Year: 2008

internet

Het leukste stokje ooit.

Dames en heren, wij stellen voor: het leukste stokje ooit. Het is ongelooflijk lang geleden — maart 2005, dat is zowat de oertijd van de blogosfeer. U bent het ongetwijfeld al vergeten bent, maar ik moest er vandaag aan denken, met al dat gepost op weblogs van oude foto’s. Zelden zo’n grappig stokje gekregen en gevolgd, moet ik zeggen, en het is later nooit meer geëvenaard. Als ik me niet vergis waren de aanstokers indertijd de evil eskimo’s (uw archief werkt niet meer, demus!), en iedereen deed even enthousiast mee.

“In de kast”
was de titel, het concept was simpel: kruip in een kast en neem een foto van uzelf. U ziet mijn eigen resultaat hieronder, en ik link meteen ook naar een paar andere leuke voorbeelden. Sara, Michel, een hele reeks bij Pietel en Bruno

En nu opgelet: ik vind dat iedereen die indertijd in de kast is gekropen nu het stokje nog een keer mag doorgeven aan drie andere mensen. Mensen die in het glorieuze maart 2005 nog niet blogden. Of die het stokje nooit hebben gekregen.

Ik gooi het alvast naar Ivan, Els en Anton, die hopla in de kast mogen kruipen. En u, naar wie gooit u?

Ja!

Kerygma doet een wedstrijd!

Cinema Novo is een tiendaags filmfestival dat elk jaar pareltjes uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika opdiept die in het commerciële circuit geen kans maken. Veel films zijn pas voor het eerst in ons land te zien en een aantal daarvan worden opgenomen in competitie. Het filmfeest barst dit jaar voor de 25ste maal los tussen 6 en 16 maart. Een divers programma met uitschieters van de voorbije jaren, maar uiteraard ook met het nieuwste en beste uit de hedendaagse niet-westerse filmproductie, wordt binnenkort op het publiek losgelaten.

Nadat het festival een kwart eeuw filmjuweeltjes aan thuisstad Brugge heeft geschonken, gaan ze dit jaar als cultureel ambassadeur van West-Vlaanderen voor het eerst on the road. Ze wijken uit naar andere steden en bieden daar een kleurrijk avondje film aan. Op donderdag 28 februari bijvoorbeeld, strijkt Cinema Novo met de nodige Braziliaanse feestvreugde neer in de Gentse bioscoop Sphinx. De film The Year My Parents Went on Vacation kan er in avant-première om 20 uur worden bewonderd. Deze prent van Cao Hamburger schetst de perikelen van een 12-jarige jongen in het Brazilië van de voetbalheld Pelé en van de militaire dictatuur.

Wij kregen twee vrijkaarten aangeboden voor de filmvoorstelling van 28 februari, met receptie achteraf en we kunnen zelf niet gaan. Een mailtje naar de organisatie later en hopla: een wedstrijd was geboren.

Voor woensdagmiddag 12h in de commentaren als u wilt gaan, met geldig emailadres, natuurlijk. Ik zal dan willekeurig en onschuldig een winnaar aanduiden, volgens een nog te bepalen procedure zonder gerechtsdeurwaarder.

Van een ander

Ge begrijpt ze niet, en ze gaat ook soms voorbij opeens.

Ik noem zijn naam niet, neen. U hoeft er dus niet om te vragen en het gokken laat u liever ook. Het is van geen belang en het is overigens niet proper iemand te schofferen gewoon omdat ge hem niet meer graag ziet.
Ten andere: hij, of iemand die zijn website beheert, heeft hier ooit gelezen. En stel u voor dat hij zou gaan ego-googlen en hier terecht komt. Een mens mag daar niet aan denken, toch?

Hij is een schrijver.
Meer nog: hij was dé schrijver in mijn 14-jarig meisjeshoofd. Met zijn mooie zinnen en prachtige boektitels. Met zijn verhalen die me deden zwijmelen en die ik dwangmatig moest herlezen — in de tuin, op mijn kamer in het donker, op de bus, of links achteraan in de klas tijdens de les latijn. Hele paragrafen ken ik uit het hoofd.
Gedichten ook, toen hij die begon te schrijven. De beste gedichten ooit, beter nog dan de gedichten van Hij Met Wie Ik Wilde Trouwen Maar Die Stierf In Het Buitenland. En dat wil wat zeggen. Ik gooide zijn gedichten op dit weblog, ik schreef ze op mooie kaarten voor mensen van wie ik hou. Eentje kwam op het prentje van iemands mama.
Bekoorlijk was hij ook nog, uiterlijksgewijs. Voor de mannen, dat wel, maar het is een kniesoor die daar een punt van maakt in een geval van idolatrie. Verafgoding kent geen maat, laat staan een geslacht.

Een paar weken geleden zag ik zijn nieuwe dichtbundel bij de boekenboer, op de dag van het verschijnen. Thuis ging het celofaan er voorzichtig af, en met ingehouden adem las ik. Niks. Na vijf gedichten –en evenveel voordelen van de twijfel — was het duidelijk: wat ik las raakte geen snaren, maakte me niet week en bracht geen zomer in mijn hoofd. De wereld in zijn boekje bleef een beetje dof en kleurloos.
Ik had het toen al moeten weten, maar zoals dat gaat met tanende liefde wil een mens dat eigenlijk niet zien. Wat hard genoeg geloochend wordt, gaat misschien vanzelf weer weg, u kent het wel.

Vandaag zag ik hem plots in een vrouwenmaandblad. Onverhoeds lachte hij me toe vanop een strand, terwijl ik in bad van bubbels en seringen lag. Hij droeg een proper hemd. En daaronder een short vol drukke bloemen. Nu vind ik sowieso dat slechts weinig mannen een korte broek waardig kunnen dragen, en ben ik helemaal pro het wettelijk invoeren van strikte kledingvoorschriften dienaangaande. En nu mag hij nog zo bevallig zijn, maar die bermuda dat was duidelijk een foutje van de styliste. Niettemin: hij was daar blijkbaar mee akkoord gegaan. Het was dan ook met schrik in het hart dat ik het interview begon te lezen.

Ik ben halverwege gestopt, omdat de ontgoocheling anders mijn hele avond zou verpesten. Hij is niet meer grappig, zo blijkt. En niet meer weemoedig maar met de juiste toon. En onschuldig en toch gevat ook al niet meer. Het is hard om onder ogen te zien: wij zijn uit elkaar gegroeid, hij en ik.

Ik heb dan maar mijn haar gewassen en een extra portie conditioner gebruikt. Een mens moet tenslotte toch wat.

mediagedoe

Eurosong, eerste halve finale.

Het gaat over de servische mevrouwen en de storm in het glas water. Over stereotypen. Jaja, chinezen dat is niet alleen geel vel.

De koning is daar zeg. Ik dacht eerst dat het beeldmanipulatie was, maar neen hoor.

First up: Tanja Dexters. Maar eerst is het André Vermeulen. Hij legt redelijk pijnlijk de vinger op de wonde van het niet bijster origineel zijn. Lief zegt: ze zou beter meer zoenen, dan moet ze minder zingen. Weet er iemand eigenlijk nog hoe dat zat met Tanja en haar diskwalificatie op die missverkiezing.
BART STOP MET DE WOORDSPELINGEN.
Ze zingt wat valser dan vorige keer en ze doet te veel dictie. De achtergrondzangeressen doen niet veel vinden wij. En Tanja danst nog altijd niet. Jammer. Next!

De volgende is Nelson, de telenetmeneer. Volgens mij sponsort telenet, want er wordt wel heel veel telenet gezegd. Er zijn zelfs mensen met een telenet-tshirt. Het is een beetje te knuffelrockachtig voor mij, maar ik denk nog altijd dat de mensen daarop gaan stemmen. En met mensen bedoel ik in dit geval: jonge meisjes.
De visuals zijn vreselijk raar. Of zoals lief zegt: powerpointpresentatie. Dat is raar, want meestal zijn ze zeer goed tijdens eurosong dit jaar. Conclusie: wij zijn er niet contra tegen als dit gaat.

Paranoiacs. Wij zijn daar voor, maar dat is vooral om Tom te pesten. De reden daarvoor zal hij u ongetwijfeld zelf eens in’t heel lang uitleggen. De visuals zijn mooi en het is een tof liedje. Ik vrees echter niet dat we op zoek zijn naar een liedje dat tof is. We moeten eurosong winnen en al. Of niet laatste zijn.

A butterfly mind zijn volgende. Of the flying over t schipdonkkanaalsisters, zoals lief dat zegt. Die één haar borsten zitten te hoog en u zou lief haar eens moeten zien imiteren, hier voor mij in de zetel. Het gaat over Westvlaamse onbeholpenheid en kortwagens. Ge moet erbij zijn, dan is het grappig.
Wij duwen op de pauzeknop van het leven zie.
Lief neemt het woord foefbotsen in de mond. Dat op en neer wiebelen blijft ook hilarisch, vind ik. Maar ze gaan ons daarmee uitlachen op het songfestival. Sejeus.

Het is al de laatste, juffrouw Katy Satyn. Of: Anita Meijer. Er zit een ouwe mevrouw in het publiek te slapen! Echt!
Haar kleedje mag een maatje groter zijn vind ik. Blubbertjes aan haar oksels. Het is een zeer goed songfestivallied, maar het is wel al gedaan. Aan de andere kant: het heeft ook al gewonnen.

Ja!

[stokje] Oude Foto’s.

erica.jpg

Els gooide het, een hele tijd geleden. En ik liet het schaamteloos liggen, jawel. Ze drong nog eens aan via mail, het kwam er weer niet van omdat ik te lui was om met de scanner van het lief aan het werk te gaan. Van uitstel kwam afstel, en toen kreeg ik plots nog een stokje en als ik dat wil beantwoorden, dan moet ik natuurlijk ook dat met die foto’s doen. Dus! Geen excuses meer! Ik heb namelijk de oplossing gevonden: ik neem gewoon foto’s die ik al digitaal heb. En dat zijn er van vroeger welgeteld twee, die u nu allebei krijgt. Op de eerste ben ik naar schatting zes en ben ik bloemen van Erica haar trouw aan het kapotprutsen.

De tweede verscheen hier al eerder, en is het bewijs dat ik ook als klein kind al niet graag op de foto stond. U ziet de kindjes uit onze straat. Groter formaat hier. Als u kindjes begint te tellen van rechts: ik ben de vierde, met de staartjes. De mevrouw is mijn tante, Neef T. staat er ook op, net als neef S. in de buggy, denk ik. En voor de mensen uit mijn geboortedorp die hier lezen: u herkent vast ook Kerstin, Anouk, Bruno en misschien nog andere kindjes die ik niet eens meer ken. In de commentaren mag uw aanvulling!

buurt_sm.jpg

Update: doorgeven, ilse. Een stokje moet je doorgeven. Aan de mensen in de commentaren: Annie! En Miss Punt Komma!
En dan ook nog