*een dag te laat. wegens nog steeds ziek en nog steeds verbeteren. zucht*
Lieve Mira
vorige week zaten we hier thuis op het terras met vrienden. Binnen een kleine maand krijgen ze een zoontje, en dus ging het gesprek al eens over die eerste maanden met een boorlingske. Op een bepaald moment vertelde je papa: “nu is het echt fantastisch goed te doen: de kleine slaapt ongeveer elke dag tot rond half zeven”. Ik zag onze vrienden — langslapers, zoals wij — verbijsterd kijken en ik realiseerde me plots hoe zeer jij onze perspectieven hebt veranderd. Had iemand me een jaar geleden gezegd dat ik vijf jaar lang elke dag om acht uur uit bed zou moeten, ik had “gevaarlijke zot. ga ergens anders zeveren.” geantwoord. Als iemand nu hetzelfde zou zeggen, ik zou onmiddellijk mijn handtekening onder het contract dienaangaande zetten. In bloed.
Ouders verleggen grenzen, zo blijkt: grenzen van vermoeidheid, grenzen van frustratie, grenzen van op de been blijven terwijl het eigenlijk niet echt meer gaat. Maar ook: grenzen van allesverterend liefde, grenzen van vertedering, grenzen van vrolijkheid en verliefdheid. Het tweede compenseert het eerste ruimschoots, gelukkig. En de tien maanden met jou zijn misschien niet de zorgelooste, of de meest uitgeruste die ik ooit heb gehad, maar het zijn zonder twijfel de allermooiste.
Ouders groeien ook. Zo gaan wij bijvoorbeeld elke dag met jou in bad. Als je papa en ik alletwee thuiszijn, dan komt degene die het bad-gedoe niet heeft gedaan jou halen na een tijdje, om je af te drogen en je aan te kleden. Zo kan de ander nog even verder badderen of douchen. Prettig geregeld, inderdaad. Edoch: jij wordt — ook na al die maanden — nog steeds niet graag aangekleed. Meer nog: aankleden zorgt er nog altijd, zowat elke dag, voor dat jij doet alsof je zwaar mishandeld wordt. Vorige week was het nog eens zo: ik nam een bad, je vader kleedde je aan, jij tierde de hele wijk bij elkaar. Een paar maand geleden ging ik van dat tieren tegen het plafond van de ongerustheid en het door merg en been gaan. Nu lag ik ontspannen te dobberen in het warme water en dacht alleen maar “kleine aansteller”. Het is een groeiproces.
Wij zijn niet de enigen die groeien, natuurlijk. Bij jou gaat het tegenwoordig keihard: een geprefectioneerde techniek om achter het wagentje te lopen, of zijwaarts langs de muur, kleertjes die plots te klein blijken, boterhammen die plots lekker zijn, woorden die plots nieuwe klanken krijgen en deel uitmaken van vertellementen met de meest varierende intonatie, afstapjes die zonder vallen genomen kunnen worden en de kat die een voorzichtige vriendschap met jou begint aan te gaan.
Daarnaast ben je ook vreselijk grappig, natuurlijk. Hoe je alle stoelen in de woonkamer telkens opnieuw naar de ene hoek van de kamer verschuift. Of hoe je speelgoed en schoenen door het kattenluik naar buiten duwt, bijvoorbeeld.
Nu het zomer wordt, én jij al zoveel kan, zijn onze dagen ook anders geworden: gedaan met binnenzitten. Hier wordt gefietst, gewandeld, gespeeld in het park en gegraaid naar kleurige blikjes vanuit de Colruytkar. Je bent actief, leergierig, vrolijk, gigantisch koppig en intens. En wild. Misschien net daarom dat mijn nieuwe favoriete moment van de dag daar in contrast mee staat. Als we ‘s middags je eerste piepje op de babyfoon horen na je middagdutje, dan gaan we — meestal allebei, ja, we zijn vaak thuis overdag tegenwoordig — naar boven, halen je uit bed en leggen je tussen ons in op het grote bed. Jij wordt dan langzaam wakker en ligt onweerstaanbaar te brabbelen en te vertellen, ondertussen aan ons gezicht voelend en aaikes gevend. Je bent dan zo rustig, zo knuffelig en zo schattig, dat ik elke keer stilletjes wens dat dat kwartiertje voor eeuwig zou blijven duren. En dat we dat ene moment per dag voor altijd kunnen blijven hebben.
Zoen,
je mama
Maand 1 – Maand 2 – Maand 3 – Maand 4 – Maand 5
Maand 6 – Maand 7 – Maand 8 – Maand 9