Recent is er het één en ander veranderd aan de bedrijfsvorm van mijn wederhelft. Dat klinkt als een zeer rare zin, en als hij hem zou uitspreken zou het waarschijnlijk één of andere ranzige connotatie krijgen, maar eigenlijk is het heel onschuldig. Zoals: hij heeft nu een btw-nummer en daarvoor niet. Die verandering betekent dat de gegevens moeten aangepast worden bij de telefonie, de mobiele dink en den elektriek. Aangezien het lief keihard aan het opnemen is voor seizoen twee, en ik tijdens de dutjes toch aan huis gekluisterd ben, regelde ik het hele gedoe. EN OOK WEL OMDAT IK DAT ZO GRAAG DOE. ahum. Aldus spendeerde ik een paar dagen met het doorlopen van menu’s (voor nederlands druk 1), en het luisteren naar wachtmuziekjes terwijl ik ondertussen mijn nagels vijlde, de keuken opruimde, een was instopte en de frustraties opstapelde. Allez, ge kent dat: het doorsnee moederschapsverlof.
Maar die telefoontjes zijn eigenlijk niet hetgeen waarover ik het wil hebben, maar wel de brief die ik na het telefoontje kreeg van een niet nader genoemd nutsbedrijf. Dat mijn registratie in orde was en of ik dan alsutblieft dankuwel even een waarborg van 766 euro op hun rekening wilde storten. zevenhonderdzessenzestig euro, jawel. Dat is dus dertigduizend oude Belgische Franken, peoples. Nu heb ik de gewoonte niet zomaar bedragen waar ik langer dan een week voor moet werken te spenderen zonder te weten waarom, dus belde ik nog maar eens naar de klantendienst van het niet nader genoemd nutsbedrijf. Wachtmuziekje, nederlands druk 1 en dan een zeer vriendelijke jongen aan de lijn die uitlegde dat het dus geen voorschot was, maar wel degelijk een waarborg. Wij schrijven dat over op hun rekening, en als we ooit eens niet betalen, dan nemen ze centjes van die waarborg. Toen ik enigszins verontwaardigd repliceerde dat dit toch wel vreemd was, antwoordde hij dat “zulks standaard is bij nieuwe bedrijven” en het een kwestie was van “risico inperken, voor het geval we niet zouden betalen”. Enige verontwaardigde mondigheid van mijnentwege later (“dus, u wilt zeggen dat als ik correct betaal — wat ik overigens al acht jaar doe aan uw bedrijf — dat die 766 euro tot de eeuwigheid op uw rekening blijft staan, en u daar intresten voor krijgt?”), bood de vriendelijke jongen mij aan iemand van de bevoegde dienst te laten terugbellen.
Twee dagen later stond die meneer van de bevoegde dienst van het niet nader genoemd nutsbedrijf op mijn antwoordapparaat. Dat ze mijn dossier nog eens hadden bekeken en hadden besloten de waarborg te laten vallen.
Moraal van het verhaal: als ik een brave burger was geweest, dan was er nu 766 euro die stond te blinken op andermans rekening. En waar ik dus niet over zou kunnen beschikken tot ik opeens zou besluiten dat we geen elektriciteit of gas meer hoeven.
Ik vraag mij af hoeveel mensen ze dat dagelijks lappen, dat soort truken.