegestapt, daar in de ochtendschemering, en vroegen streng of ik wel een A-klasse was. Als ik mijn hoofd schudde, dan moest ik mijn auto verzetten en door de regen naar het gebouw stappen. En ik had nooit een paraplu bij.

Ik had daar meer verlof dan dat ik nu heb, en mocht die dagen vrij kiezen ook. Ik moest er minder hard werken. Ik had een vast contract, mocht er vast blijven tot aan mijn pensioen. En ik verdiende er toen als starter al meer dan nu na zeven jaar onderwijs.

Geen haar op mijn hoofd dat ooit zou overwegen terug te keren.

internet

Vinger aan de pols van gisteren. Of vorige maand.

Waarschijnlijk ben ik al hopeloos achter, en rolt u nu collectief met uw ogen over zoveel last week’s hype, hier op kerygma, maar we zijn daar eerlijk in: qua technologische whatever ben ik nu niet echt de early bird.
Aniehoew. Ik ben momenteel voor het eerst sinds lang nog eens overdreven enthousiast over een online dink. ifttt.com, oftewel if this then that is simpel edoch geniaal. Het is een tool die een eenvoudige instructie volgt. Als ik iets post op twitter, dan moet dat ook naar facebook. Als ik een foto op flickr zet, dan moet dat ook in een album ergens anders. Als het morgen gaat regenen in Gent, dan wil ik daar een mail over krijgen.

Het is zo eenvoudig dat ik er bijna van moet bleiten. En het lost een heleboel problemen op, vind ik persoonlijk. Probeer het! Maar waarschijnlijk deed u dat vorige week al, en hebt ondertussen u al iets nieuws ontdekt.

Neen!

Annemarie toch.

Deze ochtend in de auto: Annemarie doet van boutades die kant noch wal raken. Luister ernaar en stelt u meteen ook even voor hoe ik zat te roepen naar mijn autoradio op de Coupure.

De oorsprong van de wrevel ligt bij donderdag veggie-dag, ondertussen al standaard ingeburgerd in de Gentse stadscholen en bij veel Gentenaars. Ik stel mij dan voor dat ze daar bij de boerenbond indertijd hoofdschuddend gedacht hebben “die dekselse stadsmensen toch, met hun nieuwerwetse dingskes” waarna ze grijnzend nog een varken aan het spit regen.
Maar nu heeft het intiatief zich zowaar verspreid naar de provincie. En al die stedelijkheid, als een sluipend gif, zo dicht bij eigen hoeve, dat kan natuurlijk niet zijn.

Ik vraag mij dan vooral af wat al die tuinders daarvan denken, van dat wild geroep over dat we beesten moeten eten van hun woordvoerders. Of zijn dat zo een beetje de sans papiers van het boerenbestaan, die groentenkwekers?

mediagedoe

Tiktaktok.

* “Mjah. dat zal niet gaan. ik zit dan nog in opnames/in brussel/ in de studio/…” is steeds frequenter het antwoord als ik vraag naar de optie om op mira te letten/iets te doen met vrienden/ huishoudelijke dink over te nemen.
* de juffrouw van productie schrijft steeds meer afspraken in in zijn google-agenda.
* De avonden worden steeds korter. Hij achter zijn laptop scenario’s schrijven, ik achter de mijne lessen voorbereiden.
* Het hele huis ligt vol met stukjes papier met daarop mopjes en krabbels.
* Tijdschriften en kranten verworden tot knipsels voor ik ze kan lezen.
* Er wordt vaak gevloekt. Binnensmonds.
* Hij ziet er moe uit, en wrijft steeds vaker onbewust over zijn nek en schouders.
* Ik krijg persfoto’s te zien. Ik moet daarmee lachen.
* Ik krijg steeds meer smsen met “goeike, het vlot”, maar ook “kak. lastig vandaag” terwijl ik aan het werken ben.
* bij het avondeten wisselen we showbizznieuws uit.

Ik kan het voelen, het worden helse maar toch ook coole weken. Seizoen drie komt, peoples. Voor echtig, het laatste, vanaf 3 oktober op uw favoriete meerwaardezender.