En toen transformeerde mijn kleine op een halve dag tijd van een overmoedige en stoere peuter naar een bang paniekerig muisje. Niet altijd, neen. Alleen als er vliegen in de buurt zijn.
Pauzeer misschien even, zodat het efkes kan inwerken.
Jawel, u heeft dat geheel correct gelezen: mijn dochter is sinds twee dagen bang van vliegen, en bij uitbreiding alles wat ze met vliegen verwart: bijen, spinnen, fruitvliegjes, rondvliegende pluisjes.
Het kwam plots, opeens. Ik weet niet hoe het komt, want wij zijn daar niet bang van, en alhoewel ik niet zo zot ben van wespen is het ondertussen al twee weken geleden dat ik één keer paniekerig heb gereageerd toen ze vrolijk een wesp probeerde te strelen. Ze had daar geen gevolgen van de weken daarna, maar nu opeens is ze dus helemaal over haar toeren als er nog maar een vlieg in dezelfde kamer als haar zit.
En met de zomer in het land, en de ramen die hier altijd openstaan, betekent dat: een haast constante jammering. De eerste dag (eergisteren) was het ergst: huilen, tieren, blinde paniek, met tranen en al. Ik was zo verrast dat ik in eerste instantie natuurlijk volledig verkeerd reageerde: een beetje lacherig zeggen dat het niet zo erg is, en dat ze niks misdoen. Eerste reflex, ondanks al de ontwikkelingspsychologie die latent in mijn brein aanwezig is.
Sinds gisteren ben ik de pedagogisch verantwoorde toer opgegaan: we hebben nu een toverspreuk en een liedje, waardoor de vliegen niet bij haar komen, maar mooi op afstand blijven. En ik erken nu haar angst, natuurlijk. Dat ik weet dat vliegen niet leuk zijn, maar dat we gaan zorgen dat ze niet bij haar komen (/insert toverspreuk hier). Als u nog meer manieren heeft, laat het vooral weten, want het blijft vermoeiend: honderd keer per dag hetzelfde mantra herhalen.
Het is haar eerste irrationele peuterangst, zeg. En ik wist dat wel, dat het ging komen, maar ik was gelijk weer geschrokken van de timing. Absurd, hoe hard het gaat, dat groot worden.