En al

Ja dus.

Lees eerst dit.

Dat is drie jaar geleden, ondertussen, en het is nog steeds niet veranderd. Of wel. Hij is nu ook de vader van zij-die-mijn-wereld-maakt en hij is daar verdomd sterk in. Hij is nu ook de arm die me vastgrijpt en ondersteunt als ik struikel over mezelf of het leven. Hij is de rust in mijn hoofd na een dag mezelf voorbijhollen. Hij is de hele avond giechelen en praten en plannen maken en dan samen grijnzend zien dat het eigenlijk al veel te laat is, met ons ochtendkind in het achterhoofd. Hij danst met mij, en met de dochter, en hij doet ons allebei lachen tot we buikpijn hebben.

Het is hier nog altijd dik koekenbak, na bijna zeven jaar. Daarmee dus, dat ik zelfs niet moest nadenken. Daarmee dus, dat ik “het zal wel zijn, zeg, ja” zei, toen hij het vroeg.