Year: 2011

En al

Hallo, ge zijt misschien een beetje oud. Allez, niet echt. Maar toch niet piep meer.

Het zou kunnen zijn dat u me binnenkort niet meer herkent, op straat. En dat ik de personeelstoiletten op school niet meer mag gebruiken. Zou kunnen. En dat zit zo.

Hallo, ik ben A., stond er in de mail, de nieuwe collega op de reclame-regie. Ik wist dat, dat ze daar een nieuwe collega zochten, en ook dat het bij voorkeur een vrouwmens moest zijn. In het verleden zijn er namelijk toch al een paar acties geweest waarvan het manvolk ten kantore het toch wat vreemd vonden om me aan te spreken. Zoals die keer dat Stefan mij moest mailen om te vragen of ik feitelijk wel eens mijn haar van mijn benen deed. Can you spell awkward? Ow yes.

Een nieuwe vrouw dus, en die mailde me nu. Ik vertoef al lang genoeg op het internet om de bui keihard te voelen hangen, ik hoef u dat vast niet uit te leggen. En ik had gelijk, want de lieve A. (die daar overigens niks aan kan doen), vroeg of ik geïnteresseerd was in het uittesten van een huidproductje. Een crème van Biotherm tegen huidveroudering.

Ocharm, dacht ik. Die mannen durven niet zeggen dat ik oud word, dus moet dat meiske het doen. Ik stuurde een mailtje terug dat ik dat niet netjes vond van de heren en A. liet me weten dat het niet beledigend bedoeld was, maar dat men op zoek was naar vrouwen die niet tot de groep van de piepjonge beautyblogsters behoren.

And there you have it. Ik ben niet meer piep. U wist dat, ik wist dat, maar we hebben het allemaal een beetje naast ons neergelegd, nietwaar? Het is enkel zuchtend dat ik de feiten erken, maar het onoverkomelijke onder ogen ziend heb ik toegezegd. Vanaf morgen smeer ik dus Biotherm Skin Vivio, waarover men zegt “maakt komaf met tekenen van veroudering, een oneffen textuur en een onregelmatige teint en maakt het gezicht opnieuw zichtbaar en stralend jong.” Hiep hoera for that, natuurlijk, want een stralend gezicht past uitstekend bij mijn zonnige karakter.

Als u ook niet meer piep bent en dat wel weer wil zijn: doet mee aan hun actie, en win een jaar gratis smeersel. Kunnen we binnenkort misschien samen eens uitgaan in de overpoort.

En al

De inhoud.

Een wijvenblog, dat is het hier. U weet dat al jaren, en toch blijft u komen. U zal het me dan ook niet kwalijk nemen, ongetwijfeld, dat ik serieuze onderwerpen hou voor een avond waarop mijn ogen geen pijn doen van het schermstaren en mijn schouder iets minder verrokken is dan nu (ik heb het kind met de nodige zwier op de arm genomen, en haar elf kilo weeral eens schroomlijk onderschat). Neen, vanavond nemen wij onze toevlucht tot het simpelste aller wijvenposts: men kiepert de handtas uit en mijn schrijft over de inhoud. Ik doe dat niet zomaar, natuurlijk, ik doe dat omdat zij het vraagt en omdat ik daar in het Ieperse iets goed te maken heb. Iets met kooklessen en mijn te drukke schema en uitgebreide excuses die aan de orde zijn. Het is een lang verhaal, maar in het voorjaar worden wij echtig oprechtig vegetarische Nigella’s en dan hoort u er meer over. Beloofd.

Aniehoew. De sjakosh dus. Eerst en vooral: dat is deze, en man ze is mooi. Pieces is echt een fijn merk, voor al uw accessoires, en we weten allemaal: een meiske heeft nooit handtassen genoeg.
De inhoud ziet u hier. Ik heb wel de kruimels van de koeken weggedaan, net als de gebruikte papieren zakdoekskes. Because i am a clean girl, at least on the interwebs.

Day 216 - wat zit er in de sjakosh.

U ziet, vanboven links te beginnen, mijn geliefde Moleskine. Hetzelfde formaat als alle vorige geliefde Moleskines, die allemaal netjes op een rij in mijn boekenkast staan. Ik kan niet leven zonder mijn boekske, en schrijf er alles in: weekmenu’s, boodschappenlijsten, telefoonnummers, meningen (moet ik er dringend eens wat minder van nemen), vergaderverslagen, to do’s, lesvoorbereidingen,…alles zo door elkaar dat het alleen voor mij te begrijpen valt. Wat niet erg is, want u heeft daar toch niks aan, nietwaar.

Daarnaast ziet u mijn ook al fantastische grote-mevrouwen-portemonee-in-kleine-meisjes-kleur. Vervolgens een kaartje waarop een emailadres gekrabbeld staat van iemand waarmee ik nog grootse plannen heb, de komende jaren. Ik mail u, A.

Verder in de tas: de bewijzen van het moederschap. Een pamper (verlaat nooit het huis zonder, of ge krijgt spijt en ge staat met een stinkende peuter aan te schuiven in een marginale GB om er toch rap te kopen) Zakdoekjes. Fysiologisch water voor zand in de oogskes en snot in de neus. Een half zakje koeken, en een zakje met rozijnen voor de filemomenten, de lastige ogenblikken en de troost. Als zij ze niet wil, eet ik ze zelf op, natuurlijk. Een strip dafalgans. Die zijn voor mij, maar ze hebben wel degelijk met het moederschap (en de schouder) te maken.

De derde categorie is het bewijs van enige professionele bezigheid. Een whiteboardstift. Stylo’s van mijn school. Een fluostift om afwezigen te markeren op de lijst. Twee USB-sticks ook, met lesmateriaal.

Tot slot ben ik natuurlijk ook een mevrouw. Dat moet wel want ik heb een tubeke handcreme en een tubeke haarproduct bij mij. Aha.

En bij u? Wat zit erin?

Update. Ik was mijn marlboro’s vergeten vermelden. Maar dat komt omdat ik binnenkort ga stoppen. Echt.

eten

Weeral pompoenen.

How. Stop. Neen. Niet weglopen. Het is niet dat het hier een echte kookblog gaat worden, neen, maar ik heb interwebs- en telefoonsgewijs beloofd dat ik mijn fantastische wijsheid aangaande het namaken van restaurant-eten zou delen, dus u krijgt vandaag weer een recept. Om het goed te maken zal ik dan in de komende dagen schrijven over (a) methodescholen, (b) de maximumfactuur (c) de dingen die ik mag weggeven op dit blog (dure dingen! stay tuned!) en niet te vergeten (d) de inhoud van mijn sjakosh. Als ik tijd heb, tussen al dat klagen over hoe druk het is door.

Aniehoew. Restaurant-eten. Kent u Per Bacco in Gent? Lekkerste Siciliaan van de stad, en zijn eten is ook niet slecht. Wij gaan daar van tijd eens graag eten, bij voorkeur in gezelschap van vrienden en prosecco, en we sluiten dan af met een decadent groot dessertenassortiment, waarover ik u zeker nog eens moet vertellen. Dan eens.
Per Bacco slaagt er altijd in dingen klaar te maken waarvan ge denkt: Moh, zo simpel. En zo geniaal, dat ik daar zelf niet opgekomen ben. Culinaire pikkedief dat ik ben, maak ik die dingen dan thuis na. Het geniale gedoe met de brocolli en de worstjes is zo ontstaan, en is sindsdien een succesnummer in menig Gents huishouden. *neemt applaus in ontvangst en buigt*

En wat blijkt nu? Ik moet er niet eens zelf gaan dineren om het eten van Per Bacco na te maken. Een telefoontje van haar volstaat, met de mededeling “man, ik heb daar goeie lasagne gehad vorige week. Met ricotta en champignons en pompoen, zeg”. Zonder langer te dralen dus, hierzo:

Pompoenlasagne. Omdat het er het seizoen voor is.

Neem een pompoen en leg hem in de oven op 150° tot hij een beetje zachter is, en ge hem gemakkelijker kunt schillen en demonteren (danku Lynn! Ge zijt een genie). Leg in dezelfde oven ook een teentje look of 4. Dat moet ook niet gepeld zijn, neen. Haal alles na een dik half uur uit de oven en laat afkoelen.
Warm twee doosjes room op in een pan, samen met een pot ricotta. Roer. Dit is een dunne, lopende saus, maar dat derangeert niet: de room wordt toch opgenomen door de lasagnevellen, en de ricotta wordt dan spontaan weer kruimelig. Goed kruiden is de boodschap, met peper en zout. Wees kwistig.
Snij ondertussen uw pompoen in schijfjes, net als een handvol champignons (fijne schijfjes).
Knijp de zachte inhoud van de lookteentjes in een mixbeker, samen met een soeplepel verse rozemarijn-blaadjes, een geut olijfolie en wat water. Mix. U krijgt een soort dressing met groene spikkels nu (de rozemarijn, weetwel).
Bouw uw lasagne. Laagje ricottaroom, lasagnevellen, ricottaroom, pompoenschijfjes (peper en zout!), besprenkel met de dressing, schijfjes champignon erop en weer ricottaroom, lasagnevel, ricottaroom, enzovoort enzoverder. Tot u boven bent en nog net genoeg ricotta heeft om het bovenste laagje lasagnevellen te bedekken. Sluit af met gratin-kaas en zet 20 minuten in de oven op 220°. Haal uit de oven, bedek met aluminiumfolie en laat tien minuten rusten.

Klaar. En lekker. Leve Per Bacco!

Ja!

De wissel.

Aaah, wat hou ik hier intens van: de eerste dagen dat het echt een nieuw seizoen is. De eerste echte echte herfstdagen, in dit geval. Met de blaadjes die op het terras liggen en waar ik over uitglij, en de regen op de koepel, en de wind en de tv-dekentjes die opeens niet meer raar zijn (ja. stopt erover. als ik tv kijk, dan heb ik een deken nodig. Ook als het dertig graden is).
De eerste dagen lente, de eerste keer dat het echt heet is, de eerste keer dat het vriest: fantastisch. Seizoenen zouden elke maand moeten wisselen.

Van een ander

En dan grappig.

Op 19 december 2005, de dag dat ik achttien jaar werd, ben ik officieel gestopt met school op de Ottogracht. Nog één keer teruggegaan om afscheid te nemen van Henk. Er was maar een leerkracht waar ik persoonlijk aan wou laten weten dat ik weg ging. (pagina 88)

– Xander is gestopt met school. Vanmiddag langs geweest.
– Xander?
– Die gast die tegenwoordig al eens kwam kijken naar optredens.
– Mager, handschoenen zonder vingers, zwarte kleren?
– ja, Xander.
– Allez zeg. Is dat een goed idee, dat stoppen met school?

Daarna vertelde het lief dat hij daar toch niet op zijn plaats zat, die gast. Hij zou comedy gaan proberen, zei hij. En hij had wat materiaal laten lezen. En had zenuwachtig staan wachten in het lokaal.

– Was het wat goed, dat materiaal?
– Goh ja. Er zaten een paar goeie jokes in. Maar het zal ervan afhangen wat hij ermee doet, natuurlijk, op een podium. Ik heb hem gezegd dat hij moest proberen, in den bal enzo.

Die avond keken we naar een DVD van Seinfeld. Een cadeautje.

****

Het evenement vond plaats in een of ander oud overheidsgebouw in Gent. Glazen deuren, kerels met oortjes achter de balie. In het auditorium zaten een vierhondertal scholieren te wachten. Er werden verschillende projecten voorgesteld, prijzen uitgereikt en ik mocht een stukje spelen. (pagina 99)

Ik sms het lief.
– Fuk. Ze hebben blijkbaar het idee gehad Xander te laten spelen hier op de prijsuitreiking. Geen spots, een auditorium, kinders die naar huis willen en nauwelijks versterkt. Geen cadeau, maat.
Ik sms het lief een kwartier later.
– Hij is recht gebleven. Ik heb zitten sterven van de zenuwen.

***


En dan is er een stuk over die jongen met het witte kostuum en zijn adorerend lief. Die vond dat het onrespectvol is om in jeansbroek op te treden. Mijn hoofd doet nog pijn als ik denk aan hoe hard ik met mijn ogen heb gerold. Die keer met het instortende podium, de kouwe plat, de comedy casino’s, de eerste Katse Feesten, en nog honderden verhalen die ik allemaal ken en waar ik dikwijls zelfs bijwas.

In 2005 zat ik, zorgvuldig weggestopt, op de eerste rij toen Xander met comedy begon. Nu lees ik zijn boek, en ondanks het feit dat ik alweer stikjaloers ben dat al die BVs boeken mogen schrijven en ik niet, zit ik de hele tijd met een dikke vette grijns. Fier op hem, natuurlijk. Maar vooral: de herinneringen aan de wonderjaren van de Vlaamse comedy zijn onbetaalbaar. Blij dat iemand ze heeft neergeschreven.

Xander De Rycke – Het leven is kak. En dan wordt het grappig. Vanaf half oktober in uw boekhandel.