Aan de ingang van de IKEA staan geen karren. Dat is logisch: als iedereen in de fake badkamers en livings begint rond te crossen met zo’n grote winkelkar, dan gebeuren er ongelukken. Ten eerste worden er hielen afgereden, ten tweede komen er hysterische peuters vast te zitten onder de wielekes en tot slot wordt er tegen alle schoon uitgestalde meubels gereden. En we weten allemaal dat die zweedse toestanden daar eigenlijk niet voor gemaakt zijn.
Alleszins, de karren neemt u bij IKEA ergens halverwege. Twee uitzonderingen: kindjes kunnen in zo’n speciaal wagentje, en er staat één rij winkelkarren met een groot bord “enkel voor ouders met een maxicosi”. Opnieuw: logisch. Als u al ooit eens een paar honderd meter met een maxicosi heeft gesleurd, dan kunt bevestigen dat zulks niet bevorderlijk is voor uw ontspannen winkelplezier. Een medaille voor degene die een makkelijk te dragen maxicosi uitvindt, zeg ik u.
Enfin. Deze ochtend in de IKEA in Gent. Vlak voor mij komt een koppel binnen, geen koters bij. Ze gaan naar de winkelkarren, lezen het bord en nemen een kar. Als ze bij de ingang van de showroom komen, houdt een medewerker hen tegen: “sorry, meneer, mevrouw, maar die karren zijn enkel voor mensen met een maxicosi”. Waarop de vrouw van het koppel antwoordt: — wait for it — “ja, maar wij hebben een maxicosi hoor”.
De winkelmedewerker was een moment verstomd (ik moest ondertussen de draagdoek in mijn mond steken om niet keihard luidop te lachen), maar kreeg er toch uit: “bij zich, mevrouw”.
Waarop de dame in kwestie een oprecht verbaasd “oooh” liet horen.
Echt waar. Some people.