Year: 2007

projecten

Laatste weekend.

Volgende week vrijdag verhuizen we en dit is het laatste weekend in ons oude huis, en dat is best vreemd eigenlijk. De laatste dagen in wat altijd ons eerste huis samen zal zijn.

Nu moet u weten dat verandering niet echt my favourite thingie is. Veranderingen maken me onrustig, bij momenten zelfs paniekerig en dat is niet altijd even aangenaam voor mijn omgeving. Toen we gingen samenwonen, bijvoorbeeld, heb ik een week voor de verhuis in mijn tijdelijke waanzin verkondigd aan mijn lief dat dat samenwonen toch geen goed idee was. Tenzij in mijn toenmalig appartement, eventueel, maar zeker niet in het huis dat we hadden gehuurd. (Ja, ik vraag mij ook soms af hoe hij het volhoudt)

Edoch: deze keer, niks van dat alles. Ik heb helemaal zin in de verhuis, en in ons nieuwe huis. Het is immens leuk om een geheel eigen plek te hebben en daar zo onconventioneel als ge wilt in te doen. Bovendien is het vooruitzicht *niet* in de Feestenzone te wonen als het begint volgende week, bijzonder aangenaam.

Verhuizen. Bring it on. Ik popel.

projecten

De kast.

De kast in de slaapkamer ziet eruit zoals we ze willen. Ze is klaar. Alleen jammer dat ze niet in het gat past waar ze in moet komen.

*zucht*

Morgen een nieuwe dag.

projecten

De man van de duizend vragen.

Nu we aan het werken zijn in ons nieuwe huis, worden lief en ik voor het allereerst geconfronteerd met de combinatie van het concept samenwerken en het concept wij. Zoals in “wij werken samen”. Tegen alle verwachtingen in gaat dat wonderwel en zijn er nauwelijks discussies. Ik had dat, zijn en mijn karakter in overweging nemend, niet echt verwacht. Koppigheid en een duidelijk idee over hoe dingen er moeten uitzien, het is niet altijd evident als ge allebei die eigenschappen tot de uwe moogt rekenen, meneer. Gelukkig sluiten onze ideeën zeer nauw bij elkaar aan en is onze smaak ook bijna volledig complementair. Geen ruzies dus, en zelfs nauwelijks discussie.

Eén ding echter: Lief heeft zich de afgelopen weken ontpopt tot de man van de duizend vragen. Per uur. Die hij allemaal, stuk voor stuk, aan mij stelt.

– Lief, waar is die schuurspons?
– Achter u, schat
– Hebben we nog vuilzakken?
– ik weet het niet, kijk eens in die doos
– Welke doos?
– die op de vensterbank
– Welke vensterbank?
– Waar is de Engelse sleutel?
– Ik weet niet eens hoe dat eruit ziet, laat staan dat ik zou weten waar hij is
– Hoe lang moet dat drogen?
– Dat staat op de verpakking
– Met welke borstel moet die verf geschilderd worden? Waar moet die zak naartoe? Waar is sleutel? Waar is het schuurpapier? Zijn er nog vodden? Waar liggen de sponzen? Zijn er nog emmers? Moet dat met white-spirit?

Toen ik vanmiddag daarover vertelde aan een collega, antwoordde die dat zulk gedrag in de mannelijke genen zit. Blijkbaar iets met “makkelijke weg kiezen” en “niet de moeite willen doen om zelf te zoeken”.

Geheel nieuw licht op de mannenzaak, zeg ik u.

projecten

Spring-rood.

De werken schieten goed op. Met amper tien dagen te gaan, lijkt het plots alsof alles in een stroomversnelling komt. We zijn in de eindfase van het schilderen (MDF not included), vandaag hebben we een eerste laag boenwas op de vloer van mijn bureau gegooid, zaterdag komt papa behangen, vandaag heeft Peterken (met assistentie van mijn ook al beresterke lief) de gietijzeren radiatoren naar beneden gebracht, en die gaan ze bij de schoonouders zandstralen en schilderen.

De slaapkamer is geschilderd nu, behalve de plinten en radiotor-toestanden. En de kasten, natuurlijk, maar dat is evident want die worden pas woensdag geplaatst. Voor de binnenkant van die kasten (en een paar buizen in de kamer zelf) wilden we trouwens knalrood. Na het bestuderen van een hondertal rode tinten, hebben we uiteindelijk de kleur gevonden die perfect was wat we in ons hoofd hadden. En dat bleek het rood te zijn uit de spring-collectie.

Wij zijn echt kleine kinders, soms. Zelfs onbewust, zo blijkt.