Year: 2010

kinderspam

Mwhamwha. That’s me.

Mijn dochter zegt mama. Mijn dochter zegt mwhamwha, maar ze bedoelt duidelijk mama. Ze is wel nog niet helemaal mee met het concept en denkt voorlopig dat mama de snelle, korte manier is om te zeggen: “hey, woman, kom mij keer halen jong”. Of soms betekent het ook “helahela, ik moet hier wel een beetje aandacht hebben é”.
Ze zegt mwhamwha meestal op een vragende toon, met een klein piepstemmetje dat ergens tussen baby en peuter hangt. Ze houdt er haar hoofd een beetje schuin bij. Cuteness overload, ik moet het u niet zeggen zekers?

Ze doet het in de auto, bijvoorbeeld, als ik iets te lang niks zeg of geen liedjes zing of debiele autodansjes doe. Mwhamwha?. Ik rij dan bijna tegen een boom/voorligger aan, natuurlijk, want ik moet dan zo vreselijk hard kijken naar haar.
Of ze doet het in haar bed. Daarnet na bedtijd heeft ze zichzelve in slaap gemwhamwhat. Ik hoorde het op de babyfoon en moest de hele tijd glimlachen. Of deze ochtend. Een half uur lang, in alle toonaarden, op alle volumes, en afgewisseld met wat tonggeklak. Beats the alarmclock by miles.

projecten

Songfestival – deel twee – die keer dat ik het vergeten was.

Zaten we net efkes over en weer te zappen, is het toch wel songfestival en waren we het toch wel vergeten zekers. Ze zitten al aan het negende liedje, dus we gaan ons sparen voor zaterdag. Maar! We hebben dus wel net het meisje van Nederland gezien en ik ben bijna zeker dat ze op één of andere manier familie is van R., van Cameretten. Frappant, echt waar. En ik hoop trouwens dat Nederland in de finale zit, want ik heb al veel mopkes klaar over die juffrouw. Duimen maar!

projecten

Songfestival! Halve finale!

Wauw, wij hebben zowaar de halve finale gehaald van het songfestival dit jaar. Zoals iedereen die ingeschreven heeft, natuurlijk, maar een kniesoor die daarop let. Mag ik eerst en vooral even zeggen dat ik het liedje van die jongen van ons behoorlijk saaikes vind? En ja, ik zeg die jongen van ons, want hij is van het meetjesland. Ge hoort dat aan zijn Engels. En het is precies Luc De Vos, ook. Maar dan jonger. En met een hoedje.

Aniehoew. Om negen uur begint het. Ik ga nog eens van live bloggen doen, peisk.

Het begint. The excitement, zeg. Spijtig wel voor André dat hij niet mocht gaan van de VRT. De mensen van de presentatie zijn alvast op weg naar de Prom Night. Thema: de jaren 80.

First up: Moldavië. Ik weet echt niet waar Moldavië ligt, gij wel? Allez, probeert eens en kijkt dan of ge gelijk hadt. Ik zat er alvast een kilometer of 1500 naast. Hun groep heet Sunstroke Project en het liedje Run Away. We gaan daar geen mopjes over maken, dat zou te gemakkelijk zijn.
Hij heeft een viool met lichtjes, die mens. En een andere meneer speelt op een klein saxefoontje. De mevrouw heeft botten met jarretellen, en ik denk dat het liedje niet typischer songfestival kon zijn: veel disco, een danske, een meneer-zanger (nu ja, meneer is relatief in deze), een mevrouw-zangeres en veel herhaling. Ik denk dat ze doorgaan naar de halve finale.

Rusland stuurt Peter Nalitch & Friends. Maurice Engelen doet dat ook, & Friends achter zijn naam zetten. Het kan geen toeval zijn, dat hij er iets mee te maken heeft. Want ha, was hij ook niet degene die ons Tom Dice heeft gegeven. Ha! Complotten, zijn het. Gelijk de Chemtrails. Het liedje wordt als een parodie aangekondigd, en ik vind dat persoonlijk een gemakkelijk excuus om het superslecht te doen.
Er is sprake van dwarrelende sneeuwvlokjes en een sjaalke. En kleren van de spullenhulp. Mwoeha, hij zingt \”i’m looking at your photo\” en kijkt ondertussen naar een prentje in zijn hand. Speciaal voor onze niet Engelstalige vrienden. Sympathiek van Rusland.
Parodie of niet: saai liedje. Next!

Bart Peeters noemt het liedje van Estland New Wave. Maar ik kan u zeggen, als iemand die ooit zeer zwarte nagels heeft gehad: het is niet omdat ge een zwart kostuum aandoet dat het new wave is. En al helemaal niet ALS HET EEN VROLIJK LIEDJEN IS. Ik denk dat er beter één van die jongens van daarachter de hoofdzanger was geweest want die meneer zingt wat vals. Klijn zegt: Mika. Mika is een newwaver, dat weet iedereen.

Oei, de mensen van Slovakije hebben een bos aangedaan. Dat moet jeuken. En ze staat een grielige mevrouw in het wit aan de kant, die niet beweegt, voorlopig. Daar komt een act aan, ik voel het al. Het is een schoonmeiske, die in die struik-kleren. Et voila, daar is de witte. Minder schoon meiske dat. Ondertussen doen de rodedendrons op de achtergrond van volksdans en iets met rekkers.
Ik vind het goed, zie.

Finland is de volgende, en ook zij hebben een viool. En doen wat volksdans. Ze zijn in onschuldig wit, maar ik heb er schrik van. En ik vind dat als ge met twee dezelfde pasjes doet, dat ge dan genoeg moet repeteren dat ge het simultaan kunt. Wat is dat nu, zeg. Gelukkig is er een lichte zeebries ingezet, en wapperen de blonde haren van de meisjes. Nah, not my cup of tea.

Het is aan Letland. En die mevrouw heeft haar badjas aan. Pulserend licht. Om onze aandacht af te leiden van de mevrouw die eigenlijk niet kan zingen. Oeioei, zo vals. Zou die ook zonder voorronde mogen gegaan zijn? Al een geluk dat ze wat backing vocals meeheeft. Als ze nu nog haar peignoir uitdoet zou ze nog kunnen winnen. En oeioeioeioeioei, zo vals. Of had ik dat al gezegd? En hop, daar is de windmachine nog. De snode techniekers proberen haar vest eraf te waaien, ongetwijfeld.

Bart Peeters doet een woordspeling “muziek uit de balkan die op elk bal kan”. Ga naar huis bart. Oh neen, wacht.
Servië stuurt ene Milan. De kans is groot dat wij binnen 20 jaar ook een Milan gaan sturen, want manman, als uw kind tegenwoordig geen Milan heet of een maat heeft die Milan heet, dan is hij ook wel de loser van de kleuterklas.
Volgens de commentaar is deze Milan absoluut niet gay, maar als het mijn man was, ik zou er toch niet geheel gerust in zijn. Er is wel veel te zien: dansmariekes, en mannen in blauwe pakjes. En een meezingliedje. Als ge Servisch spreekt, that is.

Bosnië doet alsof het rock is, maar de frontman is een overstylde janet die een gitaar volgens mij als een schoon accesoire bij zijn kettingen aan zijn broek ziet. Rock Amehoela. Maar wel een vlot liedje, spijtig van het gerommel op de achtergrond.

Polen doet een toneeltje! Iets met appels, en hopla weer volksdanskleren. Boombal is duidelijk een Europese trend aan het worden. Het begon zeer veelbelovend maar algauw blijkt de jongen niet goed te zingen. En polen had ook maar geld om de helft van die meiskes schoenen te kopen. Triest hoor. Ook triest: op het einde sterft er eentje. Ik hou van toneeltjes op eurosong. Het helpt, vind ik.

Het is aan ons! Als ik in een ander land woonde, ik zou denken dat er in België bespaard moest worden. Ik zou ook zeggen dat hij uit het ritme wiegelt. Nu zeg ik echter: Go Belgium!

Ik ben blij dat er eindelijk overvloedig gebruik gemaakt wordt van de rookmachine. Ik ben ook blij dat die mevrouw zo’n kleed aanheeft gelijk er ene van ons ook eens gehad heeft. Hoe heette die ook al weer? Die van like the wind?
Wiew! Vleugels uit haar poep! een vogelke en visuele truken, want daar gaat het vogelke mpet een abstract danske. Naar de finale ermee!

Sejieus. Ik vind dat van Albanië echt cool. Zou het zijn dat ik ondertussen mijn standaarden heb verlaagd. Ik ga zelfs niks zeggen over haar broek die twee maten te klein is en haar onderbroek die onflatteuze blobjes aftekent. Ik doe niet moeilijk, neen. Ze doet het goed en kan zingen. Go Albanië!

Griekenland is in het wit. En er wordt serieus gedanst en geroepen. hop hop hop en al. Met trommels ook, en alweer een viool. Ze hadden beter een beetje meer die ene jongen van de dansers gefilmd in plaats van die lelijke zanger. Altijd dat overdreven belang hechten aan de zanger. Nen mens kan daar niet aan uit.

Ik ben precies heel positief ingesteld, vind ik. Gelukkig is daar Portugal. En dat meiske mag nog zo’n knappe poppemie zijn, ik krijg de kriebels van die knuffelrock toestanden met die toonvariaties. Zo irritant dat \”kijkt eens wat een bereik ik heb\”.

Wist ge trouwens dat Maurice Engelen zijn naam fonetisch heeft geregistreerd als domeinnaam? Ik heb dat daarnet ontdekt en moest daarvan met mijn ogen rollen. Maar hey, daar is Macedonië al. Die Hugo van Nicole en Hugo hebben gestuurd. Nicole zou niet blij zijn met die meiskes die hun kleren uitdoen en rond hem draaien, denk ik. En ik heb daar altijd visioenen van uit de hand gelopen brainstorms met te veel goedkope wijn bij, bij zo’n nummers “een rapper! we gaan er een rapper insteken! en we gaan kattebeesten op de gezichten van de danseressen schilderen! En een gitaarsolo! Ojo, ge zijt wa geniaal, maat!”

Hallo, Wit Rusland? Ze bellen hier van de jaren zeventig. Ze zeggen dat gulder gala-kleren hebt gepakt. Kerstavond is het. We zitten gezellig rond het haardvuur en we zingen een rustig, emotioneel liedje. In ons blinkend kleed.
Wow. Schrap al het voorgaande. Hun blink-kleedjes hebben vlindervleugels. Ze mogen winnen van mij.

Ijsland is de laatste. Ik dacht van ver: daar komt een kledingwissel van, maar het is gewoon een redelijk zware mevrouw. Het leidje is typisch songfestival, maar er wordt te weinig bewogen en danskes gedaan. Spijtig en een gemiste kans, jawel.

Ja!

Gelijk nen goeien Belg.

U heeft het waarschijnlijk all over the interwebs gelezen: de halve stad heeft gelijk goeie Belgen minstens één keer het vuur aangestoken om er vlees op te roosteren, dit weekend. Toen we daarnet door de buurt fietsten was het al provencaalse wat we roken. Wij zijn niet anders, neen, met dank aan neef S. en zijn madam, bij wie we gisteren de voeten onder tafel mochten schuiven. Meteen ook de eerste keer dat Mira ergens anders dan thuis of bij de grootouders sliep, trouwens.

Voor de rest mag het van mij blijven zoals het dit weekend was tot ver in oktober: beetje rusten op het terras, beetje lezen, beetje bij vrienden in de hof zitten, beetje ouders op bezoek, beetje schoonouders bezoeken, beetje fietsen in de stad en de bourgoyen. Een vrolijke baby die overal even content is, verse aardbeien en cornetto’s in de diepvriezer. Meer moet dat niet zijn, voor die vakantie.

Neen!

Karma.

Ik haat lichaamsbeweging. There, I said it. Ik ben niet sportief, ik zal het nooit worden en ik heb een ongelooflijke aanleg voor lompe situaties als ik toch iets van sportieve activiteit durf te ondernemen. Zoals:na honderd meter knalrood en naar adem snakkend als een viske op het zand, een collega tegenkomen die gezwind aan haar veertigste rondje rond de watersportbaan begint, bijvoorbeeld. Veertigste rondje van dat uur, natuurlijk.

Of zoals deze week. Er was een klein akkefietje met drie auto’s: nummer 1 (die van mij) was afgekeurd en ik had nog geen tijd gehad om een herkeuring te laten doen. Nummer 2 (die van het lief) was in de garage (daarover meer in een later stukje waarin ik u allen afraad om een Fiat te kopen wegens GIGANTISCHE BROL). Nummer 3 (die van mijn op reis zijnde mama) was nodig om baby mira naar de creche te brengen. Het lief had nog grootmoedig voorgesteld de kleine met de fiets te brengen, maar het kind heeft juist een ooronsteking gehad en het best koud, zo ‘s morgens. Dus besloot ik overmoedig zelf naar school te fietsen.

Ik had al gemerkt dat het een beetje friskes was, toen ik mijn eerste Marlboro van de dag op het terras had gerookt, een uurtje voordien. Dus besloot ik clever dat het kleedske alleen te miniem zou wezen voor de fiets. Gelukkig ben ik vorig jaar eens ferm zwanger geweest en daardoor in het bezit van leggings. Leggings, dat is de basis van elke positie-garderobe: dat rekt mee naar alle kanten. Een beetje gelijk uw vel tijdens een zwangerschap, vandaar waarschijnlijk.

Aniehoew: legging onder het kleedske, en hopla de fiets op. De details van het tochtje zal ik u besparen. Ik hou het op dat ge op de coupure gemakkelijk kunt tellen hoeveel mensen u voorbijsteken, maar dat eens ge hijgend over het stuur gezakt zit, dat ge dan uw tel gemakkelijk kwijtgeraakt. Enfin: ik was traag en ik ben moeten afstappen halverwege de blandijn. Bygones.

Op school aangekomen nam ik de lift naar boven, en wel om twee redenen. Uno: ik had wel genoeg beweging gehad voor die ochtend. Dos: in de lift kon ik de legging uittrekken en zo toch nog geheel fleurig zomers op de vergadering verschijnen. Ik had zo’n twintig seconden om van verdieping nul naar één te gaan en dat is ruim voldoende. Ware het niet dat ik, toen mijn ene been half uit de legging was, per ongeluk mijn gelaarsde voet voor de lichtsensor bewoog, waardoor de lift stil ging staan tussen twee verdiepingen in. In zodanige positie dat ik bovenaan net de voeten van een paar studenten zag door het raampje.

Ik zeg u, als ge daar staat te wankelen, in die vastgelopen lift, met uw legging half naar beneden, ondertussen nog napuffend van de inspanning van het fietsen én met het vooruitzicht dat ge subiet moogt uitleggen aan de mensen die staan te wachten wat er gebeurd is: dan weet ge het wel.

Sport, dat is slecht voor het karma.