Ja!

Waar ik moet zijn.

Sardien zegt op facebook dat ze gaarne eens binnenspringt, deze middag, vijf minuten later is beslist dat we met kroost afzakken naar een buurtfeest. Niet mijn buurt, wel in de buurt. Ik fiets met de dochter, zij komt achter met loopfiets-elmo. Op het feest eten we alvast een ijsje, de kleine en ik, en kijken naar ‘t Schoon Vertier. Ik knik en zwaai naar wat bekenden. Ik kom R. tegen, die met zijn klein grut al op weg is naar de EHBO. Als de loopfiets-posse er is, drinken we een pintje (de grote mensen) en een waterke (de mini’s) bij neef J. en zijn lief die achter de toog staan. We lopen ook nog tegen neef S. en zijn lief aan, aan het springkasteel. Ik eindig de namiddag met vriend P. en zijn mama op een bankje, terwijl onze kroost met blokken speelt en het lief ook aan komt gefietst. Als de dochter wat huilerig wordt, fietsen we naar huis.

Morgen, volgende week, volgende maand en de hele zomer is er weer wel ergens een feest, in Gent. En als we daarheen gaan, dan komen we vast andere mensen tegen dan die van vanmiddag. Maar het gevoel zal hetzelfde zijn: dat ik ben waar ik moet zijn, hier in mijn stad.

Met geen stokken krijgen ze mij hier nog weg.