Een beetje dreigend ligt het boek naast me op de tafel. Ik zal u straks nog eens verdrietig maken, gij kieksken, klinkt het sissend doorheen de roze kaft.
(Ik zweer het u, ik hoor mijn boeken regelmatig tegen mij praten. Ik stel daar geen vragen bij neen, dat is niet meer dan normaal, met al die woorden. En ge moet mij daar nu niet voor veroordelen, voor de rest ben ik volkomen normaal voldoende sociaal aangepast.)
Komt een vrouw bij de dokter, zo heet het, dat boek. En het was –samen met een warm bad en mijn goede vriend Will — een zorgvuldig geselecteerd element voor mijn rustige vrijdagavond. Aangeraden door Mensen Die Het Kunnen WetenTM, dus dat kon bijna niet foutgaan.
Behalve dan op pagina 46, toen ik opeens niet meer wist of mijn gezicht nat was van het badwater of van mijn tranen. Pagina 46. En het zijn er 315.