Year: 2009

nieuwsbrief

Newsletter – maand 1.

*Aren’t we all inspired by Dooce sometimes?*

Lieve Mira

Ik tik dit met één hand, want mijn andere zit aan een arm die in gebruik is. Door jou, om precies te zijn, want je hebt besloten dat die de ideale locatie is voor een tukje. Aangezien je vandaag niet de vrolijke baby bent die je gewoonlijk placht te zijn, laat ik je even liggen en loop liever niet het risico je wakker te maken door je te verplaatsen.
Neen, je bent niet vrolijk vandaag, maar we veronderstellen dat dat komt door het grote feest van gisteren: 160 mensen die je komen bewonderen en koechiekoechie boven je hoofd doen, het zal misschien wat veel geweest zijn voor een meisje van een maand.

Jawel! Een maand! Vandaag precies een maand geleden kreeg ik jou boven mijn gezicht gezwaaid, vers uit mijn buik gesneden. Ik kon je niet vastnemen, want mijn handen waren aan de operatietafel gebonden. Een gemis dat ik echter sindsdien ruimschoots heb goedgemaakt. Soms, als je ligt te slapen, moet ik al mijn wilskracht gebruiken om je met rust te laten en niet een beetje aan je voeten of handen te komen futselen.

Het is me nogal een maand geweest, lieve Mira. De eerste helft heb ik voornamelijk al jankend doorgebracht, met hormonen die me tot wanhoop dreven. Als jij je keel openzette (want dat doen baby’s van jouw leeftijd nu eenmaal), was de normale procedure die eerste weken dat ik gewoon een potje meehuilde.Van vermoeidheid, van onverwerkte emoties of gewoon zomaar.
Nu nog kan ik er niet tegen als je pijn hebt: vorige week lag je naast me te slapen in de zetel en je had duidelijk krampen in je buik. Dat kunnen we namelijk zien aan de pijnlijke gezichten die je maakt en het strekken van je rug en benen. Je sliep door de krampjes heen, gelukkig, maar mijn hart brak toen ik je ongemak zag en dus heb ik maar in jouw plaats een beetje gehuild. Omdat ik niets kon doen om te helpen.
Deze ochtend ook: plots trok je een pruillip — die heb je pas ontdekt –, zette een keel open en je ogen vulden zich met tranen. Je allereerste tranen, kind, dat is alweer een stap naar volwassenheid en functionerende traankanalen. En een aanleiding voor een volgeschoten moedergemoed.

Je allereerste tranen zijn natuurlijk niet de enige mijlpaal: zo lach je sinds vorige week geregeld naar ons. Soms zelfs met een glimlach die je hele gezicht laat oplichten. Wij smelten dan natuurlijk. En roepen hysterisch naar elkaar van moetkeerkomenkijkenmaat (dat is gents voor zie nu toch eens). Die lachjes maken alles wat lastig is aan kleine baby’s weer goed, maar zullen we afspreken dat we die glimlach niet meer doen in het holst van de nacht? En hem niet laten volgen door je we-gaan-spelen-gekraai op dat ongoddelijk uur? Dat zou fijn zijn.
Je vader en ik waren eerder deze week ook onder de indruk dat je nu ook speelgoedjes die boven je hoofd worden gehouden kunt volgen met je ogen. We hadden je bijna ingeschreven in de kangoeroeklas, maar dat is misschien wat voorbarig.

Je vader, dat is die man met de prikkende baard die gezwind en zonder morren overneemt als ik niet meer kan. En die de slappe lach krijgt als je nog maar eens probeert of je met je uitwerpselen tot aan je nek kunt geraken als je maar genoeg in één keer kakt.

Het antwoord is ja, trouwens.

Je papa blijkt ook heel goed in je rustig krijgen als je over je toeren gaat (Hij heeft natuurlijk al vijf jaar op mij geoefend, en jij en ik: we hebbben dezelfde genen). Verder denk ik dat hij veel van zichzelf herkent, want ik kan het nu al met zekerheid zeggen: je karakter lijkt als twee druppels op dat van hem. Dat maakt het nog gemakkelijker om je graag te zien natuurlijk, en ik heb het vooruitzicht dat ik je binnen een paar maand gewoon voor de televisie kan neerplanten als ik eens een uur of zes voor mezelf nodig heb.
Maar alleszins: hij zorgt goed voor ons, en ge moogt dat niet vergeten. Ook niet als hij binnen zestien jaar de jongens aan onze voordeur wegstuurt en u zegt dat ge een ander kleedsken moet aandoen en die schmink van uw gezicht moet vegen voor ge buitengaat.

De voorbije maand is een beetje ingrijpend geweest voor ons allemaal, en het valt me op dat de vierde week zoveel leuker was dan de eerste. En dat elke dag een beetje plezanter is, omdat we jou steeds meer leren kennen. Ik kan nauwelijks wachten om aan maand twee te beginnen.

dikke zoenen

je mama.

En al moeilijk

En Azo.

En azo werd onze Mira vier weken en begon ze opeens dingen te volgen als je ze voor haar gezichtje beweegt. En kreeg ze haar allereerste feest, waarop het superdruk was en we de mooiste cadeautjes van de wereld kregen. En waar we vooral alweer onze pollekes hebben gekust omdat we zoveel fijne vrienden en familie hebben, die allemaal met zoveel goesting komen meefeesten met ons. Het was bijzonder goed voor ons hart, peoples.
De baby heeft zich trouwens de hele dag voorbeeldig gedragen. En in de voormiddag was er een bepaald moment dat ik de meute spelende kinders overschouwde (boy, ons maten hebben echt ferm gekweekt de laatste jaren) en heel erg uitkeek naar babyfeesten ergens volgende zomer en binnen twee zomers, als de onze ook al kan meespelen en al.

En azo vonden wij trouwens ook vermoedelijk de juiste speentjes voor de fles van Mira, wat het eten voor het eerst in vier weken geen worsteling van een uur maakte, maar een rustig moment van een kwartiertje, gevolgd door een blije baby. Duimt u mee dat deze de goede zijn? Ik vind blije baby’s namelijk cool.

En azo werd het zondagavond half negen en zat ik uitgeput in de zetel terwijl mijn lief Mc Donalds haalde. Ik voorzie voor vanavond enkel nog een zeer harde crash en vroeg naar bed. De rest van het praktische leven mag even wachten tot morgen.

Er is iets heel erg fout met de werkwoordtijden in deze post. Maar laten we dat allemaal maar voor één keer met de mantel der liefde bedekken. Morgen word ik weer consequent in mijn taalfouten, beloofd.

Neen!

Smos.

Zoals Michel. Het is niet omdat ik in moederschapsverlof ben en thuiszit, dat de wereld niet meer doordringt. Wij noteerden de laatste week:

– Mensen die belangrijk uitspreken als belangruk. Het is rijk aan belang, niet ruk aan belang. Alstublieft.
– Reclamemensen die de sticker “geen reclame” negeren op mijn bus. Ik heb het tegen u, Pitta Sezer.
– Dat de helft van die vrouwen in K2 zoekt K3 twee staartjes in hun haar hebben.
– meisjes ouder dan 12 met twee staartjes. Als ge naar de middelbare school gaat is één rekkerke genoeg, kinderen.
– Dat als ik bij de kleine ben, dat dat evident is want dat is voor uw kind zorgen, en als lief bij de kleine is, omdat ik ergens heen moet, dat dat babysitten heet. HET IS EVENVEEL ZIJN KLEINE ALS DE MIJNE.
– Online banking en dat ge 36 keer een code moet ingeven tijdens zo’n sessie. Op een laptop zonder numeriek klavier.
– Papieren invullen, opsturen en nieuwe papieren in de plaats krijgen die moeten ingevuld worden met zo goed als dezelfde gegevens.
– Bach-bloesems en de suggestie die in mijn kind te gieten.
– De reclamefolders van de colruyt die ge krijgt omdat ge een extra-korting kaart hebt en die ge dus niet kunt opzeggen. Neemt u van mij aan: ik heb het geprobeerd. Meerdere keren.
– Een klassieker: uw kinders “de kids” noemen, uw lief “papa” en uw kleine “zus”. Of “broer” als het een jongen is.
– Kraamverzorgsters die mijn kleine aanspreken met “zus”.
– De illusie dat een smiley een gemene opmerking grappig maakt. Neen, het is nog steeds een gemene opmerking en ge lacht mij gewoon uit achteraf.
Uberhaupt gebruiken in spreektaal.
– Mensen die ik niet ken die in de GB van de Brugse Poort met hun vuile pollen aan mijn dochter haar kaken komen frutselen.
– Rugpijn en niet naar de osteopaat kunnen omdat ge daar twee dagen moe van gaat zijn. En ge zijt al zo moe, dus extra kan echt niet.
– Vieze trunten bij de bloemenwinkel. I spend my money in your shop, woman.
– Fietsen in verschillende lagen tegen elkaar geparkeerd op de trottoir. Zodat ge met die kinderwagen van die bordure moet en er dan weer op. En ik ben al zo lomp.
– Mensen die ik en x zeggen in plaats van x en ik.
– Mensen die zeggen dat het nooit beter wordt, met dat doorslapen.
– Dat mijn goeiemorgen aan lief tegenwoordig een bleitinge is wegens te moe om goeiemorgen te zeggen.
– Boeken die geleverd worden net als ge die dag naar de GB zijt geweest waar ze geleverd worden, maar ge hadt nog niet naar uw mail gekeken die dag. Boe!

Ik heb geen problemen met een brooodje smos, though. Dus al bij al valt het nog mee.

En al moeilijk

Overstuur.

Oh, had ik al verteld van die keer dat ik mijn dochter helegans mismeesterd had? Neen zekers.
Wel, het was afgelopen zaterdag en vriendin A. was jarig. Die gelegenheid werd als excuus gebruikt voor een klein feestje met als ingrediënten: de meest legendarische picnic-tafel van Gent, een paar flessen bubbels, chocoladecake en een paar maten. Buiten in het park dus, en op een avond dat lief optreden was.

Omstreeks acht uur was de baby een contente baby: gevoederd, verversd en wat aan het spartelen in de zetel. Zoals kinderen van net drie weken dat plachten te doen op hun beste momenten, jawel.
Overmoedig als ik ben dacht ik toen dat het een goed idee was om het kind mee te tronen naar het park (op vijf minuten wandelen van ons huis) en even dag te zeggen op het feestje. Boy, was I wrong.

Ik overwoog de draagdoek maar besloot dan toch voor de koets te gaan, wegens een beetje last in mijn rug. Mira een vestje aangedaan, mutsje, dekentje erover en in de wieg. Nog steeds tevreden baby. Wandelen. Nog steeds tevreden baby. Aankomen aan de picnictafel en hopla: spontane huilbui. Geen erg, dacht ik, het gaat wel over. Een beetje gesust, toen het niet overging nog een rondje gewandeld en haar daarna even opgepakt. Geen resultaat. Integendeel: de huilbui werd steeds erger.

En zo was ik een half uur nadat ik de deur achter me had dichtgetrokken met een tevreden dochter terug thuis, deze keer met een uiterst ontevreden dochter, die de hele weg naar huis gekrijst had alsof ze zwaar mishandeld werd. Terwijl er toch alleen sprake was van liggen in de knusse zachte wieg. Ik weet niet wat het precies gedaan heeft: misschien was het te koud. Of te warm. Of te donker en onbekend en met stemmen die ze niet herkende. Of was de geur van de bbq vlakbij er teveel aan: wie zal het zeggen.

Alleszins: de rest van de zaterdagavond heb ik gespendeerd met het huilende kindje troosten, terwijl zij op haar kussen lag en ik bij haar. Ze was kalmer thuis, maar ze keek nogal “ja, ik weet het we zijn thuis en alles is ok nu, maar ik ben overstuur, dus het komt niet direct goed, en het is uw schuld, moedervrouw”. Om elf uur heb ik haar dan eten gegeven en daarna is ze als een blok in slaap gevallen.

Zow. Dat was interessant. Ik kijk al uit naar onze volgende avonduitstap.

En al

Dingen die ik tegenwoordig kan met één hand.

– cola uitgieten (snelle suikers zijn cruciaal ‘s nachts)
– krantenpagina’s omslaan (kranten zijn cruciaal ‘s ochtends
– typen
– melk opdweilen van zetel, schouder, kleren (zowel van baby als van mezelf)
– televisie verzetten
– dingen in agenda schrijven
– koeken eten
– smsen sturen

Ik denk dat zulk een vaardigheden schoon gaan zijn op mijn CV. En doorslaggevend bij allerhande functies.