Lieve Mira
als je ‘s avonds je laatste fles drinkt, dan val je tegen het eind vaak in slaap. Ik draag je dan voorzichtig naar boven, trek je slaapzakje aan en stop je in. En vervolgens hol ik naar beneden, want het is al laat en dan heb ik honger als een leeuw. Vanavond niet echter. Je was een hele dag in de crèche geweest, en toen je in mijn armen in slaap viel, kreeg ik het niet over mijn hart om je al naar bed te brengen. Je hebt nog een uur op mijn schoot gelegen, slapend, terwijl ik naar je keek.
Wat ben je mooi, lieve schat. En wat mis ik je, nu je drie dagen per week wegbent. Begrijp me niet verkeerd: ik geniet van het opnieuw werken, van opnieuw die andere rollen — buiten mama van — op te nemen. Maar wat mis ik je. Ik denk zo’n honderd keer per uur aan je, vraag me voortdurend af hoe het met je gaat, en moet mezelf bedwingen om niet naar Saskia te bellen. Ik doe het niet, want ik ben flink. Maar alleen omdat jij zo flink bent.
In je schrift staat ‘s avonds dan geschreven wat je hebt gegeten (sperzieboontjes! fruitpap met meloen!) en wat je hebt gedaan. Ik moet altijd lachen als ik lees dat je veel gespeeld hebt. En tegelijk steekt het, dat ik er niet bij was.
Hoewel het leven nu drukker is, en hectisch, valt het me op hoe alles zoveel ontspannender is geworden. Ik ken je ondertussen door en door, en ik weet hoe je in elkaar zit. Ik weet wat je leuk vindt, ik kan voorspellen als je het op een huilen gaat zetten. Ik ken allerlei kleine kantjes, en jij bent steeds meer een tevreden baby omdat ik die kennis schaamteloos misbruik. Knellende mutsen zijn no go. Aankleden is leuker als je rechtzit. Kousen uittrekken zorgt voor minstens een kwartier geëntertainde baby die voeten in mond stopt. Een post-it op tafel kleven staat garant voor een tiental minuten frutselplezier. De truukjes die elke mama wel zal hebben, en die waarschijnlijk bij elke baby anders zijn. Het is zo leuk dat ik de jouwe ken.
Je bent vijf maand vandaag, en er is alweer veel veranderd. Niet alleen zorgen er nu ook andere mensen voor je, je bent ook opvallend socialer geworden. Op kerstdag, bijvoorbeeld, ging je lachend van tante-arm naar nonkel-schoot. Ik zat erbij en keek verbaasd toe. Het hysterisch gillen als iemand anders dan ik een vinger naar je uitsteekt is blijkbaar voorbij. Je bent flink. Mijn flinke kleine met een echte tand.
Tanden zeg. Ik dacht dat je daar nog maanden mee zou wachten, want het lijkt me zoiets voor peuters. De eerste tandloze fase van je leven is echter heus voorbij, en je moet nu nog tachtig jaar wachten tot het weer zover is. Zullen we dan meteen ook maar tot die tijd wachten met op mijn vingers te zuigen? Je tand is scherp, namelijk, en we moeten soms streng zijn. Zeker als er bijtwonden van komen.
On a related note: Je nageltjes houd ik superkort, tegenwoordig. Want ook daar kan je serieuze schade mee toebrengen. Vooral omdat je nu constant overal aan wil krabben. Aan de zetel, aan de lakens van je bed, aan het kussen en vooral: aan mijn gezicht. We hebben precies een jong katjen in huis, en het is eentje dat van geen ophouden wil weten.
Want ja, je bent nog steeds bijzonder hardnekkig. Zo heb je een paar dagen geleden ontdekt dat je brrrrrrt kan doen, daarbij een hele hoop speeksel uitspuwend. En je doet dat nu al een paar dagen van bij het ontwaken tot ‘s avonds laat. Ook tijdens het eten van groentenpap. Het is hier nogal lachen de laatste dagen. Lachen, en waskes draaien.
Tot slot nog even dit: je zit net op een grens, merk ik, de laatste week. Je eet nog net niet alles vlot. Je kan nog net niet zelf zitten (één vinger van mij aan je kraagje is genoeg). Je kan nog net niet kruipen. Ik vermoed dus dat de komende maand alweer spannend en overdonderd zal worden. Ik kan nauwelijks wachten, Kleine. Grote. Kleine.
zoen,
je mama