Zo fijn als de sprekers waren op de studiedag van deze week, zo akelig was de activiteit net na de middag. Nauwelijks was mijn sandwich met kaas en slaatje binnengewerkt of een meneer met microfoon legt ons (100 Nederlandse en Vlaamse collega’s van verschillende hogescholen) het concept van het ludieke speeddaten uit.
Speeddate, het idee alleen al doet me huiveren. Daten is op zich al niet mijn sterkste, en ik kan enkel met vreemde mensen converseren als er een serieuze peptalk aan mezelve aan voorafgaat. En dan nog speed, jong. Ik denk dat ik daar fysisch enkel toe in staat ben indien er sprake is van de oppeppende middelen uit de term. Driewerf helaas, op een serieuze studiedag doet men niet aan illegale narcotica, dus restte me enkel koud zweet. En het in speed-tempo zoeken naar een vluchtweg. Helaas laat mijn snelheid zo net na de lunch wat te wensen over, want daar pleurde een juffrouw glaasjes met gekleurde papiertjes op de tafels en sprak de meneer met de microfoon: “In de glazen zitten vragen. Je neemt er een vraag uit, stapt toe op iemand die je niet kent en stelt die. En dan stelt die persoon zijn of haar vraag. Na jullie antwoorden, wisselen jullie de vragen en ga je door naar iemand anders.”
*laat veelbetekende stilte vallen om dit jolige concept even te laten bezinken*
Ik heb een ludieke vraag genomen en een beetje onwennig rondgedraaid. En nadat een meneer me aangesproken had of ik “soms zing in de douche en zo ja wat” heb ik de evidente oplossing gekozen: onopvallend naar het toilet lopen, deur op slot, boekske lezen en een kwartiertje later terugkeren.
Dat is meer van ludiek genoeg voor mij, zo vlak na het eten.