Als wij ‘s avonds gaan slapen, dan moet ik altijd nog eens langs Mira’s kamer. Dat is best spannend: de plankenvloer in de gang voor haar deur kraakt heel luid, en in de stille nacht klinkt dat als een boom die omvalt in een doodstil bos. Het is niet zo, ik weet dat wel, maar de schrik om de baby wakker te maken zorgt ervoor dat alles harder lijkt.
Ik ga dan haar kamer binnen en kijk naar haar. Ze ligt in haar bedje, de armen uitgestrekt naast haar hoofd en dat is zo’n mooi beeld, ge hebt daar geen gedacht van. Ik froemel dan even aan het deken en stop haar nog eens in.
Het vreemdste is echter dat ik haar absoluut moet aanraken. Bij voorkeur zachtjes op haar hoofd, maar minstens even aan haar handje. Ik weet dat als ze licht slaapt, ze zou kunnen wakker worden, maar ik kan het toch niet laten. Ik maak mezelf wijs dat ik moet voelen of ze het wel warm genoeg heeft. Maar eigenlijk is dat maar een uitvlucht. Ik moet gewoon haar huid nog eens aanraken, anders slaap ik niet.