Ze is drie en op bezoek met haar moeder. We zitten op het terras en kleven blinkende sterren op een kroon voor haar opa. Die is jarig, namelijk, en ze gaan later die middag langs voor taart. Ik ken hem al bijna 20 jaar, de opa, zolang als zijn dochter al dicht in mijn leven is. Daarmee dat ik weet dat hij al graag eens iets op zijn hoofd zet, als de omstandigheden zich daartoe lenen. En daarmee dat er dus een kroon wordt gemaakt.
Van de kroon is het een kleine stap om andere dingen vol te kleven met vlinders, sterren en roze pluche. En zo komt het dat ze een ster op mijn buik kleeft en ernstig zegt “dat is omdat daar een baby inzit”.
Als ze kort daarna ook een ster op haar eigen buik kleeft moet ik het natuurlijk vragen
“Zit daar ook een baby in?” Ze bevestigt zonder twijfel.
“En hoe heet de baby in jouw buik?”
Zonder enige aarzeling, met een stralende glimlach:
“Jezus!”
Katholieke protestantse kleuterscholen zijn echt lachen, vind ik.