Raar is dat, hoe een mens zijn grenzen constant verlegt. Neem nu dat verbouwen. Een jaar geleden was ik behoorlijk over mijn toeren toen bleek dat de kast van mijn bureau niet zou geschilderd zijn voor de verhuis. Dat was in de tijd dat we die dingen nog niet helemaal zelf durfden te doen. Ondertussen is mijn lief een zelfontworpen kast aan het installeren op onze zolder, onder de trap die we zelf hebben gebouwd.
Vorig jaar werd ik gek van het idee dat ik zou moeten wonen in een huis dat niet afgewerkt is. Dit weekend hebben we, met de hulp van mama en papa op zaterdag en helemaal alleen met z’n twee op zondag, een schouw in de keuken afgebroken. Onze hele inkom staat vol zakken puin en gisterenavond, na afloop, zat het hele huis bedolven onder een laag stof en roet. En ik heb daar geen ogenblik stress over gehad.
Geen moment gedacht: het dak gaat instorten. Geen moment gedacht: oh neen, ik krijg dat stof nooit weg. Gewapend met een emmer, een stofzuiger en een zeemvel zijn we achteraf het hele huis te lijf gegaan en hebben we gewoon alles opgeruimd, zo goed als mogelijk. Al onze muren beneden zijn nu afgekapt tot een halve meter, er zitten om de tien centimeter gaten, en in onze keuken staat een stoffige roetmuur en een keukenkast minder. Het is absoluut geen zicht. En het kan mij eigenlijk niet schelen.
Volgens mij zijn we klaar voor de grote stap, deze zomer. De plannen beginnen vorm te krijgen, de aannemer is gevonden, de keuken bijna getekend. En dat uitbreken, dat doen we gewoon zelf, van tevoren. Bring it on.