Month: March 2009

Ja!

Meneer de burgemeester.

Toen Frank Beke een paar jaar geleden aankondigde dat hij geen kandidaat zou zijn met de verkiezingen van 2006, was ik daar het hart van in. En met mij veel Gentenaars, denk ik. Een burgemeester is in Gent namelijk iets speciaals. Wij willen daar trots op zijn, ge voelt dat bij veel mensen. Ge wilt die een beetje graag kunnen zien. En Frank Beke, dat is een zeer aimabele mens: toegankelijk, vriendelijk, verstandig…zeer gemakkelijk om er u verbonden mee te voelen.
Daniël Termont volgde hem op als lijsttrekker. En dat was een serieuze verandering, daar was iedereen het over eens. Er was enige onzekerheid bij sommige mensen of hij de populaire Beke zou kunnen opvolgen, maar de Gentse kiezer koos overtuigend: dubbel zoveel voorkeursstemmen als de blauwe tegenstander.

Termont heeft zich sinds zijn verkiezing niet altijd de meest aimabele mens getoond. Hij is nogal recht door zee, nogal bruusk in zijn bewoordingen. Maar dat wordt vergeven, zo blijkt: de werklust straalt en immers vanaf, hij is verstandig, weet alles over de stad en is geen praatjesmaker.

En zo zat ik dinsdag voor de televisie, toen de burgemeester bij Phara zat. Hij keek een beetje boos, want er is vanalles gebeurd met de flikken de laatste dagen. En ik was zowaar een beetje gepakt van de manier waarop hij antwoord gaf op de vragen: kordaat, niet zeveren, doen wat moet gedaan worden en dan moving on. Zoals hij de crisis heeft aangepakt. Ik ben een beetje trots op mijn burgemeester, de laatste week. Precies gelijk vroeger op Beke.

mediagedoe Neen!

Some people.

Bon. Wil er iemand die kale debiel uit tetteneiland eens snel in een dwangbuis steken met een prop in zijn mond, zodat hij stopt met dwaze praat uitslaan?

Ze is te dik.
Als ze er iets wil aan doen, dan geef ik haar geld.
Ze moet op haar eten letten.

My god. Ze is misschien niet het scherpste mes uit het schof, maar hopelijk komt ze tot inzichten en laat ze die nitwit zo hard vallen dat zijn domme kop geblutst is.

Ja!

De jager.

Andere katten brengen al eens een dood vogeltje mee naar huis. Een muis. Een kadaver van een kotkonijn.
Onze Boogie heeft vandaag al drie keer een wikkel van een koek binnengebracht. Heel trots en al.

Snicker, Leo en grannie hebben waarschijnlijk ferm afgezien. Ocharme.

Neen!

Dat u verwittigd bent é.

Als u deze dagen in een Blokker binnenloopt, wees dan op uw hoede. Want plots kunt ge u omdraaien en oog in oog staan met Piet Huysentruyt en een stapel caserollen. Het is weliswaar een cardboard-Piet, maar levensgroot en zeer waarheidsgetrouw. Toemme. Zo verschieten zeg.

moeilijk

Mijn restaurant.

Lang geleden, toen wij nog jong en onbesproken waren (er was zelfs nog geen sprake van het lief), gingen wij op weekendavonden vaak uit eten met een paar vrienden. Het was in de tijd dat vriend J. en vriend W. nog niet in de horeca werkten en dus vrij waren op weekendavond. En dat ik nog niet in het onderwijs stond, en dus ook niet hoefde te werken in het weekend.
We hadden allemaal een job, maar nog niet zo lang. We waren allemaal volwassen, maar nog niet zo heel erg. We dachten soms eens aan de toekomst, maar we vonden dat ge daar beter niet in overdrijft.
Maar vooral: we hadden voor het eerst in ons leven eigen geld. Iedere maand was er een loon, en na aftrek van huur bleef daar nogal wat van over. En die overschot deden wij voornamelijk op in de Gentse horeca. Eén van onze favorieten in die tijd was casa de las tapas, in het Patershol. Eén van de weinige plaatsen waar je om tien uur nog aan tafel kon gaan, en zonder problemen tot ver na middernacht tapas en cava kon bestellen. Fantastisch lekkere tapas. En paëlla! En fedeua!

De laatste keer dat ik er kwam was met lief, een paar jaar terug. Er was toen iets veranderd, en het was er niet meer zo leuk. Gisteren bleek op TV dat de eigenaar veranderd is, dus het zal dat wel zijn. En de eigenaar uit onze tijd, die doet nu mee met Mijn Restaurant in Sint-Niklaas. Benieuwd.