Year: 2011

Ja!

Counting the blessings.

Het zijn lastige tijden, dat wist u al. Het is hier verbeteren tot een stuk in de nacht, het is hier van ziek kindje en van zelf ook te weinig slapen. Bovendien heb ik een vol hoofd en twijfels en angst om sprongen te nemen. Het is de winter, het zijn de examens, het is De Tijd Van Het Jaar. Tijd om de zegeningen van de laatste 48 uur te tellen. Want er zijn dus wel nog dingen waar ik intens gelukkig van word, vergis u niet.

– Mijn lief die samen met de dochter spaghettisaus maakt, onderwijl uitleg gevend zoals één van die knuffelkoks op de lichtbak, maar dan grappiger. De dochter die naast hem op een trapje staat, met haar hand tot aan haar elleboog in een blikje tomatenpuree, aandachtig luisterend. Ik zit in de living, lees een verslag, en grijns de hele tijd.
– De dochter die een gigantisch bord van voorgenoemde spaghetti binnenspeelt met enthousiasme dat ze de laatste weken eigenlijk voorbehoudt voor koeken en chocolade. Met zoveel smaak, en met haar totjen helegans onder de tomatensaus. Een plezier om naar te kijken, ook al door de wegebbende zorgen over ziek zijn.
– Mijn mailbox die ping doet, en een mail vinden die niet over het werk gaat, en die ik kan lezen tussen twee taken door. Instant elektronische vrolijkheid. Ge weet wat ge moet doen, vrienden.
– Een mail van enkele studenten. You know who you are. You rock.
– Zoveel werken en puzzelen in mijn planning dat ik onverwacht een voormiddag vrij kan nemen. De dochter naar de creche brengen, en naar de stad rijden. Te vroeg zijn voor de winkels, en dan maar koffie drinken en croissants eten, met mijn lief en de gazet. Dan een mooie nieuwe jas vinden, en kleedjes die precies voor mij gemaakt zijn.
– Een ononderbroken nacht. Mensen met kinders die ooit al eens een paar weken op iets zitten broeden hebben, weten wat ik bedoel. Soms is absoluut niks waardevoller dan een ononderbroken nacht. En zijt ge bereid om er uw rechterhand voor te geven. En neem de arm er ook maar bij.
– Het vooruitzicht op een feest, dit weekend.

Ge ziet: het is allemaal zo slecht nog niet. En ik ben bijna ajour met mijn verbeteren ook. Ha!

En al

Projectontwikkelingsland.

Pfiew. Er komt een groot bouwproject in onze achtertuin. Het is waar, want het stond in de gazet. De zondagsgazet die ge gratis bij de bakker krijgt, maar toch: de gazet. Ik heb vandaag gebeld met Iemand Die Het Kan Weten en die had geen bevestiging van hoe het precies zou gebeuren, maar hij wist wel dat het zou gebeuren.

Het was te verwachten dat het vroeg of laat zover ging komen, natuurlijk. Ondanks de slechte naam die onze wijk in de media heeft, het laatste jaar, is het hier ook aangenaam, populair, betaalbaar en bijzonder dicht bij het stadscentrum. Eén van de laatste echt betaalbare buurten binnen de kleine ring, als het ware. En het perceel hierachter is enorm, een grote ruimte tussen een stratenblok. Er zijn een paar bedrijven en de boel is sowieso verouderd. Eén bedrijf ervan is recent gestopt, het andere werd overtuigd om ook te verkopen en hopla: een gigantisch perceel bouwgrond.

Al datgene waarvan sprake gaat over een klein beetje schuin achter ons. Maar pal achter ons ligt ook een fabriek. Meer nog, ons huis hoorde erbij, bij dat bedrijf, vroeger. We hebben er dus wel degelijk een beetje een band mee, met dat gebouw. Het was dan ook met veel stress dat ik vanmiddag heb gebeld naar de eigenaar om te horen of hij ook verkocht had. Want we wisten dat hij zou verkopen, heel binnenkort. Het was alvast een opluchting om te horen dat hij niet meegestapt is in de nieuwbouwdinges, en dat zijn koper graag de fabrieksgebouwen zou behouden en omvormen tot wooneenheid.

Spannende tijden, deze kant van de Brugse Poort. We wonen nu officieel in projectontwikkelingsland. En ik voel de strijdbare kant in mijzelve al bovenkomen, eerlijk gezegd. Kent er hier iemand iets van bouwvergunningen? Tips in de commentaren: steeds welkom!

Neen!

Het gaat nooit meer over, de sneeuw. Nooit meer. (/insert dramatisch gezicht)

Status: 462/978 (Net niet halfweg. morgen groepswerken, dat gaat sneller, die verbetering)

Als ik geen 57 uur weeën had gehad om de dochter ter wereld te zetten, en ze niet zo erg op mij geleek, ik zou denken dat het geen kind van mij was. Sinds onze week in dardennen is de mini namelijk hartstochtelijk enthousiast over sneeuw.
En u zou denken: de sneeuw is toch weg, en dus is het toch allemaal voorbij? But nono, the child, she is not letting go. Elke keer als ik zeg “Mira, ga je mee naar buiten?” dan piept ze vragend “sneeeeuw?”. Ze noemt het badschuim sneeuw, net als de suiker voor in de yoghurt. Sneeuw sneeuw sneeuw sneeuw sneeuw. Ik zeg het: ze heeft het niet van mij en ik hoop dat het niet tot volgende winter duurt, dat zagen.

En dat terwijl ik dus zelf enige matiging in mijn aversie begon te ontwaren, daar in dardennen. Het kwam als een even grote verrassing voor mezelf als voor u, lieve lezers, maar daar op mijn (overdekte) terras, met een tas koffie, een boek en een sigaret, vond ik het zelfs aangenaam om naar te kijken. Alles wordt ook gedempt, en ik heb het gaarne gedempt. En er is inderdaad veel licht, met al dat wit en weerkaatsen in de omgeving.
Door onze stille chaletwijk in de sneeuw stappen, met mijn als marshmellow verklede dochter in de slee achter mij, en mijn lief warm ingeduffeld naast mij: ik werd daar hoegenaamd niet ongelukkig van.

Conclusie: het is niet zozeer de sneeuw die me irriteert, het is al het ongemak dat er mee gepaard gaat als een mens erdoor moet om nuttige dingen te doen. Dus als we kunnen afspreken dat het vanaf nu alleen nog sneeuwt als ik verlof heb, dan kan ik er dus best mee leven. Redelijkheid, inderdaad.

Mijn volgende verlof is in juli, trouwens. Eens kijken of u het dan nog leuk en gezellig vindt als het van wintertype D is.

werk

Het is zover ja.

Januari 2010
Januari 2009
Januari 2008
Januari 2007

Al een geluk dat wij elkaar al een beetje kennen, gij en ik. Ik zaag in januari over examens die ik moet verbeteren, gij weet dat ge hier in januari niet moet komen lezen als ge van examens niets wilt weten.

Enfin, het is alweer een dikke week bezig, dat verbeteren, en aangezien de groepen groter zijn dan ooit, is er meer verbeterwerk dan ooit. Momenteel nog steeds bezig met de taken, de echte examens moeten nog beginnen.

Voor mijn eigen archief, een overzicht.
3e jaar (102/115): 23 keer 4 taken, 13 examens, 10 evaluatie-fiches
2e jaar (156/609): 78 keer 4 taken, 73 keer 2 taken, 151 examens
1e jaar (130/254): 130 taken, 124 examens

In totaal klokken we af op 978 te verbeteren dinges deze maand. 388 gedaan. Het begint erop te lijken, yes.

kinderspam

Bumba. En Tim.

Dus. Het was avond, in dardennen en wij waren aan het tekenen geslagen met de dochter. Of beter: de dochter zette krabbels en stopte potloden te diep in haar mond, wij tekenden en toonden aan de dochter, waarna zij braaf benoemde. Het lief tekende, want hij is niet geheel onbegaafd op artistiek gebied, en de dochter benoemde gezwind: schaap, leeuw, ernie, mauw. Ik tekende en kreeg vooral vreemde blikken en opgetrokken wenkbrauwen en dan een vertwijfeld: \”paardje?\”. Ik ben een beetje pictografisch gehandicapt, vrees ik, maar gelukkig heb ik andere talenten: niemand blijkt beter door 40cm sneeuw te kunnen stappen op hoge hakken dan little old me. Ik schrijf het alvast op voor de eindejaarslijstjes van 2011, bij grootste verwezelijkingen.
Maar goed, op een bepaald moment deed ik een effortke. Ik tekende, met het voorbeeld naast mij, een zowat perfecte Bumba, al zeg ik het zelf. Can’t go wrong, dacht steller dezes: geel frakske, geel mutske, rode neus. Ik was best tevreden van het resultaat en toonde het aan mijn dochter. Mira, wie is dit?


tim

Waarop zij me -opnieuw, echt er moet iets aan dat kind haar manieren gedaan worden – twijfelend aankeek en vroeg: Tim? Om dit onmiddellijk te laten volgen door heftig knikken en wijzen en Tim Tim Tim roepen.
Nu, ik weet niet wie die Tim is die verkleed als bumba in mijn dochter haar leven vertoeft, maar als ik hem tegenkom zal er een hartig woordje over geklapt worden. Omdat het raar is, maar vooral omdat de vader van mijn kind (let vooral op hoe ik hem niet langer mijn lief noem) niet meer bijkwam van het lachen. Een toestand die nog verslechterde toen hij in 1-2-3 potloodtrekken een – niet eens zo bijster geslaagde– clown op zijn papier zette.

bumba

Die de dochter vervolgens zeer zelfzeker benoemde als BUMBAAAA!

Ze spannen samen tegen mij, ziet dat van hier.