Allereerst: een welgemeende aan alle winkeliers die paaseieren of andere sneukelderij op hun toonbank zetten, in het zicht van mijn dochter. Maar daarover later meer.
Wij trokken naar de Hema deze ochtend, Mira en ik. We hadden thuis een beetje ruzie gemaakt, met de ingredienten: boterham, neen, jawel, neen, ok dan neem ik hem mee voor als ge straks honger hebt. Zij is koppig, maar ik ben nog koppiger.
In de bus en de hema was het kind de zaligheid zelve: content en vrolijk en toen ze verschrikkelijk enthousiast werd over een kleine giraf-knuffel, besloot ik die voor haar te kopen. Wij naar de kassa — dochter, moeder, giraf — en enter de vervloekte toonbank met de paaseitjes. (Dezelfde als degene die ik net ook had gekocht, maar die ik ongezien had meegesmokkeld in het mandje). En toen begon het: de hele tijd in de kassa-rij jengelde Mira “snoepje, snoepje, snoepje, mamamaaamamamama, snoepje”. Toen ik niet thuis gaf sprak ze de meneer achter ons aan met haar verzoek. De mens kwam bijna niet meer bij van het lachen. Maar geen snoep voor Mira.
Buitengekomen gingen we op een bankje zitten.
Mira, heb jij een beetje honger toch?
Snoepje!
Ik heb hier je boterham. Als je die opeet krijg je een snoepje.
(herhaal de laatste twee regels voor uzelf een keer of twintig, dan heeft u een realistisch beeld van de eigenlijke conversatie. Ik ga dat hier niet uitschrijven, maar kort: ik heb gewonnen.)
Mira eet vervolgens braaf haar boterham op, ik duikel in mijn hema-zak en geef haar een eitje. Natuurlijk had ze gezien dat er een hele zak was, en begon ze achteraf opnieuw te jengelen. Nog eentje! Nog eentje!
Terug in de buggy, jengeljengel, ik stap gezwind verder, plotsklaps gaat het gejengel over in hysterisch gekrijs, ik rol met mijn ogen en stap gezwind verder. De hysterie houdt aan, en Mira probeert zich los te rukken. Op een rustige plaats stop ik, en ga op mijn hurken voor haar zitten. Ik veeg haar tranen weg en zeg: muisje, kalm, wat scheelt er. Kijk eens naar mama en probeer eens rustig uit te leggen wat er aan de hand is. Ik verwacht iets over snoepjes, maar in plaats daarvan haalt de dochter diep adem, ik zie haar krampachtig pogen haar emotie onder controle te houden en dan zegt ze het:
Mama? Gi-girafje WEG? Vallen, mama. (insert diepe snik)
Ik zeg u: het was lang geleden dat ik mij nog zo schuldig heb gevoeld. En ja, ik ben teruggegaan en heb een nieuwe giraf gekocht.