Al dagen in mijn hoofd, met één van de stomste videoclips allertijden.
Gisteren hebben we, in behoorlijk tempo, nog eens een werkdag ingelast in het huis: de traphal en de inkom zijn voorzien van honderden gaatjes, waar we siliconen-calypo’s instoppen, de zolder kreeg nog een laag plamuur, er werd een balk geschuurd en er werd elektriek getrokken. Met dank aan mijn mama en papa voor de intensieve hulp, alweer.
Het hele huis ligt vol stof nu, en hoewel ik heb geslapen voelt het alsof dat niet het geval is. Ik begrijp Patricia helemaal, jawel.
Ik staar hardnekkig naar mijn scherm, momenteel. Klik op refresh in de feedreader en de mailbox, in de hoop iets te doen te hebben. Ik ben te moe om te schrijven, te moe voor een boek en ben enkel nog in staat om eventueel wat naar de lichtbak te gapen. Jammer genoeg is het chuckie op de televisie. En nog jammerer genoeg heb ik een heilige schrik voor poppen. Vraag mij niet waarom en waar ik het heb opgedaan, maar poppen en ook films van poppen zorgen voor kippenvel en hartkloppingen. Geloof me bovendien vrij, chuckie is nu niet echt een aangenaam exemplaar van zijn soort. Als ik dus kijk, dan heb ik gegarandeerd nachtmerries. Zet dan een andere post op, geit, hoor ik u denken. Dat zou een goed idee zijn, maar hoewel de jonge garde beweert dat ik een nazi ben om mee samen te wonen, is hij de baas is over de afstandsbediening. En hij heeft die vieze degoutante pop boven mij gekozen.
Een hele poos geleden werd ik door een vriendelijke jongeman gecontacteerd, die in opdracht van Bongo een voorstel had.
Het is onze bedoeling om de nieuwe bongo’s op een originele manier te lanceren op internet. We vragen je niet om reclame te maken, maar om de bongo uit te proberen en er een eerlijke recensie over te schrijven. Daarin ben je vrij.
Heyho, dacht ik. Voor niets op weekend én erover mogen schrijven wat ik wil. Pretty sweet deal, jawel. Vooral omdat wij hier ten huize al jaren fan zijn van het concept. Na mijn volmondig instemmen werd een Bongo-cultuurweekend opgestuurd en kozen wij als bestemming Oostende uit op de site. Dat boeken is overigens een kolfje naar de ietwat computervaardige hand: kiezen uit een dropdown-menu, de datum van aankomst selecteren en vervolgens je boekingscode op de bon ingeven. Je krijgt een bevestigingsmail met een voucher en die neem je mee naar het hotel. Simple comme bonjour.
Oostende was de stad die wij uitkozen, en wel om een paar redenen. We wilden niet te ver rijden, want het is al zo druk de laatste tijd en als je maar twee dagen weg gaat, spendeert een mens liever geen halve dag in de auto. Daarnaast houden we nogal van steden aan de zee, want dat is het enige dat we een beetje missen in Gent. Rotterdam deden we de vorige keer al (in dat exacte hotel, overigens), en Oostende bleef over.
Het Best Western Hotel Imperial (***) bleek rechttegenover het casino gelegen, dicht bij zee dus, en vlakbij een ondergrondse parking (16 euro voor 24 uur). In ons arrangement zat een kamer voor twee met ontbijt en toegang tot óf Het Ensormuseum; óf het PMMK. Gulzig als we zijn besloten we het andere museum gewoon zelf te betalen en beiden te bezoeken.
Hotel en kamer vonden we mooi. Gelegen op de derde verdieping, met zicht op zee, en een ruime badkamer met bad. In de badkamer de basis-hotelvoorzieningen: kleine en grote handdoeken, een paar zeepjes en een haardroger. Er was kabeltelevisie en het was er aangenaam warm. Dat brengt ons meteen op één van de mindere punten van dit hotel: het bleek niet mogelijk de verwarming uit te schakelen, want alle kamers zitten op hetzelfde systeem. Eén iemand warm, iedereen warm. Als je gewend bent, zoals ons, om in een koude kamer te slapen in dat even wennen. Tweede minpuntje: het draadloos internet was betalend. Het zal wel een beetje aan mij liggen, maar ik vind dat elk zichzelf respecterend hotel gratis draadloos internet moet hebben. Service, meneer.
Voor de rest: niks te klagen over het hotel. Het ontbijtbuffet was uitgebreid en uitstekend, de koffie lekker en de bediening verzorgd. Een troef van dit hotel is zonder twijfel de centrale ligging: ‘s avonds gingen we eten aan zee (in het excellente italiaanse Marina) en dat was vijf minuten stappen. Het Ensor, de winkelstraten, de PMMK: allemaal vlakbij, en dat is bijzonder aangenaam als je met vakantie bent.
De musea dan, want deze Bongo is hotel+museum. Misschien zijn we als Gentenaars iets te verwend (Gent heeft veel mooie musea), en wat te kritisch, maar als u de keuze hebt laat u volgens ons het Ensor beter links liggen. De normale toegang is 2 euro, en zelfs dat is eerlijk gezegd te veel. Het risico lopend grof te worden: op tien minuten heeft u gezien wat er te zien valt, en dan heeft u er nog lang over gedaan. Het is geen Ensor-museum, trouwens, het is gewoon zijn geboortehuis. Neen, dan liever het PMMK, waar we toch een halve voormiddag zeer aangenaam vertoefd hebben. Een mooie verzameling hedendaagse kunst, met voldoende afwisseling. Een aanrader als u een keer aan zee bent en het begint plots te regenen.
Conclusie van het weekend: Oostende is een aangename kuststad, het Best Western is een goed hotel en het PMMK is de moeite. Als u helemaal voor de cultuur wilt gaan: boek tijdens het onvolprezen Theater Aan Zee-festival en dompel uzelf onder in de meest bruisende kant van de parel der badsteden.