Year: 2009

En al

Pompoen.

Toen ik dit weekend mijn bureau opruimde, viel mijn oog opeens op een plastiek tasje, half weggeraakt achter een kast. Bleek er een pompoen in te zitten. Voor u dat vreselijk gek vindt en denkt dat wij hier groenten laten rondslingeren op de meest absurde plaatsen: toen mijn meme in oktober een paar pompoenen uit de tuin meegaf, was onze keuken er nog niet. Het bureau was toen een beetje een opslagplaats. En ik kwam het al te zeggen: half weggeraakt achter een kast.

Maar goed. Daarnet besloot ik dus soep te maken, van die laatste pompoen van dit jaar. En terwijl de uien en het pompoenvlees zachtjes sudderden in de boter, drong het opeens door: misschien is dit wel de laatste keer dat ik groenten klaarmaak uit de grootouderlijke moestuin. Want wie gaat er nu het onkruid wieden en de tomatenplanten ontluizen? De boontjes planten en de patatten opspitten? De zurkel en de salade uitstekken?

Het voelt als het eind van een tijdperk, gelijk.

werk

De loodjes.

Als ik naar januari 2008 kijk. Of januari 2007, of 2006, dan komt elk jaar het zelfde terug. Tegen vandaag ben ik stikkapot. Mijn hoofd is suf van het verbeteren, mijn schouders doen pijn van te lang aan een computer zitten. De examens zijn voor mij de meest vermoeiende en ook wel de saaiste periode van het jaar. Dat is dit jaar niet anders. Het zijn vooral de hoeveelheden die de doodsteek geven, merk ik: massa’s studenten, één na één, examen na examen.

En het ergste moet nog komen: volgende week neem ik vijf dagen lang mondelinge examens af. I better brace myself.

Ja!

Veruit het grappigst vanavond.

Ok, de comedians waren goed. Maar de juffrouw die vlak voor mij en Els zat en hele erg WTF naar Iwein zat te staren en daarna de palingpaté van Gunter met handen en voeten moest uitgelegd krijgen door haar gezelschap. Om dan te zeggen: ja. k vind gelijk geen goeie.

Geef dat meiske een micro en een podium.

Ja!

Weekendochtend.

Het is ochtend, en het huis is stil. Er tikt wat regen op de lichtkoepel, en de kat speelt met een gitaarsnaar, maar dat is het. Hij slaapt nog, eindelijk voor het eerst in lange tijd. Ik weet: als hij opstaat, dan is er radio en gerommel met borden en bestek en gepraat. Maar voorlopig is er alleen stilte. Ik lees een paar mails en twijfel tussen een bad en nog een kop koffie.

Het leuke aan weekendochtenden is dat het desnoods allebei kan.