Binnenkort verhuist mijn grootmoeder van het grote grootouderlijke huis naar een overzichtelijk appartement naast mijn ouders. Er komt dus een verhuisdag aan, en daarvoor moet het één en ander geregeld. Deze ochtend wilde ik de parkeerplaatsen aanvragen voor de verhuiswagen en -lift en ik dacht: eerst eens bellen waar ik precies moet zijn, daar in het dorp. Ik ben er al even weg, ondertussen, dus wie weet wat er allemaal veranderd is.
Dus, ik zoek het nummer van de politie op en zet me schrap voor een uitleg over formulieren en drievoud en een attest of twaalf, een bewijs van goed gedrag en zeden en een dansje op het administratief centrum met twee speciaal voor die functie afgerichte aapjes– zo gaat dat hier in de grote stad namelijk, zo’n dingen.
– Goeiemorgen, ik had graag een inlichting: mijn oma verhuist binnenkort en we hadden graag een paar parkeerplaatsen laten vrijhouden voor de verhuiswagen.
– Ah, ok, belt u maar naar de technische dienst van de gemeente en zegt u maar dat het voor de politie in orde is.
Op de technische dienst zelfde scenario: “het is in orde voor de politie, zeggen ze” — “ok, zet u even het precieze adres op mail en dan zorgen wij voor bordjes”
“Prettige dag verder”
Ik ben daar dus serieus niet goed van. Vijf minuten, twee telefoontjes en een mailtje en alles is geregeld. Ik wil het zelfs niet weten hoe lang ik er hier in Gent zou over doen.