Year: 2009

internet

Kerygma.

Ik krijg de laatste tijd wat linken binnen vanop het interweb. Mensen die verwijzen naar mij, naar aanleiding van de wedstrijd. Ik word dan een chickblog genoemd, en dat is best grappig. It’s funny cauz it’s true en al.

Maar daarvan gesproken: Kerygma is eigenlijk de naam van mijn weblog, wist u dat? Ik ben net zomin Kerygma als Michel zog is. Mijn naam is ilse. Of i., als u dat wilt, het is mij om het even.

Kerygma, wat een rare naam voor een weblog zeg. Ja inderdaad. (ik zit vaak alleen, dus ik voer dialogen met mijn eigen omdat mijn dochter nog niet kan spreken. Het reflecteert in mijn schrijftaal, kunt dat peinzen.) Kerygma. Dat zit zo: toen ik net begon te bloggen, kreeg ik een paar dagen voordien een mail met kerygma als titel. De schrijver van de mail was een slimme jongen. Zo slim dat ik het woord moest opzoeken, want ik wist niet wat het betekende, en dat gebeurt niet zo vaak. Vandaar dat het bleef hangen.

Kerygma is Oud-Grieks, voor aankondiging of boodschap. Het woord wordt meestal in een bijbelse context gebruikt, wat wel ironisch kan genoemd worden gezien mijn ketterdom. Alleszins, lang verhaal kort: er stond een veldje met daarvoor “kies een titel voor uw skynetblog”, en hopla het woord dat ik daags voordien had opgezocht.

Nu vijf jaar later, ben ik nog steeds blij met mijn keuze, eigenlijk. Al was het maar voor die vele pure gelovige zieltjes die op zoek zijn naar bijbelse teksten en hier uitkomen. Ik hoop dat ik hen de wijsheid geef die ze zoeken, jawel. En wie een kerk voor mij wil oprichten: ik hou u niet tegen, maar zorg wel dat ik er een percentje op verdien, owkey?

Om maar te zeggen: ik ben vandaag precies vijf jaar aan het webloggen. Vijf jaar, dat was goed voor 2340 posts. Dat is meer dan een post per dag.
En u, u gaf ruim 12000 commentaren. Waarvoor mijn oprechte dank, dat spreekt. Jeej voor u! En jeej voor mezelf!

En nu ga ik een beetje nadenken over een lustrum-feestje zie.

En al

Van rolluiken en een avontuur.

Klijn zegt in de commentaar dat het in de prak rijden van mijn ex-lief-overbuur één van haar persoonlijke favorieten is, uit onze jeugd.

Ze zou zij beter wat minder lachen, zij. Ik herinner me bijvoorbeeld levendig die keer dat ze — zoals alle stoere kindjes in die tijd — uit haar raam zou kruipen om te kunnen uitgaan. (Ikzelf heb dat nooit gedaan, dat spreekt: mijn raam zat bovenaan een steile muur, er was geen plat dak, ik mocht sowieso al behoorlijk veel uit en ik was niet stoer. En daarbij, mijn ouders lezen mee.)
Bij klijn was dat ontsnappen nauwelijks een avontuur te noemen, eigenlijk. Ze woonde in een gelijkvloersbungalow, haar kamer had een raam tot op de grond. En ze woonde op wandelafstand van het jeugdhuis, dus erg veel fysieke inspanning kwam er niet aan te pas. Het was een kwestie van rolluik omhoog, raam open, buitenstappen, 3 minuten wandelen en pintje bestellen. Easiest escape ever.

En dus stond ze op een avond ver na haar thuiskomstuur terug in het jeugdhuis. Jammer genoeg hadden wij in die tijd slechte vrienden. Zo van het soort dat van zodra ze binnenwas om de drie minuten riep: Klijn, uw pa is daar., waarna er sprake was van enig in elkaar geduik van haar kant. En daarenboven begon J. een verhaal over hoe hij dacht dat haar mama ondertussen wel al zou gezien hebben dat ze weg was en gewoon de rolluik naar beneden had gedaan zodat ze niet meer binnenkon. En dat ze zou moeten aanbellen, en dat ze nu al op haar aan het wachten waren. Het zou vonken geven, en al. Iedereen knikte beamend.

Na twintig minuten is klijn terug naar huis gewandeld en braaf in haar bed gekropen. Ze kon de stress van het avontuur niet aan.

Good Times.

En al

Niet over het sjaaltje.

Iemand in blogland haalt momenteel haar rijbewijs. Ze zal er u ten gepasten tijde wel zelf kond van doen, ongetwijfeld, eens ze geslaagd is. Alleszins: rijlessen, daarover ging het daarnet op een niet nader genoemde mailinglijst. Fight Club.

Het deed me denken aan die keer dat ik zou gaan rijden. Het was de lange zomer voor we naar de universiteit zouden gaan. Een zomer die voornamelijk bestond uit op het terras van K. zitten, een bal gooien en wachten tot zijn twee honden de bal terugbrachten. En dan de bal weer weggooien. Ledigheid was onze middle name in die tijd. Tussen al dat ballengooien door leerden we het groene handboek voor rijlestheorie uit het hoofd en legden op het eind van die zomer met glans examen af. We wisten het toen nog niet, maar het zou zowat het enige glansexamen van dat jaar zijn, trouwens.
Wat u ook moet weten voor dit verhaal: kort voordien was het uitgeraakt met mijn toenmalig lief. Die toevalligerwijs ook mijn overbuurjongen was, want ik zei het al: ledigheid was mijn middle name en een lief recht over de deur is verrekte handig. Aniehoew. Einde relatie, en niet echt in vriendschap, om het eufemistisch te zeggen.

En toen kwam de dag dat ik met mijn vader voor het eerst mocht rijden, met een kanjer van een L op de achterruit. Er was een uitleg over pedalen aan vooraf gegaan en ik vertrok vol goede moed. Klein beetje draaien aan het stuur om de auto van de berm te halen, en dan hopla de weg van onze rustige woonwijk op. Althans, dat was het plan. Het “klein beetje draaien” werd door uw dienaar namelijk verkeerd ingeschat en werd een scherpe bocht. En het daaropvolgende “remmen, i.” van mijn vader zorgde voor pedaalverwarring en een flinke duw op het gaspedaal. De auto schoot vooruit (als een straalvliegtuig, zo leek dat toen) en ramde — u voelt me komen — de auto van het ex-vriendje, netjes geparkeerd aan de overkant van de straat.

Aaah, het trauma. Jaren later nog werd elk nieuw lief door mijn zogenaamde vrienden gewaarschuwd voor mijn wraakzucht als het ooit uit zou raken. En in het jeugdhuis werd ik dat jaar verkozen tot beste chauffeur in de poppol. Lachen. Het heeft drie jaar en ettelijke rijlessen geduurd voor ik opnieuw de baan opdurfde.

K. had ondertussen al lang een rijbewijs en een auto. Er hing een sjaaltje om het stuur om te verbergen dat de sleutel niet meer van het contact afkon. Maar dat verhaal is voor een andere keer, lieve lezertjes.

kinderspam

Start.

Start to run, allemaal goed en wel. Ze zouden beter een podcast maken met start to sleep ne keer 10 uur na elkaar, ge zijt al bijna vier maand, kind.

Zo dacht ik deze ochtend. Het was twintig voor acht. Twintig voor acht, ilse, dat is toch een schoon uur, zeg? Ik hoor het u graag zeggen, lieve lezer. En jawel, jawel, twintig voor acht, dat is een heel schoon uur. Maar niet als het kind pas om kwart voor zeven in haar bed lag, na al wakker te zijn om half zes. En de keer daarvoor om 1 uur. Eén uur, as in: hallo, holst van de nacht.

Ik zeg u: die dochter van mij heeft geluk dat ze zo allerschattigst is, zo mooi, zo vrolijk, zo slim en zo flink. (klik) Anders zou het geen waar zijn, van dat direct vergeven en vergeten.

kinderspam werk

Werk.

En toen ging ik werken. Nog niet officieel, maar een vergadering die eigenlijk wel moest, ter voorbereiding van het nieuwe semester. Nog in moederschapsverlof verkerende nam ik mijn dochter gewoon mee, gepakt als een muilezel met speelgoed, relax, buggy-met-maxicosi en verzorgingstas. De lieve collega’s hielpen sleuren, de buggy-met-maxicosi werd in de lectorenruimte achtergelaten en baby en toebehoren werden naar het eerste verdiep getroond. Alwaar wij gezellig vergaderden, terwijl Mira een beetje speelde in de wipper en daarna op de schoot het vervolg van de vergadering volgde.

On her best behaviour, moet ik zeggen: ze heeft niet gehuild, heeft naar iedereen gelachen en heeft zichzelf niet ondergekakt. Vooral dat laatste was een fijne bonus, ik zag me al op de vergadertafel van ververserke doen.
De kop is eraf, het werk lonkt aan de horizon. Nog drie weken.