Month: June 2008

En al

Het puin van ons leven.

Dat krijgt een mens dus, na zes weken examens. Behalve de wekelijkse damage control door onze kazachstaanse wervelwind, is het huishouden schroomlijk verwaarloosd. Ja, nog meer dan gewoonlijk (voor u het zegt, zeg ik het zelf maar). Vandaag heb ik puin geruimd in de frigo (zo goed als alles wat er nog in stond was een eigen leven gaan lijden), zijn we naar de colruyt gereden en heb ik de keuken wat gefatsoeneerd. Er draait een was, en de planten hebben water gekregen. Net op tijd, er zijn nog geen dodelijke slachtoffers gevallen.

straks eens een paar rekeningen betalen, kwestie van de rode enveloppen te vermijden. En daarna begin ik aan mijn belastingen

Ja!

Humorologie.

Het blijft een zeer fijn festival, dat van de verwondering. Lief speelde er voor een bom- en liefdevolle tent een leutige try-out, en verder brachten we de namiddag door met gesoigneerd worden: de mevrouw van de catering had heerlijke desserts, het zonneken scheen en de pintjes stonden fris. Afgesloten met een theatervoorstelling in de schouwburg en nu trekken we de stad in.

Het ruikt hier langzaamaan naar vakantie, ten huize i. en lief. Ik hoop met heel mijn hart dat dat bij u ook het geval is.

Ja!

Volgewassen.

Ik heb twee favoriete neefjes. Hoewel neefjes misschien geen goed gekozen woord is, gezien beide heren ook al flirten met het magische thirty-something-dom (één van de twee is er al een beetje overheen, zelfs) en ze bovendien allebei ver boven mij uittorenen qua lengte. Maar toch: neefjes. Ze zijn wat voor mij — als enig kind — het dichtst aanleunt bij broers: we woonden indertijd allemaal samen in de zelfde wijk en liepen elkaars deur meer dan plat. Een kleine familie, en hoe dat soms heel veilig kan zijn, dat voelen we na de recente ontwikkelingen opnieuw. Maar dat is een heel ander verhaal.

Terzake. De jongste, dat is al sinds we konden lopen degene met het meeste zin voor –euhm — avontuur van ons drie. Als ik — braaf kind dat ik was en bén — in de problemen geraakte, onder mijn voeten kreeg, of verzeild geraakte in zaken die het daglicht beter niet zien, dan was hij daar op één of andere manier altijd bij betrokken. Ik ga geen incidenten navertellen op het interweb, dat spreekt, maar er zijn wel degelijk boeken over te vullen. Het spreekt voor zich dat ikzelf daar allemaal niks mee te maken had, en louter slachtoffer was van de roekeloosheid van meneer-mijn-neef.

Vandaag echter, zet hij als laatste in de rij (logisch, hij is de jongste en al) de grote stap naar volwassenheid: hij verhuist, samen met zijn dame, naar een vers en zelf gekocht huis. De chaos, de horror van verhuisweekend, de stress van aktes en compromissen: het is de eerste grote stap naar volwassenheid, vind ik.

Dus: welkom, S. en J., bij de grote mensen. Het is hier wel leutig, in de realiteit.

Neen!

Die keer dat wij niet naar de voetbal gingen.

Soms word ik doodmoe van mijn eigen, wist u dat? Ik was namelijk vast van plan om naar de voetbal te gaan vanavond, op de vrijdagsmarkt. Beetje doen alsof het mijn nationaal elftal is in de halve finale, ge kent dat wel. Maar zoals altijd als ik iets vast van plan ben, ben ik te moe, te lui, heb ik te veel werk of ben ik gewoon te leeg om mijn vaste plan uit te voeren.

In plaats daarvan doe ik dan dingen die niet gepland zijn. Zoals denken dat ik een snelle douche ga nemen en dan anderhalf uur de krant lezen in bad, tot ergernis van mijn lief, want een krant in bad dat betekent achteraf een gekreukte, natte krant die helemaal door elkaar zit. Ik zeg: als het droog moet blijven en het mag niet gekreukt zijn, leest dan de gazet op het internet. Ha.

Edoch: dit alles doet helemaal niet terzake. Wat wel terzake doet is dat ik geen vaste plannen uitvoer. Op zich is dat geen probleem, want dat is avontuurlijk en al. Ware het niet dat ik het ergelijk vind als de dingen niet gaan zoals gepland. Ik word daar zenuwachtig van. En dus stoor ik mij aan mezelf, omdat ik niet eens mijn eigen plannen kan volhouden.

Doodmoe, ik kwam het al te zeggen.