Year: 2011

Ja! kinderspam

Hij kwam, hij kwam…

Coolness, de eerste keer dat uw kind het Sinterklaasgebeuren bewust meemaakt. Absolute coolness, echt.

Meer dan een maand geleden waren we al begonnen met de voorbereiding: er was een reclameboekje van een speelgoedwinkel, en de dochter knipte alles eruit wat ze graag wilde krijgen. Kleven op een blad, versieren met glitters en dan opsturen naar de Sint. Ja, ik kan mijn innerlijke kleuterjuf soms met moeite in bedwang houden. U zou mijn kerstkaarten moeten zien.

Een paar weken geleden kwam hij toen aan zee, omdat mijn ouders op reis zijn tijdens zes december. Er werd voor de middagdut een schoen gezet, na de dut was er een poppenwagen en een microfoon in de plaats. We wisten ook dat hij nog bij de andere grootouders komt, en ook daar speelgoed zou brengen. En dan is er het grote dilemma, natuurlijk. Eigenlijk heeft het kind al zo veel, wat moeten we daar eigenlijk nog voor kopen? Maar aan de andere kant: dat Sint niet zou komen, dat zou gelijk wat grof zijn.

En dus bracht de Sint hier thuis maar drie dingen (behalve snoep en chocolade), zorgvuldig gekozen, maar helemaal niet duur. Een voorleesboek, want voorleesboeken zijn uitstekende cadeautjes. Een puzzel met heel veel stukken, want het kind puzzelt vreselijk graag. En een keukentje. Niet een gewoon prefab-keukentje: mijn lief toonde zich een fantastische assistent van Sinterklaas en ging in allerlei winkels op zoek naar iets dat kon doorgaan voor knoppen (keukenwekkers) en kookplaatjes (cirkels uit zwarte kaften geknipt), en gisterenavond na bedtijd werd een stuk van de speelgoedkast omgetoverd tot kitchenette.

Building a kitchen.

Potten en pannen, dat had ze al, maar ik ruimde de kast op en zette alles netjes zoals in een echte keuken.

Keuken van een doe-het-zelf-papa

Groot succes, alhier. Mira is al sinds acht uur kip met pasta aan het maken in haar keuken.

FxCam_1322981471259

internet

Spotify olé.

Hallo, ik ben i.
Samen met mijn lief hou ik de platenindustrie draaiend, al jaren. Wij kopen CDs, namelijk. Veel. En u mag er onze computers op naslaan: wij hebben geen seconde illegaal verworven geluid staan. Evenmin illegale films, en tv-series, trouwens: wij wachten netjes tot we de DVD kunnen kopen. En dan kopen we de DVD.
Zotjes voorbeeldig, toch?

Er zijn veel redenen voor ons gedrag. Luiheid is er één van, en dan vooral de energie die het zou kosten om het allemaal te leren, waar ge dat moet vinden, die illegale downloads. Principes ook, dat het eigenlijk toch wel een beetje diefstal is. Met iemand die leeft van auteursrechten en co in huis, is dat een beetje evident dat ge dat niet doet. Bovendien geef ik daar les over, en ik probeer consequent te zijn in die dingen. Be as you preach.
Een andere reden is het gevoel van een nieuw CDtje, met alles erop en eraan, en hoe blij dat me kan maken: artwork, het doosje, het tastbare, het luisteren naar een plaat zoals ze bedoeld is, met de nummers in de volgorde zoals de maker ze heeft geplaatst. Ja, dat is belangrijk, vind ik. En ja, ik ben ouderwets.

De belangrijkste reden is echter het geluid. Wij hebben een kleine, sobere, mooie en goede muziekinstallatie, en ik hoor echt het verschil tussen een CD en een mp3. Misschien omdat mijn computer niet is uitgerust zoals het moet, maar toch.
Enfin, u kunt dus begrijpen dat ik nu niet meteen hypersnel op het hele spotify-gedoe gesprongen ben. Maar ik heb het geprobeerd en ik moet zeggen: ik zie de voordelen, ik zie de voordelen.

Ten eerste is er het illegale aspect dat wegvalt, en dat is toch wel belangrijk. Ik heb zo’n premium-gedoe, dus ik kan luisteren wat ik wil en hoeveel ik wil. En er is niemand die daar geen schelle salami tussen zijn boterham minder door verdient, zo heb ik begrepen.
De luiheid, dan. Ik heb een paar zeer fijne vrienden met goede muzieksmaak die coole playlists maken waar ik nu naar kan luisteren. Hiep hoera daarvoor, zeg. Ik heb de laatste weken al vreselijk veel goeie muziek ontdekt, en een paar dingen genoteerd waar ik de CD van wil kopen. Want zo ben ik dan ook wel weer: op een papier opschrijven welke blinkende schijfjes ik in de winkel moet gaan halen. Ouderwets, ik kwam het al te zeggen.

Bovendien is het algemene concept van die playlists wel leutig: u kan die zelf aanmaken en dan alles gemakkelijk terugvinden. Straks word ik nog georganiseerd. Ik kan ook eens naar crappy muziek luisteren, als ik dat wil, zonder dat ik daar geld moet aan uitgeven. Idem met flavour of the month-toestanden: ik zou geen volledige slechte CD van The Streets hebben als ik toen al Spotify had gehad, bedacht ik eerder deze week. Tot slot is het hele systeem ook behoorlijk dummy-proof. Klik, luister, hop klaar. Zelfs klijn is er al mee weg, lees ik op de facebooks.

Het enige nadeel is nog steeds dat ik op mijn computer moet luisteren. De klank is niet top, en ik heb bovendien niet graag dat mijn muziek zo dominant aanwezig is als ik aan het werken ben. Dat komt van te dichtbij, vind ik. Ik heb liever een behang op de achtergrond. Misschien moet ik toch eens een oplossing zoeken daarvoor.

Maar voor de rest, niks dan lof: Spotify is de ideale aanvulling voor mijn muziekluistergedrag.

werk

Ge doet het uzelf aan, kind.

Ieder semester wil ik minstens twee volledig nieuwe onderwerpen uitdiepen voor mijn lessen. Ik vind dat ik dat moet doen, aangezien het vakgebied ICT is, en dat toch wel een beetje evolueert, zo van tijd tot tijd. Smartboards, hot potatoes, digitale boeken, stop motion, beeldbewerking. Zo’n beetje vanalles, quoi.
Soms hou ik het overzichtelijk, dan werk ik bijvoorbeeld een didactische toepassing uit met een programma dat ik al ken. Audacity voor kleuters was zoiets, bijvoorbeeld. Want Audacity heeft alles om een kick-ass-onderwijsprogramma te zijn: kinderen vinden geluid opnemen fantastisch, het programma is gratis, het heeft veel opties, maar het is toch simpel om mee te beginnen. En ge hebt nauwelijks materiaal aan te kopen.

Dit jaar was ik ambitieuzer. Na uitgebreide argumentatie en het achteloos laten rondslingeren van heel veel krantenartikels terzake kregen de collega’s en ik het voor elkaar dat er iPads werden aangekocht. Vijf! Want de mogelijkheden voor de basisschool: immens. De toegankelijkheid van die dingen is zo fantastisch dat zelfs hele jonge kinderen er onmiddellijk mee overweg kunnen.
En dus zit ik nu al een paar maand te prutsen en te experimenteren. En apps te installeren, toepassingen te bedenken, dingen weer weg te gooien. Een presentatie maken, beeldmateriaal verzamelen, structureren. Vreselijk veel werk, eigenlijk, maar ik doe het natuurlijk mijn eigen aan.

En morgen geef ik dus mijn les. Vier uur op de iPad, met een groep derdejaars die media uitdiepen. Duimt allemaal maar mee dat ze het tof vinden….

(oh, en dat andere nieuwe? Media, maar dan de muzische/kunstbelevingskant van de zaak. Binnen twee weken. Experts video-art mogen zich altijd melden in de commentaren.)

Neen!

Er is daar geen grijs tussen zwart en wit.

Ik ga hier niet pretenderen dat ik mij altijd strikt aan de verkeersregels hou, dat zou idioot zijn. Ik heb bijvoorbeeld een problematische relatie met het parkeerbeleid overal ten lande, daarvan kunnen veelvuldige “u heeft gekozen voor Tarief 1”-briefjes de stille getuigen zijn. Maar drinken en rijden: no sir.

Als ge met de auto rijdt, dan drinkt ge niet. Punt. Het is heel simpel eigenlijk: al dat gedoe met “een beetje kan geen kwaad” is gewoon grote onzin. Er is geen grijze zone in deze kwestie: er is verantwoordelijk gedrag aan de ene kant, en asociaal egoïsme aan de andere kant.

Is dat een extreme mening? Jazeker. Maar mensen die rijden met een glas te veel op zijn dan ook extreem onverantwoordelijk. Ik kan daar heel kwaad voor worden, die bullshit argumentaties van “ik moet niet ver” (ga dan te voet), of “ik rij langs binnen en dan kom ik niemand tegen” (behalve misschien een eenzame fietser? die u dan toevallig niet ziet?).
Ik vind dat rijden onder invloed één van de meest egocentrische beslissingen is die een mens kan nemen. Uw gemak en plezier is op zo’n moment belangrijker dan de veiligheid van andere mensen. Wees nu eens eerlijk: hoe grof is dat nu niet?

Moeit u keer niet, zegt u? Oh jawel. Want als u in de auto stapt, dan stapt u in een potentieel moordwapen, en u kunt maar beter zo geconcentreerd mogelijk zijn. Want het zijn dus wel degelijk onze kinders, die daar in hun jeugdig enthousiasme plots de straat oversteken. Het zijn wel degelijk onze vrienden en kennissen en collega’s die daar ook op de baan rijden, en die zich van geen gevaar bewust zijn. Het zijn wel degelijk onze studenten, die daar fietsen, aan de kant van de weg. Dus wij mogen daar allemaal een mening over hebben, over uw rijden onder invloed.

Het Belgisch Instituut voor verkeersveiligheid heeft sinds vorige week een nieuwe campagne: Go for zero. Er hoort een facebook-app bij, en ze vroegen mij daarover te schrijven. Met veel plezier, dat is evident.
Het principe is simpel. U logt in op Facebook en u kiest een vriend die wel eens mag gesensibilseerd worden. U geeft nog enkele persoonlijke gegevens in van die bepaalde vriend. Met welk automerk rijdt hij/zij? Met welke kleur van auto rijdt hij/zij? Waar heeft het fatale ongeluk zich afgespeeld? Wat is zijn/haar favoriete uitgaansplek? En vooral, in het kader van welk thema wens je hem/haar te sensibiliseren: alcohol, drugs of snelheid?

De applicatie genereert vervolgens automatisch een levensecht krantenartikel van het fictieve dodelijke auto-ongeluk van uw vriend en stuurt dit artikel door via email naar de betrokkene. En ja, dat is schrikken. En ja, dat is choquerend. Maar is risicogedrag achter het stuur dat ook niet? En wie weet kunt u met uw mailtje vermijden dat er ooit een echt krantenbericht komt met een soortgelijke boodschap.

Ja!

Lunchen is het nieuwe zwart.

Vroeger. Man, wij konden goed uitgaan. Hele nachten aan de toog van oorden van verderf op de vlasmarkt of in de kammerstraat. Weekends waarbij ik nauwelijks daglicht zag: wij draaiden daar ons hand niet voor om. Wij, dat zijn de vrienden en het lief. Wij die de laatste jaren allemaal ouder zijn geworden, een huis verbouwen en vooral: één of meerdere koters hebben rondlopen.
En sindsdien is dat allemaal niet meer zo evident, vooral wegens dat het zo’n gedoe is. Vroeger volstond een sms op vrijdag, in de vooravond, om een weekend vol etentjes, nachtelijk avontuur en dansvloeren te regelen. Nu moet iedereen minstens twee weken van tevoren een babysit kunnen regelen, zorgen dat er niet te veel werk is, enzovoort enzoverder. En dus blijf ik meestal thuis, want ik ben per definitie lui en al dat gedoe: ik word daar moe van.
Apart uitgaan is bij ons nauwelijks een optie: aangezien weekendavonden werken nogal inherent zijn aan mijn meneer zijn job, ben ik thuis bij de dochter.

Maar! De oplossing is simpel doch geniaal. Ik heb een heel drukke en intensieve job, maar ik kan wel een groot deel van het werk zelf regelen. Behalve lesuren en vergaderingen kom en ga ik wanneer ik dat wil. En kan ik dus gerust werken op zaterdagavond, als u massaal naar de vrienden van de radiopresentator zit te kijken.
Dat schept tijd, zo’n job. Overdag. Terwijl de dochter toch al in de creche zit en er geen geregel aan te pas komt. Dus wordt er geluncht, tegenwoordig. Met de vriendin die zonder problemen lange middagpauzes kan nemen. Met de vriendin die zelfstandig is en die dus ook veel zelf kan regelen. Met de vriendin die vier vijfden werkt en altijd op maandag thuis is. Of zoals vanmiddag met mijn lief, die sinds vandaag vakantie heeft, en die ik meetroonde naar De Vitrine, waar ik twee heerlijke uren aan de toog in zijn ogen keek en de lekkerste dingen te eten kreeg.

Ik ben nu nog aan het werken ja, om tien uur ‘s avonds. Maar ik ben wel al uitgeweest, vandaag. Hoera voor lunchen!