Year: 2009

En al moeilijk

Die keer dat ik ging bevallen.

Zegt Tom in de commentaren dat ik een paswoord op borstvoedingsposts moet zetten, en vergeet hij zowaar dat ik het nog niet eens over MIJN BEVALLING heb gehad. Mwoehaha. Dat wordt traumatisch, vriendschap. (Blijkbaar is daar wel interesse voor, voor het bevallingsverhaal, want ik krijg verzoekjes Zeg, dingske. Vertel eens van toen ge een kind hebt gekocht, want we hebben er nog niet veel van gehoord, eigenlijk. U vraagt, wij draaien, zo gaat dat hier op kerygma, want we willen natuurlijk weer voor Tom eindigen in december in het NTG. Nog een trauma erbij, hopla.) (more…)

Neen!

Goed is relatief.

“Goh, hij doet dat goed, boogie”, dat hebben we al verschillende keren tegen elkander gezegd de laatste weken. Zo’n lawaaierige baby die opeens met alle aandacht gaat lopen, dat is immers niet evident voor een sowieso al stressgevoelige kater.
Maar hij gedraagt zich voorbeeldig, vinden we.

Behalve deze nacht dan. Ik was eten aan het geven, en dan kan een mens niet zomaar rechtstaan en reageren. En het was nacht en luid roepen is ook al nefast voor de feestvreugde dan. Alsof hij het doorhad: hij keek me doordringend aan, hief zijn staart op en maakte een gigantisch grote plas. Op het aanrecht. Waarna hij zich omdraaide en naar buiten liep.

En dus heb ik na het eten en het boeren en het troosten en in slaap wiegen nog een halfuurke gespendeerd met meerdere malen afwassen en spoelen van het aanrecht om het kattenpipi-vrij te maken. Just my favourite thing om half vijf ‘s morgens, echt waar.

En al moeilijk

En puddingskes met speculooskoeken erin.

Ik heb een vaas meegenomen, en een tafelkleedje. Twee foto’s die pepe ooit nam van mijn mama. En op de valreep ook zijn pet. Er staat een doos fotogrief met mijn naam erop, en het bureautje komt naar ons thuis.

Dit weekend is ze verhuisd naar het appartement naast mijn ouders. Het huis werd te groot voor haar alleen, en dichtbij is aangenamer voor iedereen. Het is een mooi, praktisch en niet te ruim appartement, vol oude vertrouwde meubels en foto’s.

Zo gaat dat: eerst woont ge klein, dan in een groot gezinshuis en daarna weer in een kleiner appartement.

Er komen nog wat mensen spullen afhalen voor de vierde-wereldwerking en binnen twee weken komt de container. Dan is het grote huis definitief leeg. In plaats van mijn grootouders komt er nu een meneer wonen met zijn twee kinderen.

Dat doet een beetje raar, toch. Zo in het huis waar wij kindjes zijn geweest en na school boterhammen met lichtbruine suiker aten. Ondertussen hebben we zelf kindjes. En zijn we allemaal verhuisd van kleine appartementen naar grote huizen.

Morgen eens lichtbruin suiker kopen in den Delhaize. Ik heb precies goesting achter een boterham.

En al

Leve sociale voorzieningen.

Sabrine, dat is onze kraamhulp, heeft net een strijk van twee weken weggewerkt. Nu is ze naar den Delhaize voor de boodschappen en het eten voor vanavond. En straks gaat ze nog stofzuigen.

Vanmiddag komt de vroedvrouw langs, eens kijken naar de kleine, eens wegen en de herstellingen van de keizersnede opvolgen. En ik ga haar meteen vragen om de tummy-tub eens te demonstreren (tot nu wassen we Mira in de lavabo), want ik zie me daar niet zo goed man over.
Vorige week, op die bloedhete dag, had Mira trouwens een beetje koorts: 38°. Het was zes uur ‘s avonds, en dan kunt ge dus gewoon bellen naar de vroedvrouw en dan zegt die wat ge moet doen. Binnen het uur was alles ok.

De borstvoeding (waarover later meer), dat was een hel, en dus was er een lactatiedeskundige om te helpen.

Maandag zijn we naar kind en gezin geweest, voor de gehoortest en om eens te kijken of alles goed loopt. En er is een afspraak gemaakt voor de eerste vaccinaties.

Volgende week gaat Mira naar haar dokter, en binnen twee weken ga ik op controle naar de gynaecoloog. Dan krijg ik ook een briefje voor postnatale kine.

Eigenlijk mogen we onze twee pollekes kussen hier in België, met al die voorzieningen. Ik ben geen held in die dingen, en zeker bij een eerste is een mens nogal onzeker. Gelukzakskes zijn we.

En al

held.

Mijn lief is een held, jawel. En dan heb ik het niet eens over de aandoenlijk marginale mobiel die hij gisterenavond in elkaar knutselde voor boven het park. We ‘re talking piratenvlag en sleutelhangers, peoples. Foto’s volgen, misschien zelfs al later vandaag. (De mobiel is in afwachting van de echte mobiel, die nog in de babywinkel is. Maar de dochter begint een duidelijke interesse te vertonen voor bewegende dingen, dus wilde hij niet wachten.)

Maar goed, de heldhaftigheid zit hem deze keer in het resoluut tegen zijn wederhelft ingaan. Gisteren werd ik namelijk zonder pardon om negen uur naar bed gestuurd: mijn hoofd deed pijn, maar zoals wie mij kent weet is dat hoegenaamd geen reden om eventueel eens een beetje te rusten. Er zit iets in mijn karakter waardoor fysieke ongemakken de drive om door te gaan nog erger maken. Niet willen opgeven en flink zijn en al.

Het is dan goed als ge een streng lief hebt, zo blijkt. En als dat streng lief dan ook nog eens de nacht-honeurs waarneemt, dan is er opeens een slaapnacht van 21.30h tot kwart na zes in de ochtend. En ziet het leven er opeens zonniger uit dan ooit.

Deze nacht was trouwens ook voor het eerst dat de kleine niet elke 2,5 uur besloot wakker te worden. Er was hier zowaar sprake van blokken van bijna vier uur. Als we nu nog ontdekken hoe we de uren durende avondlijke huilbuien kunnen kalmeren, dan komt alles in orde.