Mijn koer ligt er vrolijk bij, sinds gisteren. De dochter werd in het ochtendgloren in de buggy vastgesjord en we trokken gezinsgewijs naar de kouter, voor bieslook, thijm, oregano en watnogmeer. De dagen voordien had ik mezelf al een paar keer ietwat laten gaan in de knol-achtigen, en de tulpen tonen zowaar al kleur sinds dit weekend. De druivelaars blijken onze tomeloze nalatigheid en de daaruit volgende een winter zonder plastiek rond te potten overleefd te hebben. Er is sprake van botjes en de lavendel schiet. De koer voelt de lente, dat is wel duidelijk. Hij is nog steeds lelijk rood betegeld wegens een aanval van verbouwingsmoeheid die nu al twee jaar aansleept, maar hij staat wel vol geurig grief voor de keuken en bloemig grief voor mijn humeur. Het lief heeft ook gedweild en de vuiligheid opgekuist, want nadat ik de planten had verpot had ik geen goesting meer om ook nog te kuisen, zo zijn we wel.
Nu de zon nog terug naar Gent lokken en we zijn er helemaal.