Eén van de coolste dingen aan lesgeven is het later dat ge kunt zien doorschemeren. Wat voor leerkracht, maar vooral wat soort mens ze later gaan worden. Soms voegen studenten me na hun afstuderen toe op facebook, en dan kan ik het ook echt een beetje volgen, dat later. Het verwondert me elke keer hoe juist de richting die ik vermoedde vaak blijkt te zijn. En hoe ze mijn verwachtingen zo vaak overtreffen.
Ik moest daar vandaag aan denken, toen ik nog eens las op de blog van een paar zotte madammen die afstuderen in juni, en nu in suriname zitten. En ik vroeg me af hoe ze mijn verwachtingen gaan overtreffen, die drie.
En zo zat ik opeens met een veiligheidsspeld te prutsen, terwijl de dochter appel appel peeeeeeeer zong en ondertussen op en neer hopte gelijk een kangoeroe. Uiteindelijk kreeg ik geregeld wat ik moest regelen en kon het kind haar rok aan, na al die maanden. En kan ik u vertellen over kabouters en fruit.
Het zit zo: ik ben geen ijverig wijf. U wist dat ongetwijfeld al. U wist ongetwijfeld ook al dat ik bij momenten schaamteloos dingen afvraag bij ijverige wijven die wel overlopen van creativiteit. Sommigen trappen daar in, maar soms moet ik zelf niets vragen of insinueren: Marie en Oontje, die kwamen allebei spontaan met een rokske voor het kleine spook af, opeens. Zonder dat ik daar dus om vroeg of iets voor moest doen. Except being my gorgeous, dazzling, multi-talented self, ofcourse.
Anyways. Maanden geleden kreeg Mira van Marie een kabouterrok. En een tijdje daarna van Oontje een fruitrok. En ik nam mij voor om er over te bloggen, met foto’s en alles. Ik trok haar de kabouterrok aan, op een dag, nam een foto of tig en dat was geregeld. Het weekend nadien deed ik de fruitrok aan, spande het rekkertje aan rond haar ranke taille en trok het rekkertje lompweg uit de tailleband van de rok. Waardoor de rok veel te groot was. Als een onhandige oerangoetan heb ik het rokje een paar keer in mijn hand gehad, een beetje gefriemeld, dan gezucht en vervolgens op het rek gelegd. Voor dan eens te maken als het eens paste, morgen ofzo.
Sindsdien zeurt de dochter haast wekelijks over de fruitrok. Menig peuterdrama heeft zich alreeds voltrokken omtrent de fruitrok, maar altijd op momenten dat we net naar onze respectievelijke fabrieken moeten vertrekken. En als ik ‘s avonds moe en afgepeigerd terugkom van het jonge hoofden vol informatie proppen, dan ben ik de rok al lang vergeten. Ziet dat van hier. Tot een paar dagen later het zeuren en drama zijn zich weer herhaalt, natuurlijk.
Lang verhaal kort, vanmorgen griste de dochter de fruitrok uit het rek, en in een vlaag van handige bevlogenheid dacht ik: VEILIGHEIDSSPELD! Tien minuten later zat de rekker op zijn plaats en de dochter in het rokske. En daarom kan ik dus eindelijk over de kabouters en het fruit vertellen. Pfiew.
Een lang verhaal om te zeggen: merci é, dames. Much appreciated, en ik heb over allebei al veel complimenten gehad…
Deze avond haalde ik de dochter van de babyfabriek (ik mag het zeggen, want niet _alle_ kinderverzorgsters vinden het een belediging) en bij het binnenkomen zei Saskia: “Mira, vertel eens wat er gebeurd is?”
Waarop mijn dochter op mijn schoot kroop, haar hand omhoog hield, wees naar haar pols en sprak:
Wieze pijn gedaan. Mag da, bijten, mag da? Neeeeeeen! Stout Wieze, stout. Mag nie! (insert nono-finger here)
Blijkt dus dat Louise en Mira een klein dispuut hebben gehad over een pop. De ene pop uit de twintig beschikbare poppen die er zijn, en die ze net alletwee wilden. Enfin, één en ander is uit de hand gelopen en toen heeft Louise de dochter gebeten. Hard. Think: ijszak en ontsmettingszalf nodig.
Het leed is geleden, Louise werd passend bestraft, en ik weet zeker dat het evengoed omgekeerd had kunnen zijn, want de dochter is niet echt een doetje (hoewel ze het bijten wel degelijk heeft afgeleerd, geloof ik). Het is ook ondertussen niet meer dan een rode randje, de beet. Maar Mira is dus zwaar onder de indruk. Ze heeft het verhaal al zeker dertig keer tegen mij verteld, en ze stond erop haar vader én de grootouders te bellen om te vertellen. Voor het slapengaan moest er vier keer zalf op haar pols, en daarnet op de babyfoon hoorde ik haar mompelen: “magda bijten? neeeeen! Stout stout!”
Ohere het schaap.
Lieve Mira
gisteren vroeg één van onze vrienden me: hoe oud is Mira nu? Ik begon te tellen en realiseerde me dat ik prompt je 20 maanden vergeten was, gisteren. Ik heb excuses, echter: het gaat cliché-matig snel, tegenwoordig. De dagen vliegen voorbij en zijn bijna allemaal even heerlijk. Je hebt peuterkuren, ja, en het eten wil niet echt lukken, maar voor de rest: je bent een heerlijk kind.
Nieuw deze maand is het vol openbloeien van de creatieve kant in jezelf. Je was al heel geïnteresseerd in muziek, maar zingt nu echt een heel repertoire zelfstandig en mixt ook verschillende liedjes door elkaar. Wij horen hier regelmatig over het poesje mauw kom eens gauw met witte voe-oeten hihihi hahaha stond erbij en ik keek ernaar. Dat is bijzonder grappig.
Verder teken je ongelooflijk graag, en is play dooh zowat je favoriete speelgoed. Je hebt een uitstekende compagnon in je vader gevonden, daarin, want hij is wel degelijk een creatief talent. Samen tekenen jullie de halve dag vol, en er worden hier dagelijks tientallen kangoeroes uit plasticine gemaakt.
Sinds een week of wat zie ik je tekenmotoriek veranderen (beroepsmisvorming, vrees ik, dat zulke dingen met grote aandacht gevolgd worden hier thuis): je tekent minder vanuit je schouder, houdt je potlood soepeler vast en soms zelfs al in pincetgreep, en het krassen heeft ruimte gemaakt voor (iets wat lijkt op) cirkels. Gisteren maakte je een ovaalachtige vorm, duwde er twee puntjes in, en sprak “kindje”. Legendarisch, je eerste echt scheppende moment.
Met de playdooh kan je bolletjes maken, en daarna worstjes. En instructies geven over wat wij moeten maken, natuurlijk. Dwingende instructies, want je bent twintig maanden.
Ritme, dat begint ook een beetje te komen. Als ik voor je zing in bad, dan spetter je ritmisch met je handen mee. Ik vind dat ongelooflijk en sta vol verwondering, elke dag opnieuw.
Soms is het zelfs meer dan verwondering, maar absolute verstomming. Als je dingen hebt opgepikt waar ik geen weet van had, bijvoorbeeld. Gisteren zaten we in een boekje te kijken en jij was aan het vertellen. De prent ging over “bij de dokter”, dus ik vroeg “wat doet de dokter dan?” en jij antwoordde “buikje kijken, oren kijken, mondje kijken, koorts meten”, terwijl je aanwees waar dat dan allemaal gebeurde. Op de tekening stond ook een horloge en toen ik die aanwees en vroeg: “weet je wat dat is?” antwoordde je, na diep en hard nadenken: “uurwerk!”. Ik wist niet dat je dat woord kende, want wij gebruiken dat niet, dus ik ga de komende dagen eens proberen uitzoeken of je het bij je grootouders of in de creche hebt geleerd. Maar ik vind het wel cool, dat je opeens dingen kan die ik je niet geleerd heb.
Er is veel werk aan de winkel ook, de komende maanden. Je bent ongelooflijk geïnteresseerd in je potje en geeft zelf aan wanneer je kaka gaat doen, maar ik probeer het zindelijkheidsgedoe nog even uit te stellen. Je bent nog te klein om het echt te kunnen, en toen ik eerder deze maand besloot je toch eens te laten proberen, was je te laat en daarna erg erg verdrietig. Ik hou het nu op “flink, dat je het zegt dat je kaka gaat doen, we geven je dan onmiddellijk een verse pamper”, en deze zomer doen we het voor echt, kindeken. In een blote poep en een zomervakantie, zodat je niet te laat bent en geen verdriet moet hebben.
Een ander werkpunt is je eten, nog steeds. Je eet moeilijk, met veel protest en als een muisje. En je voelt dat dit zowat het enige is waar wij ons druk in maken: op alle andere domeinen van het leven heeft hysterie weinig effect, maar dat eten, ik vind dat moeilijk. Jij voelt het, dat je daarmee op de knopjes kan duwen die mij irriteren, en je moet je pubergedrag ergens in kwijt, natuurlijk. Een voornemen voor de komende weken is dan ook meer structuur in de maaltijden brengen en minder drama. Het lukt ons wel, want je bent misschien koppig, ik ben nog veel koppiger. Ha.
Een kind van je ouders ben je ook steeds meer. Een straatloperke. Op bezoek gaan bij mensen, de stad in, wandelen, naar de winkel: je bent altijd on your best behaviour dan. Uitstapjes zijn goed voor je humeur, dus wij doen er veel.
Het liefst ga je wandelen in de bourgoyen, of in het park. Daarover echter één opmerking: het is niet verplicht om elke steen, elke kiezel, elke kei op het pad op te pakken en onder luid “wow, steentje” gekir mee te nemen. Dat vertraagt de wandeltocht nogal, weetwel. En in je kinderhandje is nu ook niet zoveel plaats dat je alle kiezels van de bourgoyen erin kwijt kan. Als dat wel het geval was, mocht je ze allemaal oprapen. Dat is evident.
zoen
je mama
Maand 1 – Maand 2 – Maand 3 – Maand 4 – Maand 5 – Maand 6 – Maand 7 – Maand 8 – Maand 9 – Maand 10 – Maand 11 – Jaar 1 – Jaar 1, maand 1 – Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3 – Jaar 1, maand 4 – Jaar 1, maand 5 Jaar 1, maand 6 – Jaar 1, maand 7
Studiedag 1. Opmerkelijke uitspraken waar ik eens over moet denken.
– Persoonlijkheid is geen wetenschappelijk begrip
– We moeten het gevaar van labels onder ogen zien: mensen definiëren zich aan de hand van die labels.
– Het is wetenschappelijk niet bewezen dat ADHD bestaat. Er zijn hypotheses, ja, maar er is geen enkel sluitend bewijs.
– Het neo-liberalisme dat onze maatschappij drijft creëert zijn eigen waarden en normen: een soort universeel egoïsme.
– The essence of music is making the cherry blossom in your heart bloom in december.