Op 19 december 2005, de dag dat ik achttien jaar werd, ben ik officieel gestopt met school op de Ottogracht. Nog één keer teruggegaan om afscheid te nemen van Henk. Er was maar een leerkracht waar ik persoonlijk aan wou laten weten dat ik weg ging. (pagina 88)
– Xander is gestopt met school. Vanmiddag langs geweest.
– Xander?
– Die gast die tegenwoordig al eens kwam kijken naar optredens.
– Mager, handschoenen zonder vingers, zwarte kleren?
– ja, Xander.
– Allez zeg. Is dat een goed idee, dat stoppen met school?
Daarna vertelde het lief dat hij daar toch niet op zijn plaats zat, die gast. Hij zou comedy gaan proberen, zei hij. En hij had wat materiaal laten lezen. En had zenuwachtig staan wachten in het lokaal.
– Was het wat goed, dat materiaal?
– Goh ja. Er zaten een paar goeie jokes in. Maar het zal ervan afhangen wat hij ermee doet, natuurlijk, op een podium. Ik heb hem gezegd dat hij moest proberen, in den bal enzo.
Die avond keken we naar een DVD van Seinfeld. Een cadeautje.
Het evenement vond plaats in een of ander oud overheidsgebouw in Gent. Glazen deuren, kerels met oortjes achter de balie. In het auditorium zaten een vierhondertal scholieren te wachten. Er werden verschillende projecten voorgesteld, prijzen uitgereikt en ik mocht een stukje spelen. (pagina 99)
Ik sms het lief.
– Fuk. Ze hebben blijkbaar het idee gehad Xander te laten spelen hier op de prijsuitreiking. Geen spots, een auditorium, kinders die naar huis willen en nauwelijks versterkt. Geen cadeau, maat.
Ik sms het lief een kwartier later.
– Hij is recht gebleven. Ik heb zitten sterven van de zenuwen.
En dan is er een stuk over die jongen met het witte kostuum en zijn adorerend lief. Die vond dat het onrespectvol is om in jeansbroek op te treden. Mijn hoofd doet nog pijn als ik denk aan hoe hard ik met mijn ogen heb gerold. Die keer met het instortende podium, de kouwe plat, de comedy casino’s, de eerste Katse Feesten, en nog honderden verhalen die ik allemaal ken en waar ik dikwijls zelfs bijwas.
In 2005 zat ik, zorgvuldig weggestopt, op de eerste rij toen Xander met comedy begon. Nu lees ik zijn boek, en ondanks het feit dat ik alweer stikjaloers ben dat al die BVs boeken mogen schrijven en ik niet, zit ik de hele tijd met een dikke vette grijns. Fier op hem, natuurlijk. Maar vooral: de herinneringen aan de wonderjaren van de Vlaamse comedy zijn onbetaalbaar. Blij dat iemand ze heeft neergeschreven.
Xander De Rycke – Het leven is kak. En dan wordt het grappig. Vanaf half oktober in uw boekhandel.