Al twee weken duurt het nu, dat uitmesten van de kleerkast: sorteren wat past, wat niet past en wegmag, wat niet past en kleurrijk genoeg is voor de verkleedkoffer,…
Voorlopig kunnen we al twee conclusies trekken:
1. the little black dress is wel degelijk de basis van elke evenwichtige garderobe. Vandaar dat ik er blijkbaar acht heb.
2. het aantal joggingbroeken en pyjama-bottoms in uw kleerkast stijgt schrikbarend hard als ge een baby hebt. En op allemaal zitten groentenpap-vlekken die er nooit meer uitgaan.
Soms is een blog gewoon een notitieboekje, zoals deze keer. Zeer geslaagd experiment, dus niet te vergeten.
Nodig: een flinke broccoli (schoonmaken en in brokjes), een ajuin, een potje zachte geitenkaas, een doosje room, worstjes (ik heb boerenchipolata genomen, het mag wat kruidig zijn, maar geen merguez — dat past niet), pasta, kaas van de rasp (gran padano ofzo), kruiden van de tuin.
hoedadde?
broccoli kort voorkoken (een paar minuten), afgieten en het kookwater bewaren. Kookwater aanvullen met gewoon water tot volle kookpot en opwarmen (subiet kookt u daar uw pasta in). Worstjes bakken in een diepe koekenpan, met flink boter. Ondertussen ui fijnsnijden. Worstjes uit de pan en in schijfjes snijden. Ondertussen ui glazig laten worden in dezelfde pan, met peper en zout. De worstjes er weer bijgooien, en kort nadien de broccoli. Nog eens kruiden. In een kommetje de room en het potje geitenkaas mengen en dat bij de groenten-vlees gooien. Eventueel wat verse gensipperde orgeno erbij. En ondertussen hebt ge uw pasta toch al gekookt, hoop ik?
Pasta op bord, lepel saus erover, beetje bieslook eventueel en wat kaas van de rasp. hey pronto!
Het is niet omdat een ander er zijn voeten aan veegt, dat gij niet moet doen wat ge moet doen. Mijn mama en papa zegden dat vroeger. En ik moest daar vandaag keihard aan denken.
Ik ga niet stemmen. Het klinkt op het interwebs en bij monde van die meneer van dat groepke die ooit eens ferm kwaad is geweest op Michel, die keer.
Er zijn facebookgroepen ook, eentje om niet te stemmen, eentje om op een franstalige te mogen stemmen, eentje tegen de verkiezingen, enzovoorts enzoverder. Als ge tegenwoordig geen facebook-groep hebt opgestart, zijt ge een ferme internetloser. Facebook ook als het ultieme protest van een luie generatie: ge duwt op een knopje “i like this” en hopla, ge hebt geprotesteerd. Vanuit uw luie zetel en terwijl ge met één oog nog naar Thuis kunt kijken. Vraagt alstublieft niet dat er enig fysiek engagement zou nodig zijn. Ik vraag me af hoeveel mensen er zouden betogen, in de wetstraat, als daartoe opgeroepen zou worden. Ik zou daar veel respect voor hebben, maar voor dit? Beetje in het virtuele uw luie piepstem laten horen.
Protest moet niet moeilijk zijn, soms is het niet meer dan op een zondag in juni in uw nest te blijven liggen, in plaats van de plicht te vervullen die komt met uw burgerschap. En dan laat ik het feit dat de vrouwen onder u nog geen 100 jaar zelfs maar het recht hebben om mee te beslissen nog gewoon in het midden.
U doet maar, lieve mensen. Maar besef dat uw foert grote gevolgen heeft. Of vindt u het kunnen dat u nu zegt: ik speel niet meer mee, maar dan weer wel op facebook en uw blog allerlei meningen moogt hebben, na de verkiezing?
Ik ga dus wel stemmen, mocht het u nog niet duidelijk zijn. Met evenveel engagement en even doordacht als altijd.
Ik vond mezelf moedig, jawel. Lief en zijn technicus waren nog toestanden aan het uitladen thuis. Tom had gezegd op tijd te vertrekken, maar ik voelde het aan mijn kleine teen dat hij dat niet zou doen (ik bleek gelijk te hebben, jawel). Klijn was te moe en lag in een huiselijke zetel te slapen. En dus stond ik daar, aan het café van afspraak, alleen, in de vrijdagse koude nacht. Ik liep er even binnen, maar er zaten alleen mensen aan tafeltjes te praten en dan zit een meiske daar ook maar zo alleen te staren, zo zonder boek.
Toen de deur van het café ernaast openzwaaide hoorde ik echter fijne muziek en geroezemoes en ik haalde even diep adem. Sprak mezelf moed in (als ge daar jarenlang iedere week hebt gezeten zal er toch nog wel iemand zijn die u bekend voorkomt zeker?) en onderdrukte de twijfel (ik ben anderhalf jaar niet uitgeweest. De wereld verandert op anderhalf jaar). En stapte binnen. Alleen, jawel.
Binnen bleek alles ok: oude vertrouwde café’s hebben de neiging te passen als een oude jeans. Comfortabel en eenvoudig. Er waren zelfs bekenden, in verschillende hoekjes en aan de toog. En dus was ik druk aan het babbelen en aan mijn tweede pintje toe, toen de rest van het gezelschap een hele tijd later binnenwaaide.
Op café gaan is gelijk met de velo rijden. Ge verleert dat eigenlijk nooit.
Die middag, aan de lijn met het onovertroffen Gentinfo.
-Ik dacht, Wout, ik bel even van tevoren. Zodat ik daar niet voor niks sta aan de Zuid, om de KidsID en ik de helft niet meeheb.
– Dat is slim, ja. Ik herhaal nog even: 3 euro.
– 3 euro, check.
– pasfoto. Moet ge de afmetingen hebben?
– Neen, ik ga gewoon naar de fotograaf daar rechtover gaan en die weet dat wel. Pasfoto, check.
– oud identiteitsbewijs. Maar dat hebt ge de dus nog niet. Dus dat moet ge niet meenemen.
– check alweer.
– kind zelve, voor de identificatie.
– kind, check.
– En dat is het.
– Dat is het.
(…)
– Maar euh, zeg Wout. Als ik gewoon mijn dochter meeneem, en ik moet zo geen geboorte-akte ofzo meehebben. Dan kunnen die toch niet weten dat dat mijn kind is? Is dat niet wat — euhm — raar?
(…)
– Ja. Raar. Hm.
Wout heeft nog eens gebeld naar de Bevolking, voor de zekerheid, maar ze hebben dus niets extra nodig.
Volgens mij — en ik denk volgens Wout ook — is het systeem nog niet volledig waterdicht.