Het is een tweejaarlijks terugkerend fenomeen. Als de boekjes en de kranten volstaan met interieur, dan begint bij mij het gekwijl over foto’s, websites en mooie concepten. Ik ben zot van ontwerpers en designtoestanden, en ik heb in het Lief mijn gelijke gevonden in die obsessie. Er wordt gepuzzeld met agenda’s, zodat er een voormiddag in Kortrijk afkan. Er wordt onderzoekswerk verricht, want we hebben maar twee uurtjes, en mevrouw de dochter gaat mee, dus we selecteren van tevoren wat we willen zien. De design-competition, want dat is altijd leuk, en daar staat alph, en we hebben net een tafel bij hem besteld. De Young Designers, voor de zottigheid. Zeker hal 6, want daar staat zowel Pastoe als de Axor-stand. Axor, die hebben de nieuwe Bouroullec-badkamer die zo schoon is dat ik er bijna van moet janken. Pastoe, die hebben een nieuwe kast, de Totem, waar ik gaarne mijn cds en dvds in zou kwijtgeraken, hier in de living. En die Noon-kast zou hier ook uitstekend staan, jawel.
Meestal blijft het bij gekwijl, en eindeloos gewik. Soms kopen we achteraf iets, zorgvuldig uitgekozen, want we zijn daar eerlijk in: het zijn geen Ikea-toestanden, prijsgewijs. Maar content dat ik daar dan mee ben, u heeft daar geen gedacht van: iedere keer als ik op één van mijn mooie stoelen ga zitten, dan ben ik nog steeds even blij als de eerste dag dat ze hier stonden. En dat gevoel, dat is veel waard.