Eén.
We zoeken een broek om met de auto te rijden. Iets licht, want we gaan naar het zuiden. Maar een rokje is niet aangenaam in de auto, ‘s nachts. Hij wil er meteen ook één. We besluiten de stad te vermijden en ik stel voor naar de JBC te rijden op de ring. Ik weet dat hij mee zal gaan, want er is een Mac Donalds bij de JBC en Mac Donalds, daarvoor komt het lief al eens buiten.
Twee.
In de auto onderweg zeg ik: die rondslingerende CDs, eigenlijk is dat vervelend é. Hij mompelt uhuh. Ik zeg: Kenneth, die had toen we op reis gingen naar Bordeaux, zo’n map in de auto. Daar kunnen superveel CDs in en dat is gemakkelijk en uw CDs geraken niet in verschillende doosjes en er komen geen krassen op. Hij mompelt: uhuh. Maar ik moet dat niet hebben. Dan ligt ge daar met al die lege doosjes. Ik antwoord: owkey, dan niet.
Drie.
We lopen wat rond in JBC en vinden niks. Natuurlijk, dat. We stappen buiten en wandelen richting Mac Donalds. Zonder iets te zeggen stap in de Vandenborre binnen die we tegenkomen. Hij vraagt: wat gaat ge doen? Ik antwoord: keer kijken naar de CD-mappen.
Vier.
Ik zwaai een CD-map voor zijn gezicht en zeg: 72. Voor maar elf euro é. Hij zucht, neemt de map en gaat betalen aan de kassa. We eten Mac Donalds. In de auto op weg naar huis haal ik CDs uit doosjes en stop ze in ons nieuw opbergsysteem.
Win.