Toen Frank Beke een paar jaar geleden aankondigde dat hij geen kandidaat zou zijn met de verkiezingen van 2006, was ik daar het hart van in. En met mij veel Gentenaars, denk ik. Een burgemeester is in Gent namelijk iets speciaals. Wij willen daar trots op zijn, ge voelt dat bij veel mensen. Ge wilt die een beetje graag kunnen zien. En Frank Beke, dat is een zeer aimabele mens: toegankelijk, vriendelijk, verstandig…zeer gemakkelijk om er u verbonden mee te voelen.
Daniël Termont volgde hem op als lijsttrekker. En dat was een serieuze verandering, daar was iedereen het over eens. Er was enige onzekerheid bij sommige mensen of hij de populaire Beke zou kunnen opvolgen, maar de Gentse kiezer koos overtuigend: dubbel zoveel voorkeursstemmen als de blauwe tegenstander.
Termont heeft zich sinds zijn verkiezing niet altijd de meest aimabele mens getoond. Hij is nogal recht door zee, nogal bruusk in zijn bewoordingen. Maar dat wordt vergeven, zo blijkt: de werklust straalt en immers vanaf, hij is verstandig, weet alles over de stad en is geen praatjesmaker.
En zo zat ik dinsdag voor de televisie, toen de burgemeester bij Phara zat. Hij keek een beetje boos, want er is vanalles gebeurd met de flikken de laatste dagen. En ik was zowaar een beetje gepakt van de manier waarop hij antwoord gaf op de vragen: kordaat, niet zeveren, doen wat moet gedaan worden en dan moving on. Zoals hij de crisis heeft aangepakt. Ik ben een beetje trots op mijn burgemeester, de laatste week. Precies gelijk vroeger op Beke.