Month: May 2011

kinderspam

Zomaar, out of the blue.

En toen transformeerde mijn kleine op een halve dag tijd van een overmoedige en stoere peuter naar een bang paniekerig muisje. Niet altijd, neen. Alleen als er vliegen in de buurt zijn.
Pauzeer misschien even, zodat het efkes kan inwerken.

Jawel, u heeft dat geheel correct gelezen: mijn dochter is sinds twee dagen bang van vliegen, en bij uitbreiding alles wat ze met vliegen verwart: bijen, spinnen, fruitvliegjes, rondvliegende pluisjes.
Het kwam plots, opeens. Ik weet niet hoe het komt, want wij zijn daar niet bang van, en alhoewel ik niet zo zot ben van wespen is het ondertussen al twee weken geleden dat ik één keer paniekerig heb gereageerd toen ze vrolijk een wesp probeerde te strelen. Ze had daar geen gevolgen van de weken daarna, maar nu opeens is ze dus helemaal over haar toeren als er nog maar een vlieg in dezelfde kamer als haar zit.
En met de zomer in het land, en de ramen die hier altijd openstaan, betekent dat: een haast constante jammering. De eerste dag (eergisteren) was het ergst: huilen, tieren, blinde paniek, met tranen en al. Ik was zo verrast dat ik in eerste instantie natuurlijk volledig verkeerd reageerde: een beetje lacherig zeggen dat het niet zo erg is, en dat ze niks misdoen. Eerste reflex, ondanks al de ontwikkelingspsychologie die latent in mijn brein aanwezig is.

Sinds gisteren ben ik de pedagogisch verantwoorde toer opgegaan: we hebben nu een toverspreuk en een liedje, waardoor de vliegen niet bij haar komen, maar mooi op afstand blijven. En ik erken nu haar angst, natuurlijk. Dat ik weet dat vliegen niet leuk zijn, maar dat we gaan zorgen dat ze niet bij haar komen (/insert toverspreuk hier). Als u nog meer manieren heeft, laat het vooral weten, want het blijft vermoeiend: honderd keer per dag hetzelfde mantra herhalen.

Het is haar eerste irrationele peuterangst, zeg. En ik wist dat wel, dat het ging komen, maar ik was gelijk weer geschrokken van de timing. Absurd, hoe hard het gaat, dat groot worden.

Ja!

i. doet een giveaway.

Zo. Dat was even schrikken, nietwaar? U dacht voorzekers: die i. heeft iets zelfgemaakt en nu gaat ze dat weggeven. It is the end of the world as we know it.
Maar ik kan u geruststellen: mijn liefde voor handgemaakt beperkt zich nog steeds uitsluitend tot met zorg en liefde door andere mensen handgemaakt. Door de Deense vrienden van Ramsign, bijvoorbeeld. Dit kleine bedrijf is gespecialiseerd is in klassieke emaille borden (naamborden voor aan de voordeur, nummer- en straatnaamborden, andere emaille borden welke aard dan ook): origineel, handgemaakt en met een 30-jaar garantie.

Metropolitan 11 x 14 cm

En u kunt er eentje winnen, een nummerbord om precies te zijn, dat u zelf kiest! Prijskamp, jawel!

Op twee manieren (allebei mag ook, dan maakt u twee keer kans)
1. Bekijk de voorbeelden, en kies uw favoriet en vertel er mij in de commentaren welke dat is.
2. Deel de link naar dit bericht op facebook, twitter, uw eigen blog of uw favoriete webberig gebeuren naar keuze en laat me ook dit weten (linkje in de commentaren).

En dan: sit down, relax en wacht af. Misschien dat mijn persoonlijke onschuldige peuterdochter uw naam kiest!

Deelnemen kan tot dit weekend, u krijgt vervolgens hopelijk een heuglijke tijding van mijnentwege.

(PS: u wilt ook iets weggeven op kerygma? Contacteer mij vooral, jawel.)

kinderspam projecten

Newsletter – jaar 1, maand 9.

Lieve Mira

soms word ik ‘s morgens vroeg gewekt door gekrijs. Je strekt je armen uit als ik bij je bed kom, en doet er dan ongeveer 10 minuten over om te beslissen of je knuffels al dan niet meemoeten naar beneden. Na een halve fles melk hou je de fles omgekeerd omdat dat zo’n leuke vlekken maakt op de zetel. Je weigert je boterham, nadat je me eerst drie keer ander beleg hebt laten halen (neen! muizenstrontjes! neen! confituur! neen! choco!). Je gooit de boterham tegen de grond en jengelt dat je een paaseitje wilt.
Als ik je wil aankleden, wring en draai je, zodat je benen en billen onder de inhoud van je ochtendpamper zitten. Als ik je vervolgens wil wassen, dan heb jij ondertussen een tube zonecreme opengewrikt en de inhoud in je haar gewreven. De rest van de dag ben ik vervolgens bezig met damage control: uitmaken of je echt gevallen bent, of gewoon aandacht wilt. Proberen je te overtuigen toch iets te eten. Ik zucht als ik je na drie kwartier nog hoor brabbelen op de babyfoon terwijl je eigenlijk een middagdut hoort te doen. Ik zucht nog dieper als je een klein uur daarna al weer wakker bent en dat gillend duidelijk maakt. Als ik je uiteindelijk, om half negen, in je bed stop en naar beneden ga, dan ben ik doodmoe. Uitgeput, en bezweer ik de goden waar ik niet in geloof de dag van morgen draaglijker te maken.

Lieve Mira. Soms word ik ‘s ochtends gewekt door een vrolijk “mama! mamaaaatje! mira wakker!” en krijg als ik je kamer binnenkom een stralende glimlach en een spontane zoen. Vijf minuten nadat je de fles melk kreeg, zet je ze neer op de tafel met de mededeling “allemaal op!”. Daarna teken je, speel je, blaas je bellen. Je helpt boterhammen smeren, en eet ze zonder protest op. We doen boodschappen, jij blijft lief in de kar zitten en zwaait naar de mensen. ‘s Middags eet je zelf, en knoei je maar een klein beetje, daarna vraag je zelf: “beetje slapen”. Na een middagdut van een paar uur eten we samen fruit, gaan wandelen, spelen en gaan in bad. Als ik je tegen half negen in je bed stop, hoor ik je nog een kwartier zingen en “slaapwel” roepen door de babyfoon, en dan is alles rustig. En ik heb het gevoel dat ik het allemaal best wel goed doe.

De dagen wisselen nogal, inderdaad. De meeste dagen zijn een combinatie van de twee types, en de ene keer helt de balans meer door naar het ene, de andere keer naar het andere. Het leven met een peuter is een leven van uitersten, zover ben ik al nu. Meestal straal je met je hele lichaam en ben je de vrolijkheid zelve. Ik geniet volop van jou, en vind je zo fantastisch dat ik het haast niet onder woorden kan brengen. Maar je kan ontstellend ongelukkig en humeurig zijn, bij momenten zelfs zo deugnietachtig dat andere mensen het stout zouden noemen. Ik ben niet aan stout, dus ik gebruik dat woord niet. Maar tijdens die buien zou ik je aan een haakje aan de muur kunnen hangen, met een plakker op je mond.

Ik doe dat niet, natuurlijk, want dat mag niet en eigenlijk verdien je het ook niet, maar meiske: je kan soms bijzonder vermoeiend zijn. Ik probeer mezelf dan voor te houden dat het voor jou ook allemaal zo gemakkelijk niet is, met al dat groeien en ontwikkelen. En dat het wel weer overgaat. Het gaat ook altijd weer over, gelukkig, en dan krijg ik weer mijn contente, ondernemende, zelfstandige en lieve dochter terug.

Wat me deze maand het meest verwonderd heeft is jouw geheugen. Waarschijnlijk is het er altijd al geweest, maar ik heb het nooit zo erg opgemerkt als de laatste weken. We waren laatst aan het wandelen in de bourgoyen en jij wilde opeens sneeuw maken. Ik vond dat absurd, dat je dat nog wist, want het wegblazen van pluizen (en dus sneeuw maken) daar in de bourgoyen, dat was toch al een maand of twee geleden. Maandag ook: op de badkamer vond je een rammelaar. En je gaf hem aan mij met de woorden “sientje meegebracht naar boven”. Een week voordien het Lien Sien een verse pamper aangedaan bij ons, en toen had ze inderdaad die rammelaar mee genomen. Ik was het al vergeten, jij blijkbaar niet.

Als we iets één keer vertellen of tonen, dan onthou je dat. Dat bomen door hun wortels in de grond drinken en je dus daar moet gieten bijvoorbeeld. Of dat we morgen op de glijbaan gaan, dat weet je de volgende dag bij het opstaan nog steeds. Het is fascinerend gegeven, net als jij dat natuurlijk volledig bent. En ik ben razend benieuwd naar hoe dat allemaal zal evolueren, de komende maanden.

zoen

je mama

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5Maand 6Maand 7Maand 8Maand 9Maand 10Maand 11Jaar 1Jaar 1, maand 1Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3Jaar 1, maand 4Jaar 1, maand 5 Jaar 1, maand 6Jaar 1, maand 7Jaar 1, maand 8

Ja!

Andesverlangen.

Een keer of drie per jaar word ik met een schok terug gegooid in een ver verleden. Ooit, toen het lief en ik pas samen waren, sjorden we met een rugzak en een handvol vrienden door de Andes. Het was een reis geboekt met veel risico, zoals dat wel meer ging bij mij in die tijd: we waren pas drie weken een koppel toen we ons spaargeld opmaakten aan een vliegtuigticket voor bijna acht maand later. Er werden alom wenkbrauwen gefronst over de risico’s, maar wij waren daar precies gerust in.

Acht maand later was er nog steeds geluk, een geluk. En met een huurcontract om bij terugkomst onwettig samen te hokken getekend, vlogen we naar Lima. Van daaruit ging het naar namen die nog steeds zoet op mijn lippen smaken. Arequipa. Cuzco. Pisco. Ica. Het was een reis van onweerstaanbare lichtheid en schoonheid, broodjes met banaan op een klif om vijf uur ‘s ochtends, fleece die knetterde van de statische elektriciteit, tochten met ezels en hoogteziekte, haardvuren, een gehuurde oude Amerikaanse slee, pelikanen, schorpioenen en zandduinen, veel gelach en zoveel natuurkracht dat ik nog steeds tranen in mijn ogen krijg als ik eraan denk.

Eén van die tochten deden we met een plaatselijke organisatie: de tocht was de thesis geweest van de gids, want om in de grote bergen rond te lopen moet ge universiteit doen, daar. Zoveel jaar later krijg ik nog steeds een paar keer per jaar de nieuwsbrief van die gasten.

Ik schrijf mij niet uit,neen. Ik hou er wel van af en toe eens met een schok naar het verleden te slingeren. En te dromen van de dag dat mijn dochter oud genoeg is om mee te nemen, rugzaksgewijs.