Kijkt zie. Het is weer van dat, dus krijgt u mijn jaarlijkse razernij-tirade over hoe erg ik sneeuw wel haat op uw boterham.
Daarnet onder de lunch viel het nog mee: een paar vlokjes, beetje koud en vervelend but hey: het is winter, dus we gaan niet moeilijk doen (oh. heb ik zonet twee dubbelepunten in die zin gezet? I sure did en zaagt daar zo niet over). Maar: toen ik bij Michel buitenkwam rond vier uur, een illustrator-for-dummies-cursus rijker bleek de hele stad onder het wit poeder te zitten. De tocht naar huis (normaal 5 minuten) kostte mij een uur, waarvan ik me dus een half uur zitten doodergeren heb aan de auto voor mij. Meneer had niet door dat ge dus als het glad ligt niet keihard op uw gas moogt duwen. En slipte dus iedere keer een end weg als de file weer begon te rijden. Hardleers, die man, want hij heeft hetzelfde zeker 60 keer herhaald. Ik ben op een bepaald moment gestopt met tellen.
Sneeuw is nat, onefficiënt, koud en gevaarlijk. Mijn lief zit in Brussel en moet dus over bevroren wegen naar huis, mijn botten zijn nat, mijn voeten bevroren, mijn kat wil niet buiten om pipi te doen en onze lichtkoepel is ondergesneeuwd, dus er is geen licht.
Winterpret. Dolletjes.