Year: 2011

En al

Een janet, dat ben ik.

Morgen ga ik naar Pukkelpop. Vrijdag en zaterdag ook, tenandere, dus dat betekent drie dagen weg. Vier, eigenlijk, als u in rekening brengt dat we zaterdag pas laat terug zullen keren en het dus eigenlijk al zondag zal zijn. Vorig jaar is dat ongelooflijk bevallen, Pukkelpop, dus ik wilde dit jaar per sé weer. Vorig jaar twee dagen, dit jaar het hele zwik, zo verkondigde ik stoer in januari. De dochter zou naar zee gaan, van woensdagavond al, en dan zou ik haar zondag ophalen. Ha. Geen problemen hier met dat loslaten, meneer.

Tot een paar weken geleden. Opeens had ik een steen in mijn maag toen ik bedacht dat ik het schaap vier hele nachten niet onder mijn dak zou hebben. De steen werd groter en ik kon er bijna niet van slapen. Ge kent dat wel, zo in het donker in uw bed en hoe de dingen dan altijd zo erg lijken. En onoverkomelijk.

Ik spuugde de steen uit, knabbelde hem tot gruis en zette mijn trots en stoeremoederschap opzij. En vroeg dus een gunst aan mijn ouders. Mijn mama moest een beetje lachen met mij. En er werd een beetje met ogen gerold ook. Maar ik ben ooit ook een meiske van twee geweest, dus ze verstaan dat wel.

En dus slaapt de dochter deze nacht nog thuis, en komen mijn ouders morgen bij het ochtendgloren hun kleinkind ophalen in Gent. Allemaal omdat ik met een steen zat. En omdat een drienachtensteen beduidend makkelijker verteerbaar is dan eentje van vier.

En al

Dat.

Dat ze mag zeggen wat ze wil. Dat ge uw vakantie niet moet volplannen, met uw kinders. Dat gewoon thuis al genoeg is.
Met die van mij niet, qua karakter. En met mijzelf ook niet, dat van die appel en boomsgewijs. Dus, op de dagen dat ik niet naar zee kan: doe mij maar een handvol vrienden en een strand. Alles is eenvoudiger dan.

Day 153 - bellen blazen @DOK

Mira en haar mama

En al

Ritme: weg. And loving it.

Er wordt hier tegenwoordig precies niet zoveel geschreven, met al dat vakantiehouden. We zijn aan onze laatste eindspurt begonnen en dat betekent een propvolle agenda, en ook van die typische vakantiedagen: alles is anders dan verwacht, het kind zit opeens later in haar bed dan normaal, ik vergeet te weekmenuten en kom dan opeens tot conclusie dat er vandaag geen winkels open zijn. Enzovoort, enzoverder…u kent het ongetwijfeld.
De afgelopen week was, achtereenvolgens: bezoek aan de onthaalmoeder-in-ziekteverlof, twee dagen aan zee (strand, bezoekjes aan de vismijn, nog strand), mossels eten met vrienden, een verjaardagsfeestje, een voetbalmatch, een rommelmarkt, een middag in het pierkespark, een etentje met de lekkerste roggevleugels ooit en vanochtend een verweesd zoeken naar een winkel die open is zodat ik een cadeau voor mijn morgen-jarige-lief kon kopen.

En dus heb ik geen tijd om te schrijven. Dat u het weet.

kinderspam

De tuut.

Mijn kind wil een tuut. Niks speciaals, denkt u, welk kind van twee heeft er nu geen fopspeen? Wel, de mijne dus. Ze heeft het nooit gewild, spuwde elke soort die ik probeerde resoluut uit en had totaal geen interesse. Ze zuigt ook geen duim, tenandere. Niks moest mijn baby hebben.

Het dreef me bij momenten tot wanhoop, want een kind zonder tuut, dat is moeilijk te troosten. En als ze ‘s nachts wakker werd moest ik opstaan om een kluts melk te maken, zo tot 20 maand ofzo. Omdat ze anders niet opnieuw in slaap viel.
En nu is ze twee, en net op het moment dat ik blij begon te worden dat ze geen tuut heeft, en dat ik het dus niet moet afleren binnen afzienbare tijd, wil ze er dus één. En ze heeft dat koppig beslist zoals alleen tweejarigen dat kunnen.

Het is begonnen met het metekindje en het neefje die kwamen spelen, deze vakantie. En die hebben allebei wel een tuut. Zoals dat in peuterlogica werkt: wat een ander heeft, wilt ge ook hebben. Bovendien krijgt de dochter momenteel twee gigantische kiezen en heeft ze daar wel wat last van. Ze heeft gemerkt dat een tuut wel wat helpt, denk ik, met een verloren exemplaar uit haar speelgoedbak.

En nu is het dus dagelijks twee keer drama: bij de middagdut en bij het slapengaan tiert ze de hele keet bij elkaar.
MIRATUUTJEHEBBENMIRATUUTJEHEBBENMIRATUUTJEHEBBEN.

Dilemma hoor. Geef ik haar haar goesting? Of hou ik mijn been stijf en de tuutjes in de kast?

En al

De weigering. Allez een beetje.

Miserie, dat is het. Al mijn mails, van al mijn emailadressen, die komen toe in één mailbox. Dus ook mijn werkmail. En hoewel ik dus nog drie weken verlof heb, zijn er duidelijk al een boel externe partners die aan het werk zijn. Om nog maar te zwijgen van studenten die aan het blokken zijn voor hun tweede zit en dan mailen wat ze nu ook al weer precies moeten kennen. En dus doet mijn mailbox bliep en zie ik dingen die ik eigenlijk nog even niet wil zien. Ik probeer het te negeren, maar de mails staan beschuldigend ongelezen vet te wezen elke keer als ik mijn inbox opendoe. En hoewel ik dus op papier en in principe weiger om in de vakantie te werken, heb ik daarnet toch maar een mailke of vijf beantwoord. Het klonk dringend en al.

Ik denk dat het tijd word om onder ogen te zien: de lange, zonnige, warme zomervakantie is bijna voorbij voor dit jaar. Zucht.