Oeh, flikken, dacht ik. In Gent is dat niet eens denigrerend als ge dat denkt, want de politie dat zijn gewoon de flikken, dat weet iedereen sinds die serie waar iedereen Antwerps sprak en niemand Dampuurte correct kon uitspreken. Maar oeh, flikken, dus. En vervolgens: oei, hysterisch huilend meiske op een stoel. En daarna: verward uitziende mevrouw, druk bellende tankstationbaas, bleek weggetrokken V. achter de toonbank.
Bleek dat mijn tankstation, waar ik snelsnel een pakket kwam afhalen van de Kialavrienden, even voorheen overvallen was, zeg. Geen buit, zei V. (die er bijna altijd staat op weekdagen, en bij wie ik mijn pas niet meer moet tonen om mijn pakket te krijgen, en die mijn dochter spekken geeft). Maar het huilende meiske, dat was de nieuwe medewerkster. Eerste dag alleen in het tankstation vandaag, beetje over haar toeren.
Er kwam een tweede politiewagen aangereden, en de baas vroeg via de telefoon bewakingsbeelden op. Veel courage, fluisterde ik. En terwijl ik naar de auto waar lief en kind wachtten terugliep, dankte ik mijn engelbewaarder voor het treuzelen met het fruit, die middag.