Lieve Mira
Ik hou ervan dat alles aan jou zo symmetrisch is. Symmetrie is namelijk een neurotisch kantje van me, het geeft me rust. Jij bent perfect symmetrisch: je gezichtje, je ogen, en nu ook hoe je kruipt. Niks één been meeslepen, niks poepschuiven: gewoon mooi recht op knieën, linkerhand, rechterbeen, rechterhand, linkerbeen. Perfectie en tot in detail afgewerkt. Doelgericht en vreselijk snel ook. Je kruipt zoals de voorbeeldkindjes in de boekjes. Ik vind dat bijzonder stoer van jou.
De zon vierde vandaag jouw achtste vermaand-dag, met vrolijk gejubel. Een beetje zoals wij de laatste weken elke dag jouw aanwezigheid vieren. Want er is veel om vrolijk om te zijn, lief kind. Je hebt een korte periode van extreme frustratie achter je gelaten en bent nu officieel een mobiel kindje. Ik noemde je in een vorige brief al een kleine ontdekker, maar toen was peanuts in vergelijking met de laatste weken. Alles, maar dan ook alles, is interessant. En het allerinteressants zijn dingen die eigenlijk geen speelgoed zijn. Laptopladers. Kranten. Afwasmachines. Veters. Als het niet kleurrijk is, niet kindveilig en niet verkocht wordt in de dreamland, ben jij fan. We houden je nauwlettend in de gaten, maar laten je voor de rest vooral begaan. Dat zorgt voor de nodige valpartijen en huilbuien, maar je leert wel aan schrikbarend tempo nieuwe dingen.
Vorige week bijvoorbeeld, toen was rechtstaan je nieuwe ding. Jammer genoeg had je het neerzitten nog niet onder de knie en weigeren wij over het algemeen je weer neer te zetten als je je recht hebt getrokken. Dus gilde je, pruillip inclusief, tot je merkte dat dergelijk gedrag niets opleverde en liet je je vallen. Elke keer met je achterhoofd keihard op de parketvloer. Wij deden dan een kleine troostronde en dan begon het spelletje gewoon opnieuw. Tot opeens, deze week, je doorhad hoe je je lichaam moet plooien als je je laat vallen, zodat je niet meer op je hoofd belandt. En gisteren boog je zelfs door je knietjes en ging gewoon weer zitten.
Next up: het stapje van de keuken naar het terras nemen zonder je gezicht te gebruiken.
Er is veel om vrolijk over te zijn: je eet goed, tegenwoordig. Fruitpap en groentenpap en ook al een korstje brood, soms. Of een koek, of een stuk fruit. Je drinkt uit een beker en dat is bijzonder schattig om te zien. Het belangrijkste is echter dat je nu ook wil eten als je niet thuis bent. Op bezoek laat je je gewillig voederen. Zo zonder protest dat ik bijna de hysterie van een paar maand geleden in dergelijke situaties zou vergeten. Let wel: bijna. Er zal nog wat Olvarit versluisd moeten worden voor alles vergeven is, kind.
Dat op bezoek gaan, gaat tegenwoordig ook uitstekend. We kunnen je nu op de vloer zetten, strooien wat speelgoed om je heen, en je speelt gewoon alsof je thuis bent. Fijn is dat. Net zoals het fijn is dat je nu ook weer bij mensen op de arm wilt die niet je ouders zijn. Want we laten anderen ook al graag eens genieten van je schattigheid.
Verder gil en tater je de dag weg. Voor het eerst ook duidelijk in respons. Als ik bababa doe, dan doe je bababa terug. Als ik gil, gil je terug. Ik geef toe: er zijn constructiever dingen dan tegen uw baby zitten gillen, maar het is zo verdomde schattig dat ik gewoon verderdoe.
Nog vrolijkheid? Je slaapt door, lieverd. Vorige maand durfde ik het nog niet te zeggen, omdat één nacht op twee niet echt doorslapen is, maar nu is het echt zo ver: je gaat iedere avond om half negen naar bed, en wordt pas weer wakker rond zes uur. Soms zeven uur. Soms, zoals deze ochtend: half acht. En ik verzeker je, lieve schat, na 6,5 (zes.en.een.half.) maand nachtvoedingen is dit het mooiste geschenk dat je me kon geven. En wat ben ik achteraf trots en blij dat ik je dat helemaal op je eigen tempo heb laten doen, hoe erg ik ook gevloekt heb, nacht na nacht na nacht. En om helemaal eerlijk te zijn: je was er net voor de deadline, want in mijn agenda stond deze paasvakantie gemarkeerd als “Mira misschien eens laten schreien ‘s nachts als ze wil opstaan”. Ik ben blij dat ik het niet heb moeten doen, want mijn hart breekt bij de gedachte alleen al.
Is er ook slecht nieuws, moeder?, hoor ik je vragen. Jawel, meiske. Je krijgt twee gigantische tanden bij op dit moment (vooraan, bovenaan) en dat zorgt voor een bij momenten zeurderige baby. Je hoest ook weer, dus we puffen weer en gaan naar de kine. Je bent nog steeds koppig en niet zo dol op slapen overdag. Maar al die dingen vallen in het niets als je je armen naar me uitstrekt en luid schatert als je me ziet. All is good. En ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ben helemaal klaar voor een lange zomer met jou.
zoen
je mama
Maand 1 – Maand 2 – Maand 3 – Maand 4 – Maand 5
Maand 6 – Maand 7
Er werden plannen gesmeed over comedy en de Gentse Feesten, we kregen Josse en zijn ouders op bezoek, ik maakte een kieken en at het op samen met mijn liefke, terwijl onze bloedmooie dochter boven rustig sliep en wij een film keken. We aten paaslunch bij mijn ouders, samen met de meetjes, en de paasklokken brachten massa’s mooie kleerkes voor de baby die te klein is voor chocolade. We aten tiramisu bij de schoonouders, stopten Mira in een grootouderlijk bed en dronken te veel pintjes met de vrienden van vroeger. We sliepen de pintjes in shiften af, en gingen op taart en koffie en supergezellig eten bij kameraden en ploften vervolgens uitgebreid in de zetel om naar de lichtbak te gapen.
Topweekend, zou de hollander zeggen.
Als ons iets mankeert, dan googlen wij dat tegenwoordig. Zo is dat. De hele medische wereld ligt open voor de gewone mens, en we moeten niet eens gestudeerd hebben om juiste diagnoses te stellen. Ik zag daar laatst een filmpje over, van een dokter die op een conferentie zei: ” en dan komen ze in je kabinet, met vier bladzijden afgedrukt vanop internet en ze zeggen: dit is wat ik heb, en nu moet u me die en die medicatie voorschrijven”. Het zou grappig zijn als het niet zo tragisch was.
Ik doe dat ook, versta me niet verkeerd. “Baby geen eetlust” bijvoorbeeld. En hopla, duizenden resultaten met de meest afgrijselijke ziektes die mijn dochter zou kunnen hebben. Resultaten met veel taal- en werkwoordfouten bij elkaar geschreven door collega-moeders op forums allerhande, natuurlijk. Ik zou u een bloemlezing geven, maar het wordt al snel zoiets als Idool, zo’n forum lezen: plaatsvervangende schaamte, en ooggerol over mensen die elkaar bekrachtigen in de zever die ze vertellen. En dan zap ik weg.
Ik probeer mij dus in te houden, om dokter internet te gebruiken. Maar ik bedacht vorige week dat ik dat eigenlijk vroeger ook al deed, dat opzoeken. Wij hadden thuis een “Grote Medische Gezinsencyclopedie” en ik weet nog goed dat ik als kind dan bijvoorbeeld de bobbeltjes op mijn been (muggenbeten, ongetwijfeld) vergeleek met de afzichtelijke plaatjes in het boek. En dan een paar dagen overtuigd was dat ik zona-schurft-psoriasis had. Tot de muggenbeten weg waren, en ik plots een pijntje had in mijn hoofd en dus een tumor-bloeding-hersenparasiet had.
Zo’n boek, dat was nog beheersbaar. Mijn ouders keken dan naar de bobbeltjes en naar het prentje, lachten mij uit en zeiden “doe dat boek weg, kind, en gaat een beetje in den hof spelen. Het zal rap overzijn.” Maar stel dat Mira mijn kinder-hypochondrie heeft overgeërfd. Zouden er eigenlijk medische firewalls bestaan voor op de computer?
Ik ga de komende twee weken:
– veel leuke dingen doen met mijn lief
– nog meer leuke dingen doen met mijn baby
– soms eens werken, maar voor de rest de beschuldigende stapel verbeteringen, voorbereidingen en papers proberen negeren
– in de zon liggen (ha. als ik het hier schrijf, dan wordt het vast ontstuimig lente)
– veel leuke mensen zien
– veel koken en eten.
Prettige lente-vakantie, allemaal. En veel van alle leuke dingen gewenst!