Woorden vallen u op het hart en de geest gelijk een emmer koud water.
Ik zou sowieso een weekje niet online zijn, want interwebs en een chalet in Wallonië, dat is een beetje als een tang op een varken, niet? Het voelt onnatuurlijk, in een houten huis om WIFI zitten bleiten.
De pauze begon onverwacht al een klein week vroeger: er was heel slecht nieuws, bij dichte vrienden, en ik kon dagenlang niet meer schrijven door de permanente krop in mijn keel. Ik stuurde nog een paar mails, waarin ik opgewekt was, wegens dat als ik toeliet in mijn hoofd wat er in mijn hart zat, dat ik ongetwijfeld zou exploderen. Vrolijke stukjes op mijn blog, dat was echter een brug te ver. Ongepast, terwijl er zoveel verdriet is. En een ander zijn verdriet op het internet gooien: niet mijn plaats in deze, vind ik. Dus logde ik uit en schreef niet meer. Dus pakte ik een tas vol spullen en ging met mijn dierbaren in de sneeuw van Barvaux ploeteren. Dus hield ik mijn dochter en mijn lief stevig vast en dicht bij mij, omdat het opeens heel scherp was, waar de prioriteiten liggen.
Ik ben terug nu, want dat is het afgrijselijkste aan Groot Verdriet: dat de wereld niet stopt, dat levens verder gaan, de dagen voorbijrazen en ge niet anders kunt dan meedraaien. Ondanks wat ge voelt en denkt en hoe groot die steen in uw maag is. Ik heb veel geschreven, de laatste weken. Het meeste zijn uw zaken niet, dat begrijpt u vast wel. Al de rest leest u hier de volgende dagen.