Ik maak twee tassen. Eén voor mezelf: reserve-broek, reserve-topke, reserve-al-de-rest. Festival-grief, maar enkel de basis. Ik heb meer geld nu dan vroeger, dus ik eet en drink gewoon aan de toog. En ik slaap in de auto, waar ik morgen gewoon mijn eigen dons en hoofdkussen ga ingooien. Eén nacht, though, zaterdagavond kom ik naar huis als Josh zijn laatste liedje heeft gezongen. Er is een leeftijd voor alles.
Tas twee is voor haar: het is even rekenen wat ze voor twee nachten en evenveel dagen nodig heeft.
Morgen gaat ze naar de creche, en ‘s avonds halen mijn ouders haar op. En dan blijft ze daar, tot zondagmiddag, want ik ben zaterdagavond pas na Mira-bedtijd terug. En dus gaat ze voor het eerst twee avonden na elkaar uit logeren, mijn éénjarige grote liefde. Dat is meer dan 48 uur dat ik haar niet ga zien, voor het allereerst. Pfiew. Ik mag daar dus niet te veel bij stilstaan, want ik voel de drang om niet te vertrekken dan. En toch heb ik er vreselijk veel zin in. Twee dagen vriendjes, muziek en zon.
Pukkelpop, baby!