Month: January 2011

Ja!

Achteruit, dat is gemakkelijker.

Dus, ik rij even de oprit af en dan achteruit weer op, dan is dat gemakkelijker om het grief uit te laden.

Dat zei hij eerder die middag, mijn lief. We waren net het domein in dardennen opgegleden en één wiel zat al half in de sneeuw gedraaid. Voorafgaand waren we trouwens met veel moeite het chaletdorp doorgeploeterd. Veertig centimeter sneeuw, en zoals dat gaat bij ons: winterbanden, sneeuwkettingen, god noch gebod.

(daarvan gesproken. Al wie zegt dat het al vierkant draait, daar in de walen: ge doolt. De wegen waren er – het chaletdorp niet meegerekend, maar dat is privédomein – perfect vrij, geen spatje sneeuw of ijs op de baan. Eat that, Vlaamse chaos op de baan bij 1 cm winterse neerslag.)

Maar de oprit af dus, en dan de oprit weer op achterwaarts dus, dat was het plan. Ik deed het enige wat ik kon doen: ik trok ietwat schamper een wenkbrauw op, grinnikte en nam mevrouw-mijn-dochter mee naar binnen om een banaantje te eten en het vuur alvast aan te zetten. Wie mijn lief in het echt kent – of wie _een man_ in het echt kent – zal namelijk beamen dat zulks de beste oplossing is. Als het eenmaal in het kopke zit, dan heeft het weinig nut om praktische bezwaren zoals veertig centimeter sneeuw aan te voeren.

Achter het raam keken mini-me en ikzelf die middag toe hoe achtereenvolgens:
(a) de vader aka het lief de auto finaal vastreed in de straat vlak voor de oprit,
(b) een westvlaams manmens met een schop kwam aandraven,
(c) de manmens en nog een manmens en de vader aka het lief begonnen te delven,
(d) de auto met zot roterende wielen nog dieper in de sneeuw vastkwam
(e) een vijfde (ja, vijf inmiddels) manmens zijn 4×4 van de oprit haalde om de auto los te trekken
(f) het touw van de sleepinstallatie brak en
(g) de auto uiteindelijk werd losgeduwd dankzij de assistentie van manmensen 7 en 8, maar wel nog steeds niet gedraaid was.

En zo reed hij de tweede keer de oprit van onze verblijfplaats-voor-een-week-op. Opnieuw voorwaarts, drie kwartier later. Onder het goedkeurend oog van 8 manmensen, als bijtjes aangetrokken tot het kleverig glas cola dat een vastgereden auto blijkbaar is voor manmensen.

An afternoon well spent, owyes.

kinderspam projecten

Newsletter – jaar 1, maand 5.

Lieve Mira

Deze avond stond je na het eten — jij was al klaar, had je bavet uitgedaan en spelen! geroepen, wij zaten nog aan tafel — in het midden van de living en deed een paar wilde gebaren. Slaan op je hoofd, dan door je knieën gaan en je voeten aanraken. En dan opnieuw. Het duurde even voor we wisten wat je aan het doen was, tot we plots doorhadden dat je een eigen interpretatie van hoofd-schouders-knie-en-teen ten berde bracht. Toen we het liedje zongen en meededen kon je je pret niet op. Om dan vervolgens, toen wij weer verder aten aan tafel heel dwingend je kleine wijsvinger eerst links van je op de vloer te zetten en mamamamamama te roepen, en dan hetzelfde rechts met papapapapapa erbij. Om dan naar ons te kijken en NOGNOG te gillen. Hoe zouden we het je kunnen weigeren, kind?

Het is een emotionele maand geweest, deze. Vrienden dicht bij ons hebben een kindje verloren, en dat werkt heel erg op me. Ik ben zo verdrietig, en tegelijk zo dankbaar. Dankbaar dat jij het zo goed doet, en zo on top of the world bent. Als ik denk aan wat onze vrienden is overkomen, dan wil ik naar boven rennen, naar je bed waar je ligt te slapen en je heel hard vasthouden. Als het wat minder gaat, als je de peuter uithangt en me het bloed vanonder de nagels haalt, dan denk ik: oh, als het dat maar is. Ik denk dat vaak tegenwoordig, want mijn kind: wat kan je het uithangen de laatste weken. Je kan doordrammen als je iets wilt, tot in het oneindige. Je bent ontzettend koppig als je iets niet wilt, tot in het hysterische. En je weet tegenwoordig ontzettend goed wat je wilt en wat niet. Maar als het dat maar is, inderdaad.
Je wordt ook steeds verbaler, en dat is behoorlijk indrukwekkend. Je benoemt alles om je heen, en nu wij ruim twee weken constant bij jou zijn geweest, begrijpen we ook steeds beter wat je bedoelt. Communication is no longer an issue in our home.

We zijn op reis geweest, met jou. Nog eens een weekje weg. Ik denk niet dat je je de zomer in Frankrijk nog herinnert, dus het blijft nog een paar jaar telkens je eerste reis als we ergens heengaan. Toen we aankwamen in de chalet, daar in de ardennen, was je onmiddellijk enthousiast. Kasten! Met knoppen! Die ge kunt opendoen! Niet van die vervelende greeploze zoals thuis! Je hebt de fase die je hier thuis noodgedwongen hebt overgeslagen die eerste dag ruim goedgemaakt en ik heb die eerste dag tientallen keren het servies weer in de kast geladen. En toen hebben we de kasten op slot gedaan en de sleutel erbovenop gelegd. Ha.

De eerste nacht daar heb je me de hele nacht wakker gehouden. Ik dacht aanstellerij, wegens geen koorts en geen honger, maar ‘s ochtends bleek waarom: dubbele ooronsteking. Alweer. Het is de vijfde of de zesde dit schooljaar, ik ben de tel ondertussen kwijt. En dus hebben we het onvermijdelijke gedaan: dinsdag gaan we naar de neus-keel-oor-dokter. Ik word nu al bang omdat ik voel dat hij buisjes gaat voorstellen en ik kan de gedachte van jou en narcose en angstig wakkerworden niet verdragen. Want misschien kan ik je niet troosten, en man wat haat ik het als ik je niet kan troosten.

Je bent al groot, ik weet het wel, je toont het elke minuut van de dag. Als je persé zelf wilt eten, helemaal alleen. Als je persé op een grote stoel wilt zitten. Als je persé zelf wilt stappen in plaats van in de buggy te zitten. Als je persé op een bankje wilt staan om mee af te wassen. Als je persé wilt beslissen welke tandenborstel je gaat gebruiken en dat -natuurlijk- niet die kleine kindertandenborstel is. Ik weet het. Maar als je ‘s avonds, na je fles, tegen me aankruipt en over mijn gezicht of hand wrijft, dan voel ik hoe klein je nog bent. En dat het nog heel lang gaat duren voor je groot genoeg bent om mijn troost niet nodig te hebben.

Het is goed zo.

zoen

je mama.

Maand 1Maand 2Maand 3Maand 4Maand 5Maand 6Maand 7Maand 8Maand 9Maand 10Maand 11Jaar 1Jaar 1, maand 1Jaar 1, maand 2 Jaar 1, maand 3Jaar 1, maand 4

En al

2011.

U moet trouwens nog wensen hebben, van mij. Met al dat reizen en contempleren is het er nog niet van gekomen.

Ik wens dit jaar niet veel, en wens u hetzelfde als wat ik mezelf heb gewenst: een volkomen onbezorgd jaar, voor u en iedereen die ge graag ziet. Dat de zon op uw gezicht mag schijnen en ge intens gelukkig moogt zijn.

Happy 2011, everyone!

En al

Die keer met de pauze.

Woorden vallen u op het hart en de geest gelijk een emmer koud water.

Ik zou sowieso een weekje niet online zijn, want interwebs en een chalet in Wallonië, dat is een beetje als een tang op een varken, niet? Het voelt onnatuurlijk, in een houten huis om WIFI zitten bleiten.

De pauze begon onverwacht al een klein week vroeger: er was heel slecht nieuws, bij dichte vrienden, en ik kon dagenlang niet meer schrijven door de permanente krop in mijn keel. Ik stuurde nog een paar mails, waarin ik opgewekt was, wegens dat als ik toeliet in mijn hoofd wat er in mijn hart zat, dat ik ongetwijfeld zou exploderen. Vrolijke stukjes op mijn blog, dat was echter een brug te ver. Ongepast, terwijl er zoveel verdriet is. En een ander zijn verdriet op het internet gooien: niet mijn plaats in deze, vind ik. Dus logde ik uit en schreef niet meer. Dus pakte ik een tas vol spullen en ging met mijn dierbaren in de sneeuw van Barvaux ploeteren. Dus hield ik mijn dochter en mijn lief stevig vast en dicht bij mij, omdat het opeens heel scherp was, waar de prioriteiten liggen.

Ik ben terug nu, want dat is het afgrijselijkste aan Groot Verdriet: dat de wereld niet stopt, dat levens verder gaan, de dagen voorbijrazen en ge niet anders kunt dan meedraaien. Ondanks wat ge voelt en denkt en hoe groot die steen in uw maag is. Ik heb veel geschreven, de laatste weken. Het meeste zijn uw zaken niet, dat begrijpt u vast wel. Al de rest leest u hier de volgende dagen.