Month: November 2011

werk

Ge doet het uzelf aan, kind.

Ieder semester wil ik minstens twee volledig nieuwe onderwerpen uitdiepen voor mijn lessen. Ik vind dat ik dat moet doen, aangezien het vakgebied ICT is, en dat toch wel een beetje evolueert, zo van tijd tot tijd. Smartboards, hot potatoes, digitale boeken, stop motion, beeldbewerking. Zo’n beetje vanalles, quoi.
Soms hou ik het overzichtelijk, dan werk ik bijvoorbeeld een didactische toepassing uit met een programma dat ik al ken. Audacity voor kleuters was zoiets, bijvoorbeeld. Want Audacity heeft alles om een kick-ass-onderwijsprogramma te zijn: kinderen vinden geluid opnemen fantastisch, het programma is gratis, het heeft veel opties, maar het is toch simpel om mee te beginnen. En ge hebt nauwelijks materiaal aan te kopen.

Dit jaar was ik ambitieuzer. Na uitgebreide argumentatie en het achteloos laten rondslingeren van heel veel krantenartikels terzake kregen de collega’s en ik het voor elkaar dat er iPads werden aangekocht. Vijf! Want de mogelijkheden voor de basisschool: immens. De toegankelijkheid van die dingen is zo fantastisch dat zelfs hele jonge kinderen er onmiddellijk mee overweg kunnen.
En dus zit ik nu al een paar maand te prutsen en te experimenteren. En apps te installeren, toepassingen te bedenken, dingen weer weg te gooien. Een presentatie maken, beeldmateriaal verzamelen, structureren. Vreselijk veel werk, eigenlijk, maar ik doe het natuurlijk mijn eigen aan.

En morgen geef ik dus mijn les. Vier uur op de iPad, met een groep derdejaars die media uitdiepen. Duimt allemaal maar mee dat ze het tof vinden….

(oh, en dat andere nieuwe? Media, maar dan de muzische/kunstbelevingskant van de zaak. Binnen twee weken. Experts video-art mogen zich altijd melden in de commentaren.)

Neen!

Er is daar geen grijs tussen zwart en wit.

Ik ga hier niet pretenderen dat ik mij altijd strikt aan de verkeersregels hou, dat zou idioot zijn. Ik heb bijvoorbeeld een problematische relatie met het parkeerbeleid overal ten lande, daarvan kunnen veelvuldige “u heeft gekozen voor Tarief 1”-briefjes de stille getuigen zijn. Maar drinken en rijden: no sir.

Als ge met de auto rijdt, dan drinkt ge niet. Punt. Het is heel simpel eigenlijk: al dat gedoe met “een beetje kan geen kwaad” is gewoon grote onzin. Er is geen grijze zone in deze kwestie: er is verantwoordelijk gedrag aan de ene kant, en asociaal egoïsme aan de andere kant.

Is dat een extreme mening? Jazeker. Maar mensen die rijden met een glas te veel op zijn dan ook extreem onverantwoordelijk. Ik kan daar heel kwaad voor worden, die bullshit argumentaties van “ik moet niet ver” (ga dan te voet), of “ik rij langs binnen en dan kom ik niemand tegen” (behalve misschien een eenzame fietser? die u dan toevallig niet ziet?).
Ik vind dat rijden onder invloed één van de meest egocentrische beslissingen is die een mens kan nemen. Uw gemak en plezier is op zo’n moment belangrijker dan de veiligheid van andere mensen. Wees nu eens eerlijk: hoe grof is dat nu niet?

Moeit u keer niet, zegt u? Oh jawel. Want als u in de auto stapt, dan stapt u in een potentieel moordwapen, en u kunt maar beter zo geconcentreerd mogelijk zijn. Want het zijn dus wel degelijk onze kinders, die daar in hun jeugdig enthousiasme plots de straat oversteken. Het zijn wel degelijk onze vrienden en kennissen en collega’s die daar ook op de baan rijden, en die zich van geen gevaar bewust zijn. Het zijn wel degelijk onze studenten, die daar fietsen, aan de kant van de weg. Dus wij mogen daar allemaal een mening over hebben, over uw rijden onder invloed.

Het Belgisch Instituut voor verkeersveiligheid heeft sinds vorige week een nieuwe campagne: Go for zero. Er hoort een facebook-app bij, en ze vroegen mij daarover te schrijven. Met veel plezier, dat is evident.
Het principe is simpel. U logt in op Facebook en u kiest een vriend die wel eens mag gesensibilseerd worden. U geeft nog enkele persoonlijke gegevens in van die bepaalde vriend. Met welk automerk rijdt hij/zij? Met welke kleur van auto rijdt hij/zij? Waar heeft het fatale ongeluk zich afgespeeld? Wat is zijn/haar favoriete uitgaansplek? En vooral, in het kader van welk thema wens je hem/haar te sensibiliseren: alcohol, drugs of snelheid?

De applicatie genereert vervolgens automatisch een levensecht krantenartikel van het fictieve dodelijke auto-ongeluk van uw vriend en stuurt dit artikel door via email naar de betrokkene. En ja, dat is schrikken. En ja, dat is choquerend. Maar is risicogedrag achter het stuur dat ook niet? En wie weet kunt u met uw mailtje vermijden dat er ooit een echt krantenbericht komt met een soortgelijke boodschap.

Ja!

Lunchen is het nieuwe zwart.

Vroeger. Man, wij konden goed uitgaan. Hele nachten aan de toog van oorden van verderf op de vlasmarkt of in de kammerstraat. Weekends waarbij ik nauwelijks daglicht zag: wij draaiden daar ons hand niet voor om. Wij, dat zijn de vrienden en het lief. Wij die de laatste jaren allemaal ouder zijn geworden, een huis verbouwen en vooral: één of meerdere koters hebben rondlopen.
En sindsdien is dat allemaal niet meer zo evident, vooral wegens dat het zo’n gedoe is. Vroeger volstond een sms op vrijdag, in de vooravond, om een weekend vol etentjes, nachtelijk avontuur en dansvloeren te regelen. Nu moet iedereen minstens twee weken van tevoren een babysit kunnen regelen, zorgen dat er niet te veel werk is, enzovoort enzoverder. En dus blijf ik meestal thuis, want ik ben per definitie lui en al dat gedoe: ik word daar moe van.
Apart uitgaan is bij ons nauwelijks een optie: aangezien weekendavonden werken nogal inherent zijn aan mijn meneer zijn job, ben ik thuis bij de dochter.

Maar! De oplossing is simpel doch geniaal. Ik heb een heel drukke en intensieve job, maar ik kan wel een groot deel van het werk zelf regelen. Behalve lesuren en vergaderingen kom en ga ik wanneer ik dat wil. En kan ik dus gerust werken op zaterdagavond, als u massaal naar de vrienden van de radiopresentator zit te kijken.
Dat schept tijd, zo’n job. Overdag. Terwijl de dochter toch al in de creche zit en er geen geregel aan te pas komt. Dus wordt er geluncht, tegenwoordig. Met de vriendin die zonder problemen lange middagpauzes kan nemen. Met de vriendin die zelfstandig is en die dus ook veel zelf kan regelen. Met de vriendin die vier vijfden werkt en altijd op maandag thuis is. Of zoals vanmiddag met mijn lief, die sinds vandaag vakantie heeft, en die ik meetroonde naar De Vitrine, waar ik twee heerlijke uren aan de toog in zijn ogen keek en de lekkerste dingen te eten kreeg.

Ik ben nu nog aan het werken ja, om tien uur ‘s avonds. Maar ik ben wel al uitgeweest, vandaag. Hoera voor lunchen!

kinderspam

Het ligt aan de man, niet aan de bel.

Mijn dochter heeft schrik van de belleman. Niet onlogisch, zo vinden wij, want zo’n onbekende man die plots brult en luidruchtig begint te klepelen terwijl ge rustig met uw ouders over de kouter huppelt, ge zoudt van minder verschieten. De eerste keer was ze gewoon heel hard geschrokken, hij dook plots achter haar op, en we hebben achteraf nogal wat kalmeringswerk gehad. De rest van de dag heeft ze overal ongerust gevraagd of de belleman er niet was, en ‘s avonds praatte ze er nog steeds over. Sinds die dag, nu bijna zes maand geleden, van zodra er melding wordt gemaakt van de zondagse bloemenmarkt, vraagt ze “de belleman is niet daar, hé?”. We zeggen dan van niet, en overtuigen haar. En als ze de snoodaard dan toch opmerkt (hij is werkelijk OVERAL in gent), dan begint ze weer te huilen. Het schaap.

Wij dachten dat de bel er veel mee te maken had, eigenlijk. Wegens kenmerkend en luidruchtig element van het geheel. Niets bleek minder waar, want deze middag nam de dochter (voorzichtig, ja, maar toch helemaal niet bang) koekjes aan van een West-Vlaamse zwartepiet. En kijk eens wat die had. Juist ja. Kanjer van een luide bel. De bel heeft er dus niks mee te maken. Blijft over: het uniform of dat ambetante geroep. Wat denkt ge?

IMG_2930 (Medium)

eten

Soep, zegt ge?

Ik maak veel soep, zomer en winter en alle tussenseizoenen. Soep is namelijk zowat het meest ontspannende koken ooit: niks geen gedoe moet timing, en geen onverwachte wendingen. Als soep een kwartier langer blijft opstaan dan gepland omdat u aan de telefoon hangt, of –en ik geef een fictief voorbeeld– te druk WordFeud aan het spelen bent, dan is de soep nog altijd even goed. Soep kan ingevroren worden en dan ontdooid worden als u warmte nodig hebt, of uw peuter haar boterhammen tegen de grond kegelt en u er toch nog iets voedzaams wilt ingieten. Opnieuw: fictief voorbeeld.

Om maar te zeggen: ik heb wel wat soeprecepten in mijn mouw zitten, jaak. Zoals deze van vanmiddag. Ik heb ze in mini-hoeveelheid gemaakt, wegens dat ik gewoon soep wilde voor die middag en geen overschot, en dat ik niet zoveel mascarpone meer overhad van een ander recept dat ik had gemaakt (dit. probeer het, er is geen woord van overdreven). Maar u verdubbelt maar naar believen.

U heeft een ajuin nodig (ik heb rode gebruikt, omdat die toevallig nog op het aanrecht lag van iets anders, maar het mag ook gewone zijn), die u in stukjes snijdt. Gelieve niet te overdrijven: soep is geen wedstrijd voor de properste stukjes groenten, dus gewoon even op los hakken zal volstaan.
Idem met een paprika naar keuze. Ik heb graag die zoete soort, maar opnieuw: neem vooral wat u vindt of in huis hebt. Verder: ongeveer een kwart bloemkool, in kleine stukjes. En een blokje kippenbouillon.
De groenten stooft u even aan in boter, u voegt wat peper toe, u zet de groenten onder water en gooit het blokje erbij. En dan wacht u een half uur. Of een uur, maakt niet uit. Zorg wel dat uw vuur aanstaat, anders gaat ge lang moeten wachten.

Mixen. Mixen is heel belangrijk bij soep: altijd veel langer mixen dan ge van plan waart, dat maakt uw soep echt lekkerder. Vervolgens een dikke soeplepel mascarpone erdoor en nog eens mixen. Klaar zie!

Hier was ze op voor ik een foto kon nemen. Ofwel ben ik het bijvoorbeeld vergeten.